Twintig jaar na de dood van Marco Pantani: ‘Hij is vermoord door de maffia’
Vandaag start de tweede rit van de Tour de France in Cesenatico, de voormalige thuishaven van Marco Pantani. Twintig jaar na zijn dood, op Valentijnsdag 2004, waart zijn geest er nog altijd rond. Ook bij zijn moeder Tonina die ervan is overtuigd dat haar zoon geen zelfmoord heeft gepleegd. ‘Daarvoor hield hij te veel van het leven.’
‘Jij bent voor altijd de numero uno!’
‘Dank je voor de emoties die je ons hebt doen beleven. We zullen je altijd blijven herinneren.’
‘Je hebt met jouw prestaties iedereen verliefd doen worden op de wielersport.’
‘Ze zeggen dat wie jong sterft, de goden dierbaar is.’
‘Je hebt het wielrennen meer gegeven dan het wielrennen jou heeft gegeven.’
Op de begraafplaats van Cesenatico, een badplaats aan de Adriatische Zee, werd in het mausoleum van de familie Pantani vorig jaar een zoveelste nieuw rouwregister geopend. Tientallen pagina’s zijn intussen vol gepend, ook al is het twintig jaar geleden dat de Piraat op 14 februari 2004 ‘voor altijd op de hoogste podiumtrede’ terechtkwam, zoals op zijn tombe staat verwoord. ‘Het beeld dat van Marco Pantani is bijgebleven, is assolutamente heel positief’, zegt een vrouw die met haar bejaarde moeder het kerkhof bezoekt. ‘Niet alleen bij de inwoners van Cesenatico, maar in heel Italië. Jammer dat het zo is moeten eindigen.’ Ze zwijgt even. ‘Hij won te veel, hé. Het was hem niet gegund.’
Het mausoleum van Pantani is een bedevaartsoord voor zijn fanatiekste supporters, maar ook in het centrum van zijn vroegere woonplaats opent de naam van de mythische klimmer nog altijd deuren. Wanneer we op het stadhuis zonder afspraak en dus op goed geluk om een audiëntie vragen bij de burgemeester, trekt hij tien minuten later al een halfuur tijd uit voor een gesprek over de voormalige kampioen.
Matteo Gozzoli (37) is zelf een groot wielerliefhebber, zo blijkt meteen bij het betreden van zijn bureau. Aan de muur hangen twee ingekaderde gele truien, merkwaardig genoeg niet van Marco Pantani maar van Tadej Pogacar. Dat heeft alles te maken met de connecties van de burgervader met de eveneens uit Cesenatico afkomstige Andrea Agostini, chief operating officer bij UAE Team Emirates. Voor hij burgemeester werd, werkte Gozzoli voor Agostini’s persbureau.
Voor Mercatone Uno, het team waar Pantani vanaf 1997 voor uitkwam en waar Agostini persman was, heeft Gozzoli nooit gewerkt. ‘Ik heb als jeugdrenner – ik koerste van mijn achtste tot mijn vijftiende – in de rij gestaan voor een handtekening van Pantani, maar ik was nog te jong om hem persoonlijk te hebben gekend’, vertelt de burgemeester. ‘Ik herinner me vooral dat in die tijd tijdens de Giro en de Tour het leven in Cesenatico helemaal stilviel. Iedereen zat voor de tv, veel meer nog dan bij de voetbalmatchen van het nationale elftal.’
Dat er twintig jaar na zijn overlijden nog zoveel over Pantani wordt gesproken, schrijft Gozzoli toe aan de panache waarmee de klimmer zijn overwinningen behaalde. ‘Marco durfde op tachtig, negentig kilometer van de finish de knuppel in het hoenderhok te gooien. Op een klim trok hij al vanaf de voet ten aanval. Hij plaatste de ene demarrage na de andere. Zo heeft hij zich in de harten van de mensen gefietst, niet alleen in Italië, maar ook in het buitenland. Na hem is dat nog zelden vertoond. Op een uitzondering als Pogacar na, wachten de meesten tot de laatste paar kilometer voor ze zich roeren.’
Vooral de officiële viering van Pantani’s Tourzege begin augustus 1998 was voor Cesenatico een bijzonder moment, zegt Gozzoli. ‘Het wordt herinnerd als het grootste feest in onze gemeente sinds de bevrijding en het eind van de Tweede Wereldoorlog. Piazza Andrea Costa, waar het podium was opgetrokken, en de omliggende straten waren helemaal volgelopen. Toenmalig premier Romano Prodi kwam naar Cesenatico afgezakt. Het was een historische dag.’
Hechte gemeenschap
Het stadhuis waar Gozzoli de sjerp draagt, bevindt zich langs het Porto Canale, een kanaalhaven die Cesenatico doorklieft en waar het historische centrum omheen is gebouwd. Op de gezellig ingerichte kades en aanpalende pleinen speelt zich het sociale leven af op de terrassen van de visrestaurants en maken inwoners in de prille lentezon hun wandeling.
Een uitgebreide rondvraag op het uur van de passeggiata levert een opvallend unaniem resultaat op. Niet één iemand valt op een onvertogen woord over de voormalige renner te betrappen, zelfs niet als diens doping- en drugsverleden expliciet ter sprake wordt gebracht. ‘Elke mens heeft twee kanten’, zegt een jonge vrouw, die erop wijst dat veel mensen in de streek dankzij Pantani zijn begonnen te fietsen. ‘Die schaduwzijde doet niets af van zijn prestaties’, zegt een man die 26 jaar geleden vanuit Marokko in Cesenatico neerstreek. ‘Wat er in zijn privéleven is gebeurd, daar hoeft niemand over te oordelen’, vindt nog iemand anders. ‘Cesenatico was al een bekende badplaats, maar Pantani heeft ons pas echt op de kaart gezet’, klinkt het ook. ‘Hij was een kampioen. Punt’, vat iemand de publieke opinie kernachtig samen.
Cesenatico, een kustgemeente van 26.000 inwoners, die in het toeristisch seizoen aanzwelt tot 120.000 residenten, komt als een hechte gemeenschap over. Veel inwoners hebben rechtstreeks of onrechtstreeks een band met de familie Pantani of met vrienden of kennissen van hen. Vaak keert in de commentaren terug dat de voormalige klimmer allerminst montato was: zijn succes was hem niet naar het hoofd gestegen. Integendeel, Pantani was naar verluidt de eenvoud en nederigheid zelve en bleef ook altijd zijn roots trouw, in plaats van zoals andere vedetten te verhuizen naar belastingparadijzen als Monaco en Andorra.
Zelfs bij de jongeren, die hem zelf nooit aan het werk zagen, leeft Pantani verder. De mythe van de renner wordt van generatie op generatie doorgegeven. Vier basisschoolmeisjes, die tijdens hun middagpauze aan de kanaalhaven een piadina (een plat, rond broodje, nvdr) eten, hoeven niet lang na te denken als ze de vraag krijgen wie Marco Pantani was. ‘Een groot wielrenner, meneer’, klinkt het in koor. ‘Mijn mama sprak al veel over hem’, voegt een van hen eraan toe.
Vereeuwigd op straten en pleinen
Ook in het straatbeeld van zijn vroegere woonplaats is de betreurde klimmer nog aanwezig. Op de Piazza Andrea Costa, waar de Tourwinnaar in 1998 werd gehuldigd, liggen in een grasperk twee reuzeknikkers met telkens een foto van Pantani erin, één in de roze en één in de gele trui.
Anderhalve kilometer verder, op de Piazza Marconi, is de gevallen held in een monument vereeuwigd. Het levensgrote bronzen beeld is van de hand van Emanuela Pierantozzi, als judoka winnares van een medaille op de Olympische Spelen van 1992 en 2000. Het toont Pantani zoals de meesten zich hem herinneren: op de fiets, klimmend, de handen onderaan de beugel en dansend op de pedalen.
Nog wat zuidelijker bevindt zich het Centro sportivo Marco Pantani, een sportaccommodatie waar ze momenteel een 1,6 kilometer lange openluchtpiste aanleggen. Het wordt een plek waar de jeugd in een verkeersvrije omgeving zal kunnen fietsen, hardlopen en skeeleren. Met het project is een investering van 1,4 miljoen euro gemoeid, het zou tegen de zomer afgerond moeten zijn.
In het oude centrum, op de Piazza Fiorentini, trekt de naam van een restaurant de aandacht. ‘Il Pirata’ staat er in grote letters boven de terrasramen. Een verwijzing naar de renner? Of simpelweg geïnspireerd op de omgeving van de kanaalhaven, waar zeilschepen van een eeuw geleden een kleurrijk openluchtmuseum vormen?
Binnen neemt een ingekaderde cartoon van Pantani aan de muur elke twijfel weg. Mirko, de ober met dienst, vertelt het verhaal. ‘Mijn vader en mijn oom baatten vroeger een restaurant uit aan het einde van de kade, Il Gambero Rosso (De rode kreeft, nvdr). Marco kwam daar bijna dagelijks met zijn fiets om te ontbijten of gewoon een praatje te slaan. Het was zijn ritueel. Toen mijn vader en oom in 1999 op zoek moesten naar een andere locatie, zijn ze hier hun eigen restaurant begonnen en hebben ze Marco Pantani gevraagd of ze het te zijner ere Il Pirata mochten noemen. Jammer genoeg begon voor Marco kort daarna zijn neergang en hebben we hem hier nauwelijks of niet meer gezien. Maar zijn ouders zijn wel nog vaak over de vloer gekomen, en met de Granfondo Nove Colli lokt de naam van ons restaurant nog veel amateurwielrenners. Pantani blijft voor velen een idool, ondanks het laatste deel van zijn leven.’
Een andere vaste ontmoetingsplaats voor de Pantanifans bevond zich jarenlang in de Viale Torino, op een steenworp van waar later het monument te zijner nagedachtenis zou verrijzen. De horecakiosk heet nu Vagabondi. Ze zoeken er zaal- en keukenpersoneel voor komende zomer, valt aan het raam te lezen. Binnen zijn renovatiewerken aan de gang. Raffaele, de uitbater, zet zijn kruiwagen aan de kant. ‘Ik heb Marco Pantani nooit persoonlijk gekend, maar we hadden wel gemeenschappelijke vrienden via Jumbo (Moreno Lotti, nvdr), die in een discotheek werkte. Stuk voor stuk goeie gasten. Nee, niet het nachtleven heeft Marco naar de drugs gedreven, maar de wielersport zelf.’
Vermoord
Wat nu Vagabondi is, was jarenlang de Piadineria Pantani, de kiosk waar mama Tonina en zus Manola ontelbaar veel broodjes aan de man hebben gebracht. Verwijzingen naar de Piraat zijn er in de kiosk tegenwoordig niet meer te bespeuren.
‘Ik ben met de piadineria gestopt toen Marco stierf’, zal Pantani’s 73-jarige moeder ons even later zelf vertellen. ‘Ik heb twintig jaar de piadineria gehouden. Ik heb er dag en nacht gewerkt. In de zomer was ik altijd maar om halfvier ’s nachts thuis en om twaalf uur ’s middags moest ik er al terug zijn. Mijn man was dat al langer beu, maar ik deed het graag en Marco zei: ‘Mama, dit is mijn plek, hier kom ik met mijn vrienden.’ Ik zie hem nog thuiskomen van de Giro, hoe hij met zijn vader uit de camper stapte en we elkaar omhelsden. Mooie herinneringen, maar toen Marco er niet meer was, wilde ik van de piadineria niet meer weten. Wanneer ik er nu passeer, kijk ik er niet eens meer naar.’
Pantani’s moeder heeft ons uitgenodigd in de Spazio Pantani, het aan de voormalige kampioen gewijde museum vlak naast het station van Cesenatico. De Spazio is ondergebracht in een keurig opgeknapt pakhuis waar voorheen een halve trein stond te verkommeren. Het museum is eigendom van de gemeente en in beheer van de familie – Marco’s nicht Serena, de dochter van zijn zus, zit achter de balie. Voor volgelingen van het Pantanisme is de Spazio een waar heiligdom. Trofeeën, fietsen en truitjes worden er als relikwieën gekoesterd, tussen de Harley-Davidson, gitaar en eigenhandig (!) geschilderde doeken van de Piraat in.
Tonina Belletti is vergezeld van haar man. Paolo Pantani heeft zijn vrouw in een zwarte wagen met geel dak en gele achteruitkijkspiegels naar de Spazio gevoerd. Hij draagt een supporterspet van zijn zoon. Wanneer hij die afneemt, komt zijn kale knikker tevoorschijn. ‘Je ziet van wie Marco dat had, hé’, glimlacht hij.
Paolo geeft geen interviews meer. Het doet hem te veel pijn aan het hart, verklaart hij op zachte toon. Hij wil dadelijk zijn zoon gaan groeten op het kerkhof. Twee keer per dag, elke ochtend en namiddag, gaat hij nog bij hem langs.
Tonina heeft die dagelijkse kerkhofbezoeken wat opgegeven, zegt ze. Als ze naar het graf gaat, wil ze alleen zijn, en zeker in de zomer is dat met de vele bezoekers nooit het geval. Tonina praat wel nog graag over haar zoon. ‘Als ik over Marco praat, heb ik het gevoel dat ik hem zie, met zijn glimlach op het gezicht.’
Mama Pantani is een spraakwaterval. Ruim anderhalf uur lang loopt ze als een wekker af. En hoewel haar advocaat ons heeft opgedragen geen andere vragen te stellen dan over de sportieve figuur Pantani, stuurt ze het gesprek al heel snel een andere richting uit.
‘Ik ben ervan overtuigd dat Marco geen natuurlijke dood is gestorven. Hij is vermoord’, poneert ze de stelling die ze al jaren verdedigt.
Op basis van de autopsie is de renner in zijn hotelkamer in Rimini overleden aan een overdosis cocaïne in combinatie met antidepressiva. ‘Ik heb hem zelf nooit stoned gezien,’ zegt ze, ‘maar in zijn slechtste periode, eind 2000, begin 2001, begon ik me wel te realiseren dat hij gebruikte. Ineens belde hij me drie, vier keer per dag op mijn werk dat ik naar huis moest komen, terwijl hij vroeger, als hij op stage was, altijd zei dat alles in orde was als hij niets van zich liet horen. Ik kwam thuis, hij omhelsde me en begon honderduit te praten over toen hij klein was. Hij bleef maar praten, terwijl hij op zich geen grote prater was. Daardoor begreep ik het een beetje.’
Tonina Belletti ontkent niet dat haar zoon aan de drugs zat, maar weigert te geloven dat hij zelfmoord heeft gepleegd. ‘Daarvoor hield hij te veel van het leven’, zegt ze. ‘Toen ik Marco zag nadat hij was gestorven, viel me meteen op dat zijn gezicht helemaal verminkt was. Hij was afgeranseld. Voor mij is zijn lichaam ook versleept geworden. Er zijn zoveel dingen in het politieonderzoek die niet kloppen. Waarom hebben ze de drie hulpverleners die het eerst ter plekke kwamen niet ondervraagd? Een van hen zag tien jaar later op tv een foto van mijn overleden zoon met cocaïne naast zijn mond, terwijl dat spul er volgens hem eerst niet lag. Er was op de opname ook een plas bloed te zien, terwijl dat al gestold had moeten zijn. Eerst was Marco zogezegd overleden om 5.30 uur, daarna hebben ze dat veranderd naar 11.30 uur. Als de pv’s elkaar tegenspreken, hoe geloofwaardig zijn ze dan nog?’
Geschenk van de Heer
Moeder Pantani heeft de gerechtelijke dossiers ontelbare keren gelezen en herlezen. Nadat ze de eerste twee jaar na Marco’s dood twee jaar ‘in een coma’ lag, is ze ‘ontwaakt’ en als een detective heel het land rondgereisd op zoek naar getuigenissen. ‘Ik weet niet wie me de kracht gaf om dat allemaal te doen. Na twintig jaar begint het zwaar te wegen, maar als ik het niet had gedaan, zou ik hier nu misschien niet meer zijn. Het hield me in leven. Ik heb ook geen zin om het los te laten. Daarvoor zijn er te veel onbeantwoorde vragen.’
Nog meer elementen wijzen er volgens haar op dat Marco niet alleen was bij zijn overlijden. ‘Mijn zoon droeg geen onderhemdje toen hij stierf. Als moeder ken je de gewoontes van je kinderen: Marco ging nooit slapen zonder onderhemdje, uit schrik voor een bronchitis. Wat ook vreemd was: er lagen in de kamer drie jassen. Die waren in Milaan toen ik Marco de laatste keer levend heb gezien bij zijn manager, Manuela Ronchi. Marco is zonder die jassen bij haar vertrokken en met een taxi zonder bagage in het hotel in Rimini aangekomen. Wie heeft die jassen naar daar gebracht?’
Moeder Pantani vindt niet dat haar zoon zelf schuld treft voor hoe zijn leven is uitgedraaid. ‘Wat zou er zijn schuld moeten zijn? Marco werd gemanaged door mensen die alleen hun eigen belangen behartigden. Op het einde van zijn leven was hij omringd door uitschot en gespuis.’
Tonina’s theorie is dat haar zoon vermoord werd door de maffia. ‘Omdat hij wilde praten. Hij wilde de omerta in het wielrennen doorbreken. We hebben T-shirts en andere voorwerpen teruggevonden waarop Marco had geschreven: ‘Spreek op, jongens, we moeten een voorbeeld zijn voor de kinderen. Er is te veel omerta, niemand praat.’’
Tonina rakelt nog een anekdote op. ‘Toen Marco nog niet lang prof was, kwam hij op zeker moment naar de kiosk. ‘Mama, ik stop met koersen.’ Ik zei: ‘Ben je gek? Na al die opofferingen die je al hebt gedaan?’ Hij zei dat hij wilde stoppen omdat de maffia in de koers zat. Ik dacht daar het mijne van: hij zal als nieuwkomer in de ploeg wat gepest zijn door gevestigde kampioenen als Claudio Chiappucci, zeker? Pas na zijn dood begon ik zijn woorden te begrijpen. Er gaat in de sport zoveel geld om dat de atleten slechts kanonnenvlees zijn.’
Moeder Pantani vertelt dat ze, nadat ze begonnen was Marco’s dood te onderzoeken, op een dag zelf met de dood werd bedreigd. ‘Toen ik op een ochtend wakker werd, lag er een hoop zand in mijn tuin, met een schop in, stenen erbij en een truweel. Ik bel de carabinieri, ze nemen wat foto’s en daar bleef het bij. Maar een bevriende politieman zei me: ‘Wees voorzichtig, Tonina, want dit is een symbool bij de maffia dat ze je willen inmetselen.’
Het heeft haar niet tegengehouden, zegt ze. Ze heeft al haar bevindingen over de dood van haar zoon doorgespeeld aan haar advocaat. Die heeft alles overgemaakt aan het parket van Rimini, dat de zaak heeft heropend (in 2021, nvdr). ‘We zullen zien of ze nu tot een andere uitspraak komen (dan bij de eerste twee onderzoeken in 2004 en 2014, die de moordpiste van tafel veegden, nvdr). En anders neem ik het recht in eigen handen’, zegt Tonina.
In al die jaren is ze al zeven keer van advocaat veranderd. 200.000 euro heeft de hele juridische strijd haar al gekost. Maar het kan haar niet schelen, zegt ze. ‘Het is het geld van Marco. Ik heb hem op zijn graf beloofd dat ik zou realiseren waar we samen na Madonna di Campiglio (waar Pantani met een te hoog hematocrietgehalte en quasi zeker van eindwinst in 1999 uit de Giro werd gezet, nvdr) vier jaar als gekken voor hebben gevochten maar niet in zijn geslaagd: de waarheid naar boven halen. Als er één iets is waar ik nog van droom in mijn leven, dan is het dat de waarheid naar boven komt. Ik ben niet uit op wraak, ik wil weten wat er is gebeurd. Daarna kan ik in vrede sterven en gaan waar Marco is.’
Mocht ze ooit nog eens de kans krijgen om met haar zoon te spreken, wat zou ze hem dan vertellen? ‘Wij begrepen elkaar zonder woorden. Ik zou hem omhelzen en tegen me aan blijven drukken’, antwoordt ze. ‘Weet u, ik kon volgens de artsen geen kinderen krijgen, maar op mijn twintigste had ik er al twee. Een geschenk van de Heer. Helaas heeft Hij er me één te vroeg weer afgenomen.’
‘Pantani tegen Armstrong, dat was David tegen Goliath’
Wanneer de Ronde van Frankrijk dit jaar voor het eerst in de geschiedenis vanuit Italië van start gaat, zal ook Cesenatico op de Tourkaart verschijnen. Na de openingsrit van Firenze naar Rimini zal het badplaatsje op 30 juni het decor vormen voor de start van de tweede rit, met aankomst in Bologna. ‘Ik had het er een paar maanden geleden nog over met de moeder van Marco Pantani’, zegt burgemeester Matteo Gozzoli. ‘De komst van de Tour is nog een geschenk dat Marco ons heeft gegeven. Zonder zijn prestaties was van een etappestart in Cesenatico geen sprake geweest.’
Terwijl de Tourorganisatie Lance Armstrong in de ban heeft geslagen, brengt ze hulde aan een andere voormalige dopinggebruiker. Hypocriet? ‘Pantani en Armstrong waren twee verschillende figuren’, fietst Gozzoli om de hete brij heen. ‘Armstrong was een pantserschip, hij had een hele ploeg achter zich die alles toedekte. Op een gegeven moment was er zelfs sprake van een doofpotoperatie door de officiële instanties. Bij Pantani’s hematocrietcontrole in de Giro van 1999 lijkt eerder het omgekeerde te zijn gebeurd. Pantani tegen Armstrong, dat was David tegen Goliath.’
Pantani’s moeder is veel minder enthousiast over de komst van de Tour. ‘Voor mij is dat geen feest. Integendeel, het ergert me zelfs’, zegt ze. ‘De Tour wilde Marco op een bepaald moment niet meer aan de start. Ze gaven zijn ploeg geen uitnodiging meer. Dat was voor Marco de genadeklap, want de Tour betekende voor hem meer dan de Giro. Als ze me uitnodigen, ga ik mijn zegje doen en me voor niemand inhouden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier