Mikel Landa, de meesterknecht van Evenepoel: ‘Af en toe heb ik een vluchtweg nodig’

© Getty Images

Hoewel hij ook gelijkenissen ziet, is Mikel Landa misschien wel de tegenpool van Remco Evenepoel, de man die hij in de Tour wil bijstaan met raad en daad. ‘Als kopman moet Remco niet alleen afgaan op zijn eigen benen, maar ook op die van zijn ploegmaats.’

Landismo. Het respect dat ze voor Mikel Landa hebben, is zo groot dat ze er in wielerminnend Spanje een term voor uitgevonden hebben. In juni vorig jaar verscheen er zelfs een boek met die titel, waarin twaalf mensen met heel verschillende achtergronden beschreven wat Landismo voor hen inhoudt. De bezieler van het boek is schrijver en journalist Marcos Pereda. In de proloog pent Pereda de essentie neer: ‘Mikel Landa is geen conventionele sportman. Niet alleen hoe hij koerst maar ook zijn charisma en zijn manier van spreken onderscheiden hem van de rest.’

Bij de andere elf auteurs zitten mensen die een duidelijke link hebben met het wielrennen, zoals oud-renner Peio Ruiz Cabestany, maar bijvoorbeeld ook een kunsthistoricus en een doctor in de filosofie. Die laatste, Ana Gómez Rosal, maakt een wel heel bijzondere vergelijking. ‘Het haar van Jezus Christus, het harnas van Don Quichot, de manier waarop Mikel Landa de bochten neemt … je begrijpt het concept, toch?’ Voor schrijver Ander Izagirre is Landismo dan weer ‘de liefde voor de antiheld, voor een wielrenner die verliest’.

Een veelwinnaar is hij inderdaad niet, de man die een maand voor de start van de Ronde van Frankrijk ruim de tijd neemt om ons vanuit de Sierra Nevada te woord te staan, maar een heel waardevolle pion hoopt hij de komende weken wel te zijn voor Remco Evenepoel. Landa, in de Sierra Nevada op hoogtestage met de kern van wat de Tourploeg van Soudal Quick-Step moet worden, blaast nog even uit wanneer we hem op ons scherm zien verschijnen. ‘We hebben er net een stevige training opzitten, vandaar’, zegt hij haast verontschuldigend.

‘Ik ben plichtbewust, maar deze sport vraagt veel van je. Ik ben niet in staat om er twaalf maanden per jaar opofferingen voor te doen.’

Net als Evenepoel kwam jij in de Ronde van het Baskenland ten val en net als hij brak jij je sleutelbeen. Als we goed ingelicht zijn, was dat voor jou al de zesde keer.

Mikel Landa: Klopt, ik begin het gewoon te worden… (lachje) Als je voor de zesde keer je sleutelbeen breekt, begin je de trucjes te kennen om de eerste dagen goed door te komen en maak je je niet te veel zorgen meer over het herstel. Hier op trainingskamp ondervind ik er nog een klein beetje last van, maar het zijn vooral de spieren die afzien van het harde werk. (grijnst)

Het nieuwe realisme van Remco Evenepoel: ‘Ik sta nog niet op het niveau van Pogacar’

Alles voor het belangrijkste doel van Soudal Quick-Step dit jaar: de Ronde van Frankrijk. Jij bent aangetrokken om Remco Evenepoel zolang mogelijk bij te staan in de bergen. Je liet onlangs optekenen dat de grote rondes waarin je je het sterkst voelde de Giro 2015, de Tour 2017 en de Giro 2019 waren, drie keer dat je niet als speerpunt van de ploeg startte. Past die rol van meesterknecht jou beter dan het kopmanschap?

Landa: Ik ben realist genoeg om te beseffen dat een topklassement in de Tour voor mij niet meer mogelijk is. In die wedstrijd staan renners aan de start met veel meer potentieel dan ik. Nu haal ik er evenveel motivatie uit om met mijn ervaring Remco bij te staan, iemand die kan meestrijden voor eindwinst, als wanneer ik zelf voor een goede klassering zou gaan. Ze vroegen me een tijdje geleden of het met druk te maken heeft, maar dat is zeker niet het geval. Je kunt het niet vergelijken met iemand die mikt op het allerhoogste, maar ook de laatste man zijn voor Remco brengt een bepaalde druk met zich mee. Je wilt niet falen, hem niet in de steek laten.

Mikel Landa met een fan. ‘Een topklassement in de Tour is voor mij niet meer mogelijk.’ © Getty Images

Met die druk lijk je over het algemeen goed om te gaan. Het past bij het beeld dat er over jou bestaat. Na de Ronde van de Algarve vertelde je ploegmaat Pieter Serry in Het Nieuwsblad: ‘Hij is een rustige gast die zich nooit laat opjagen.’ Dat relativerende omschreef je in de Castelli Cycling Podcast begin dit jaar zelf als: ‘Wielrennen is mijn leven, maar ik heb het leven ook nodig om wielrenner te zijn.’ Wat bedoelde je daar precies mee?

Landa: Ik ben plichtsbewust in mijn werk, ik weet wat er van mij verwacht wordt en wanneer ik goed moet zijn, maar deze sport vraagt veel van je. Ik ben niet in staat om er twaalf maanden per jaar opofferingen voor te doen. Ik heb af en toe een vluchtweg nodig om mentaal klaar te zijn en me met volledige toewijding te geven wanneer het écht nodig is. Het profwielrennen heeft mijn leven niet compleet geconditioneerd. Ik probeer dezelfde levensstijl aan te houden en heb nog dezelfde vrienden als vroeger.

Dat brengt ons misschien wel bij de term Landismo. Wat betekent die voor jou?

Landa: Het is een beweging die zich rond mij gevormd heeft, met mensen die de manier waarderen waarop ik koers of met bepaalde situaties omga. Los van de competitie, los van het winnen, vinden ze er wellicht andere waarden in terug. De dimensie die het soms aanneemt, zoals de publicatie van een boek, heeft mij zelf ook enorm verbaasd. Ik ben immers geen groot wielerkampioen die veel koersen gewonnen heeft.

‘Remco hoeft zich in deze Tour geen grenzen te stellen.’

Alejandro Valverde zei aan het einde van zijn carrière: ‘Ik heb me tijdens mijn loopbaan veel ontzegd, maar een biertje drinken als hersteldrank na elke training ben ik altijd blijven doen.’ Pak jij het ook zo aan?

Landa: Nee, dat doe ik niet. Dan liever één keer vijf biertjes wanneer ik zin heb, in plaats van elke dag eentje. (lacht) Maar misschien is het wel zo dat je een langere carrière kunt uitbouwen wanneer je jezelf niet constant alles ontzegt. Alejandro is daar het beste voorbeeld van.

Wanneer je er eens vijf drinkt, welk bier of welke bierstijl mag het dan zijn?

Landa: Thuis gaan ze me iets aandoen als ik dit zeg, want mijn broer is een artisanaal brouwer – Saltus Brewery in de buurt van Pamplona – maar het liefst van al drink ik een eenvoudig pilsje. De IPA’s die mijn broer brouwt, vind ik veel te bitter.

Dit intermezzo terzijde, terug naar het wielrennen. In hetzelfde artikel waar we het net over hadden, gaf Pieter Serry ook aan dat jij en Remco Evenepoel ‘complete tegenpolen’ zijn en dat Evenepoel nog veel van jou zal kunnen leren. Hoe zie jij dat? En wat hoop je Evenepoel bij te brengen?

Landa: Eerlijk gezegd zie ik ook heel wat gelijkenissen tussen ons. Maar ik heb natuurlijk tien jaar meer op de teller staan. Dat geeft me waarschijnlijk meer rust en zorgt ervoor dat ik de zaken vanuit een ander perspectief bekijk. Het is niet gemakkelijk om Remco te zijn, want hij had eerst het talent en kweekte dan pas de maturiteit. Nu hij ook die heeft, kan ik hem enkel nog wat ervaring proberen door te geven. Wat dat betekent? Bijvoorbeeld hem aansturen om tijdens een ronde van drie weken de krachten meer te sparen en te denken aan de dag van morgen. Dan heb ik het over zijn eigen krachten, maar ook over die van de rest van het team. Als kopman mag hij niet alleen afgaan op zijn eigen benen, hij moet ook rekening houden met die van zijn ploegmaats, zodat iedereen hem maximaal kan helpen.

In de Ronde van de Algarve dit jaar: ‘Ook de laatste man zijn voor Remco brengt druk met zich mee.’ © Getty Images

Top vijf en dromen van het podium, dat waren de Tourambities die Evenepoel tot dusver uitsprak. Wat vind jij?

Landa: Hij hoeft zich geen grenzen stellen, vind ik. Kan hij het podium halen, dan is dat geweldig, maar als hij zich tevreden moet stellen met bijvoorbeeld etappewinst, dan hoeft hij ook niet teleurgesteld te zijn. Je mag niet vergeten dat hij zijn debuut maakt in de Tour. Als je me vraagt of hij evenveel favoriet is als Tadej Pogacar, dan zeg ik nee. Pogacar won de Ronde van Frankrijk al twee keer en domineerde de Giro op fenomenale wijze. Tegelijkertijd sluit ik niet uit dat Remco zal meestrijden voor eindwinst. We weten allemaal hoe ongelooflijk veel potentieel hij heeft.

Is hij, van de renners met wie je de voorbije veertien jaar in de WorldTour in de ploeg zat, onder wie viervoudig Tourwinnaar Chris Froome, degene met het meeste talent van allemaal?

Landa: Als ik kijk naar zijn drempelwaardes en de kracht die hij ontwikkelt op bijvoorbeeld zijn tijdritfiets, dan is Remco absoluut de renner die erboven uitsteekt.

Mede door die valpartij in de Ronde van het Baskenland reden jullie dit jaar nog niet veel wedstrijden samen. Hier in België was er ook onbegrip, onder meer bij ex-renner en analist Jan Bakelants, voor het feit dat jij er niet bij was in Parijs-Nice. Wat vind je van die kritiek?

Landa: Het helpt zeker om samen te koersen. Zo leer je wat de andere in de wedstrijd nodig heeft en hoe die zich in het peloton beweegt. Vooraf hadden we samen de programma’s uitgetekend, waarbij ik mijn eigen kans mocht gaan in de Ronde van Catalonië. We gingen ervan uit dat we met de Ronde van het Baskenland en nadien de Waalse klassiekers nog voldoende tijd zouden hebben om samen te koersen. Achteraf is het makkelijk praten. Die valpartijen in het Baskenland konden we niet voorzien.

Net als in de Ronde van Catalonië zul jij ook in de Vuelta de aangewezen kopman zijn. In The Wolfpack Howls, de podcast van Soudal Quick-Step, vertelde je dan weer dat de Ronde van Lombardije de koers is waarvan je droomt om die ooit eens te winnen. Niet de Ronde van je eigen land dus?

Landa: Dat mag natuurlijk ook (lachje), maar laat ons zeggen dat ik in de Vuelta voor een podiumplaats ga.

Mikel Landa en Remco Evenepoel. © Getty Images

Vorig jaar werd je er al knap vijfde, maar het opvallendste moment was misschien wel hoe je op de Angliru Sepp Kuss op sleeptouw nam, toen die door zijn eigen ploegmaats Jonas Vingegaard en vooral Primoz Roglic aangevallen werd. Was dat een bewuste actie?

Landa: Ik reed voor mijn eigen klassement, want Enric Mas, Juan Ayuso en Marc Soler, jongens die voor me stonden in het klassement, waren gelost. Het paste dus zowel in mijn kraam als in dat van Sepp Kuss. Achteraf hebben we erover gepraat, maar ik kan me niet meer herinneren dat we dat ook tijdens die beklimming deden. (grijnslachje)

In de Jumbo-Visma-documentaire All-Inn: The Triology bevestigde Kuss dat jij hem daar geholpen hebt de Vuelta te winnen. ‘Ik ben Mikel heel dankbaar’, klonk het. ‘Hij mag op mijn kosten bier drinken voor de rest van zijn leven.’ Hoe hoog loopt zijn rekening ondertussen al op?

Landa: (lacht) Nu ik dat weet, moet ik dringend beginnen te drinken. Na mijn carrière ga ik er alvast volop van profiteren. (lacht)

‘Soudal Quick-Step is als een kleine familie’

In een interview met de Spaanse sportkrant Marca vertelde Mikel Landa dat het bij Soudal Quick-Step heel anders was dan bij de ploegen waarin hij voordien reed. Wat was er dan zo verschillend bij Team Sky of Bahrain-Victorious? ‘De sfeer is gemoedelijker. Het is als een kleine familie, met stafleden die hier al heel hun professionele leven samenwerken en meerdere renners die nooit voor een ander team reden. Daardoor wordt er – hoe zal ik zeggen – meer automatisch gewerkt, terwijl ze het bij andere ploegen meer methodisch aanpakken.’

Nog aan Marca gaf hij aan ‘weer dezelfde energie te voelen als in 2015’, het jaar waarin hij derde werd en twee ritten won in de Giro. Wil dat zeggen dat hij op zijn 34e nog niet nadenkt over zijn leven na de koers? ‘Ik besef dat er me niet veel rennersjaren meer gegund zijn, maar ik heb nog geen idee, laat staan een plan.’ Misschien de universitaire architectuurstudies afmaken die hij tijdens zijn eerste profseizoenen nog combineerde met het wielrennen? ‘Architectuur boeit me nog altijd, maar ik vrees dat ik niet meer het gevraagde niveau haal in wiskunde en fysica.’

Als geboren en getogen Bask, die ook altijd in die Spaanse regio is blijven wonen, redde Landa, door er in 2017 het voorzitterschap van te aanvaarden, de bijna ter ziele gegane Fundación Euskadi, een organisatie die de wielersport in het Baskenland promoot en waarvan de professionele tak in het begin van deze eeuw uitgroeide tot een mondiale topper. In 2021 moest hij van de UCI afstand doen van zijn functie omdat het profteam opnieuw in dezelfde wedstrijden aantrad als hijzelf. Misschien is het een optie om die rol weer op te nemen? ‘Wie weet, ik zal alleszins alles doen waarmee ik het wielrennen in het Baskenland kan helpen.’

Partner Content