Niet eens verrassend: Tabór 2024 was ons slechtste WK veldrijden sinds 2000
België, het cyclocrossland bij uitstek, behaalde geen enkele wereldtitel op het WK in Tábor. Pijnlijk, maar een verrassing was het niet.
Voor het WK veldrijden bij de mannen elite werd er een doembeeld opgehangen: zou voor het eerst sinds 1997 geen enkele landgenoot op het podium eindigen? In de Wereldbeker hadden de Nederlanders dit seizoen al twee keer de volledige top drie bezet, en op het zware parcours in Tábor was de kans niet onrealistisch dat dat opnieuw zou gebeuren.
Even leek dat scenario zich tijdens de wedstrijd te voltrekken, na een slechte start van de Belgen. Michael Vanthourenhout wist zich echter vanaf een 29e plaats terug te knokken naar de derde stek, na Mathieu van der Poel en Joris Nieuwenhuis. Met een goede start had er voor de Europese kampioen misschien zilver ingezeten, maar hij kon vrede nemen met zijn resultaat. Het podium was sowieso het hoogst haalbare, gezien de suprematie van Van der Poel.
Bij de vrouwen maakten onze landgenotes zich vooraf geen begoochelingen. Daar was een topdrieplaats zelfs zo goed als uitgesloten. In die categorie is de dominantie van Nederland al jaren nog veel groter. Dat bleek ook na de wedstrijd: ze bezetten met Fem van Empel, Lucinda Brand, Puck Pieterse en Ceylin Alvarado plaats één tot en met vier – een primeur voor een land in de titelrace bij de vrouwen. De vijfde plaats voor de Belgische Laura Verdontschot was wel een positieve verrassing, al finishte ze op een kleine minuut van de derde plaats.
Geen top tien bij junioren
Ook bij de jeugdcategorieën waren de verwachtingen niet hooggespannen: bij de meisjes junioren en beloften had België geen kanshebsters op een medaille, laat staan op een wereldtitel. En ook dat werd realiteit, al was de zesde plaats van Xaydee Van Sinaey bij de beloften, weliswaar op een minuut en twintig seconden van brons, ook een meevaller.
Bij de meisjes junioren eindigde geen Belgische in de top tien. Dat was ook het geval bij de jongens, waar slechts twee Belgen startten: Arthur Van Den Boer en Mats Vanden Eynde, die slechts dertiende en veertiende werden. Niet eens onlogisch als eerstejaarsjunioren, maar zeker van Van Den Boer, die vierde was geworden in de eindstand van de Wereldbeker, kon je meer verwachten. Zo werd het WK voor junioren de slechtste editie voor de Belgen sinds 1993, toen Pedro Baelen in Corva als veertiende finishte.
Emiel Verstrynghe en Jente Michels poetsten bij de beloften, zoals verwacht, het Belgische blazoen enigszins op, met zilver en brons. Ook zij botsen echter op een renner die, zoals in bijna al zijn wedstrijden dit seizoen, simpelweg beter was: de Nederlander Tibor Del Grosso.
Geen goud of zilver bij elite
Eindbalans voor de Belgen in Tsjechië: één bronzen medaille in de team relay (een nevennummer dat je moeilijk ernstig kunt nemen als Nederland niet eens meedoet) plus drie individuele medailles (voor Vanthourenhout, Verstrynghe en Michels) en geen enkele wereldtitel.
Nul regenboogtruien, het is niet de eerste keer dat een WK zo tegenvalt. Sinds de wedstrijd voor vrouwen elite op het WK in 2000 werd geïntroduceerd, gebeurde het al drie keer: in Tábor 2010, Sankt Wendel 2011 en Oostende 2021 (al waren er toen geen juniorenwedstrijden wegens de coronapandemie).
Toen konden de Belgische cyclocrossliefhebbers zich nog telkens troosten met zilver én brons bij de mannen elite, maar ook dat zat er in Tábor niet in. Voor het eerst in deze eeuw bleef België dus niet alleen verstoken van een regenboogtrui, maar ook van minstens zilver bij de mannen of vrouwen elite.
Women Elite 🏆 at the 2024 UCI Cyclo-cross World Championships:
— UCI Cyclocross (@UCI_CX) February 3, 2024
🥇 Fem van Empel (NED)
🥈 Lucinda Brand (NED)
🥉 Puck Pieterse (NED) #Tabor2024 pic.twitter.com/hLaHSlTKMU
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ook de individuele medailles, drie stuks op achttien in zes wedstrijden, zakten qua verhouding met het totale aantal plakken tot een dieptepunt sinds 2000: 16,7 procent, even laag als in 2008, 2009 en 2011, toen er nog geen wedstrijden voor meisjes junioren en beloften op het programma stonden. Ter vergelijking: Nederland behaalde in Tábor voor het vijfde jaar op rij acht medailles, en pakte drie wereldtitels.
Het blijft opmerkelijk dat België, als het mekka van de veldritsport, zo wordt overtroefd door Nederland. Dit jaar had dat veel te maken met gewoonweg betere renners (Van der Poel, Del Grosso, Van Empel) die op het zware parcours in Tábor hun surplus aan pk’s konden uitspelen, een zwakke lichting bij de jongens junioren, en de achterstand die ons land, ondanks alle initiatieven van de Belgische wielerbond, al jaren heeft in het veldrijden bij de vrouwen, zeker sinds Sanne Cant geen topniveau meer haalt. Op korte termijn lijkt er ook niemand op komst die de aansluiting met de top kan maken.
Opmars van de Fransen
Andere opvallende vaststelling: hoewel het veldrijden vooral Belgisch/Nederlands getint blijft (samen behaalden de Lage Landen 11 van de 18 individuele medailles en bezetten ze 29 van de 60 toptienplaatsen) – heeft Frankrijk dankzij een nieuw veldritproject van de Franse wielerbond een stap gezet: tien toptienplaatsen, waaronder een vierde stek voor eerstejaarsbelofte Léo Bisiaux én één medaille/wereldtitel voor Célia Gery bij de meisjes junioren.
Het was voor de Fransen een nieuwe wereldtitel in de cyclocross na die van Bisiaux vorig jaar bij de junioren. Daarvoor was het echter al geleden van 2011, toen Clément Venturini bij de junioren won. Het hadden er in Tábor zelfs twee kunnen zijn als junior Aubin Sparfel niet lek was gereden in de finale. Zo werd de Italiaan Stefano Viezzi wereldkampioen, het eerste WK-goud in het veldrijden voor Italië sinds Davide Malacarne de beste was bij de junioren op het WK in 2005.
Célia Gery remporte le titre mondial aux championnats du monde de cyclo-cross de Tàbor. A l’issue d’une course incertaine jusqu’au dernier tour, la jeune cycliste devient la première française à revêtir le maillot arc-en-ciel dans la catégorie U19.
— FFC (@FFCyclisme) February 3, 2024
🌈🥇🌈 pic.twitter.com/DT5O3IsWCD
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Voeg daar nog de wereldtitel bij de meisjes beloften van het Britse multitalent Zoë Backstedt bij, en je zou van een vorm van internationalisering kunnen spreken. Dé vraag is of die buitenlandse toptalenten (Bisiaux, Sparfel, Viezzi, Gery, Backstedt) op langere termijn niet definitief zullen switchen naar de weg, zoals in het verleden vaker is gebeurd. Tenzij ze toch kiezen voor een gemengd weg- en veldritprogramma, zoals Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Fem van Empel. In combinatie met een herwerkte seizoenskalender zou dat het veldrijden uit de Vlaamse klei kunnen trekken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier