Wielrenner Odiel Defraeye: De eerste Belg die de Tour de France won

© Belga Image

Nu de Tour de France 2024 in volle gang is, duiken we nog eens in ons rijk sportarchief. Herlees hieronder de reportage over Odiel Defraeye, de eerste Belg die de Tour won (artikel uit de Tourgids 2012).

Honderd jaar geleden won de arbeidersjongen Odiel Defraeye als eerste Belg de Tour. Ondanks de rijkdom die hij daarmee vergaarde, vond zijn ziel nooit rust.


Herman Laitem, auteur van de pas verschenen nieuwe biografie over Odiel Defraeye, kreeg onlangs een Engelse regisseuse op bezoek. “Of het leven van de ex-Tourwinnaar misschien vertaald kon worden naar het witte doek?”, wilde ze weten. De Engelse was voor de Amerikaanse markt op zoek naar een from zero to hero story. Het verhaal van Defraeye (1888-1965), dat was toch dat van de arbeiderszoon die na zijn lagereschooltijd ging werken in de borstelfabriek van Izegem voor tweeënhalve frank per dag – toen de prijs van een kilo boter – en op zijn 24e de Tour zou winnen en daarmee een contract afdwong van dertigduizend frank?

De film komt er (voorlopig) niet, omdat de Amerikanen een happy end willen en dat gelukkige einde werd Defraeye in zijn leven niet gegund. Na zijn rennerscarrière, die hij tot zijn 38e rekt, is de West-Vlaming een zoekende man. Een paar jaar beproeft hij zijn geluk als herenboer in de Bourgogne, maar dat is niet zoals hij het zich had voorgesteld. Dan waagt hij zich in de horeca. Hij baat diverse zaken uit: eerst in Rumbeke, zijn roots, later aan de Belgische kust, in Lombardsijde en De Panne. Steeds minder chic oogden zijn etablissementen.

Spraakverlamming

Het beeld van de oud-Tourwinnaar die zich dood heeft gedronken, is onjuist. Maar Defraeye, volksjongen en joviaal van aard, drinkt wel heel graag een glas mee met zijn stamgasten. In 1953, bij de viering van vijftig jaar Tour in het Parijse Parc des Princes, schittert hij door afwezigheid. Frayke heeft te diep in het glas gekeken en mist zo zijn trein. Daarna gaat het alleen maar van kwaad naar erger. Een paar keer wordt hij door een beroerte getroffen, wat hem uiteindelijk op zijn 77e ook het leven zal kosten. De oud-kampioen is dan al beroofd van zijn spraak en vergeten door zijn volk, ook al omdat hij bij zijn zoon in Brussel was gaan inwonen en later in een tehuis in Waals-Brabant verbleef.

Die spraakverlamming is een cynische speling van het lot, want het was met zijn – vaak aangedikte – verhalen dat Defraeye in de jaren dertig en veertig zijn glorietijd weer tot leven bracht. Het was in die periode dat hij aan de toog herinneringen ophaalde aan zijn succes van 1912. Hij vertelde dan hoe weinig het gescheeld had of hij was niet eens van start mogen gaan in die Tour. In de lente van 1912 waren in het Luikse hevige sociale onlusten uitgebroken en Defraeye had mee met het leger dat protest de kop moest indrukken. Pas een week voor de Tourstart was de renner weer naar huis teruggekeerd.

Als cafébaas herinnerde Defraeye ook graag aan de weerstand die hij binnen zijn eigen ploeg had moeten overwinnen. Lang had het ernaar uitgezien dat de Alcyonploeg hem zelfs niet mee zou nemen naar die Tour van 1912, ware zijn streekgenoot Richard Bonte er niet geweest. De verdeler van het legendarische Franse fietsenmerk had op tafel geslagen en ermee gedreigd dat Alcyon in België geen afzetmarkt meer zou vinden zonder de Rumbekenaar in de Tour.

“Defraeye was voor de Tour van 1912 niet eens een outsider, tenzij in zijn eigen hoofd”, vertelt Laitem. “Hij was gestart als knecht van de uittredende Franse winnaar Gustave Garrigou. Odiels strategie was: als Garrigou de Tour moet winnen en ik blijf in zijn wiel, dan kan ik bij de minste tegenslag van hem misschien zelf winnen. Defraeyes geluk was dat Garrigou al in de eerste rit door pech werd teruggeslagen. Vervolgens won hij zelf de tweede rit, zijn eerste van drie dagzeges. Zo dwong hij de steun af van de hele Alcyonploeg, het BMC van die tijd.

Rolmodel

Een op het eerste gezicht onbeduidende reglementswijziging speelde ook in de kaart van Defraeye. “In de Tour van 1912 was voor het eerst het vrijwiel toegestaan”, weet Laitem. “Voordien konden de renners nooit eens de pedalen stilhouden en was de wielersport krachtpatserij voor kolossen zoals François Faber, de Luxemburgse Tourwinnaar van 1909. Defraeye, nauwelijks 1,64 meter groot, was veeleer een souplessecoureur.”

De historische betekenis van de eerste Belgische Tourwinnaar kan moeilijk overschat worden. Als renner groeide Defraeye uit tot een rolmodel voor de Vlaamse Beweging. Begin twintigste eeuw maakte het idee opgang dat een volk zich maar kon ontwikkelen als het ook lichamelijk sterk was. Behalve een eigen taal en de economische opwaardering werd ook sport een hefboom in de natievorming. In 1912 vierde Vlaanderen feest voor de honderdste verjaardag van de geboorte van Hendrik Conscience. De schrijver van De Leeuw van Vlaanderen ging door voor de man die zijn volk had leren lezen. Defraeye was diegene die al fietsende zijn volk zelfbewustzijn had bijgebracht.

Onrechtstreeks hebben we ook het bestaan van de Ronde van Vlaanderen aan de Rumbekenaar te danken. Vlaanderens Mooiste werd voor het eerst georganiseerd in 1913 ter promotie van Sportwereld, de krant waar het huidige sportkatern van Het Nieuwsblad de erfgenaam van is. “Gek genoeg moest een Vlaming de Ronde van Frankrijk winnen om het besef op te wekken dat wij in Vlaanderen nog geen eigen ronde hadden”, zegt Laitem. “Toen Defraeye de Tour won, had je twee toonaangevende sportkranten bij ons: voor Antwerpen en Brabant was er Het Sportblad, voor West- en Oost-Vlaanderen Sportvriend. De bazen van Patria, een Brusselse katholieke groep, hadden al plannen om een sportkrant te maken voor héél Vlaanderen en daarvoor de knowhow ingeschakeld van Karel Van Wijnendaele. Defraeyes Tourzege was voor Patria de trigger om dat lanceerproces te versnellen. Twee maanden na de Tour van 1912 hield Van Wijnendaele in het West-Vlaamse Koolskamp Sportwereld boven de doopvont. Eind mei 1913 volgde de Ronde.”

De ironie wil dat Defraeye nooit de Ronde van Vlaanderen zal rijden. Tijdens zijn topjaren, van 1911 tot 1913, verbiedt zijn werkgever Alcyon hem om deel te nemen aan de koers voor eigen volk. De bazen willen hun speerpunten sparen voor Parijs-Roubaix. Bijna pakt die gok ook goed uit voor Defraeye. In 1913 kan alleen een loslopende hond hem van de overwinning houden in de Helleklassieker. De West-Vlaming kan zich troosten met de gedachte dat hij dan al Milaan-Sanremo op zak heeft. Nog in 1913 zal hij tijdens de Tour als leider de Pyreneeën in gaan. Het zal meteen ook zijn laatste grote wapenfeit zijn. Defraeye moet in de eerste bergrit de strijd staken vanwege een dijblessure en de Brusselaar Philippe Thys neemt de scepter over. Nog tot en met 1922 zal de Tour – op de onderbreking door de Eerste Wereldoorlog na – gewonnen worden door Belgen.

Wanneer een halve eeuw later, in 1974, Izegemnaar Patrick Sercu gehuldigd wordt als winnaar van de groene trui, staat hij figuurlijk op de schouders van Defraeye. De zesdaagsekoning maalde ooit zijn eerste rondjes op de wielerbaan van Rumbeke. Die piste had Defraeye, gegoed burger als hij was, na zijn Tourzege in de tuin van zijn villa laten aanleggen. Of hoe de ene kampioen de andere voortbracht.

Lees meer over:

Partner Content