‘Mathieu van der Poel is de grootste veldrijder aller tijden’
De grote namen tekenen nog niet present op de veldrit in Overijse van zondag. Dat devalueert de sport niet, vindt sportjournalist Jacques Sys.
Zondag vindt in Overijse de Druivencross plaats, in het wereldje bekend als ‘de moeder van alle crossen’. Vlaanderen lijkt op te leven wanneer de voornaamste veldritten eraan komen.
‘De cyclocross maakt deel uit van onze culturele identiteit’, zegt Jacques Sys. Van de ex-hoofdredacteur van het intussen stopgezette Sport/Voetbalmagazine verschijnt deze week een boek. In Veldrijden somt Sys in 272 pagina’s de voornaamste talenten, parcoursen en de beste 100 veldrijders aller tijden op.
‘Het is niet moeilijk te verklaren waarom Vlamingen verzot zijn op veldrijden’, zegt Sys. ‘Het is een winterse uitstap in de natuur, gecombineerd met een volksfeest met drankstandjes, hamburgerkramen en feestmuziek. De Vlaming is er graag bij wanneer er plezier wordt gemaakt. Hij ziet er zijn vedetten, atleten met een verhaal, die bereikbaar en benaderbaar zijn. Je kunt ze letterlijk aanraken. Zij serveren een interessante, hoogwaardige sportbeleving die ook nog eens goed werkt op televisie. Veldrijden wordt mooi in beeld gebracht en biedt een uur lang boeiende sport zonder dode momenten. Perfect qua duur en qua spanningsboog.’
Waarom blijft het buitenland ongevoelig voor de charmes van het veldrijden?
Jacques Sys: Alles staat of valt met lokale kampioenen. De bakermat van de sport ligt in Frankrijk en ook in Duitsland, Tsjechië en Italië is het cyclocrossen op een bepaald moment populair geweest. Zwitserland was zelfs lang het mekka van het veldrijden. Je moest naar daar om de stiel te leren. Maar als hij geen landgenoten kan toejuichen, blijft de sportfan thuis. De succesvolste buitenlandse veldritten, zoals de cross in Benidorm, leven vooral van Vlaamse toeschouwers. De Zwitsers, Duitsers en Italianen kiezen voor het mountainbiken, dat een olympische sport is en daardoor meer prestige geniet dan de cyclocross. Mountainbiken is de echte concurrent, meer dan gravelrijden, waar nu zo veel om te doen is.
‘Roland Liboton had het imago van een flierefluiter, maar hij duwde zichzelf naar de limiet.’
De beste veldrijders van nu zijn parttimers. Devalueren Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock zo het prestige van de cross?
Sys: De besten hebben altijd al gecombineerd. Rolf Wolfshohl, begin jaren zestig drievoudig wereldkampioen cyclocross, reed veldritten met het oog op zijn wegcarrière. Idem voor Adri van der Poel in de jaren tachtig. De strafste was Roger De Vlaeminck. Hij won de veldrit van Overboelare, stapte op zijn wegfiets en won in de Ronde van Mallorca, en haastte zich dan naar huis om met Patrick Sercu de Zesdaagse van Antwerpen te winnen. En dat in drie weken tijd.
Wereldkampioen Mathieu van der Poel: ‘Dankzij mijn vriendin geniet ik nu meer van mijn prestaties‘
Vraag Van Aert en Van der Poel wat ze het liefst doen en ze zullen zeggen dat hun hart bij het veldrijden ligt. De ploegen duwen de renners in de richting van het wegwielrennen, dat lucratiever is. Ook dat is van alle tijden. Tourwinnaar Sylvère Maes moest al in de jaren dertig in conflict gaan met zijn sportdirecteur om te mogen veldrijden. Maes volhardde omdat hij vond dat cyclocross zijn fysieke belastbaarheid vergrootte. Het is een zware sport, die robuuste, sterke atleten aflevert. Van Aert, Van der Poel en Pidcock bewijzen dat opnieuw.
Wie is de beste veldrijder aller tijden?
Sys: Mathieu van der Poel. Al zijn generaties moeilijk met elkaar te vergelijken. Erik De Vlaeminck werd nog voor zijn 27e zeven keer wereldkampioen. Beter kan niet. Op mij persoonlijk heeft Roland Liboton de meeste indruk gemaakt. Hij had het imago van een flierefluiter: snelle auto’s, mooie vrouwen… Maar ik heb hem meermaals zien trainen. Liboton duwde zichzelf naar de limiet. Vreemd genoeg heeft hij zijn ruwe kracht nooit kunnen omzetten naar een geslaagde wegcarrière. Hetzelfde geldt voor Sven Nys, die wellicht de belangrijkste veldrijder aller tijden was. De vedette Nys lokte bussen vol fans naar de cross, en tilde de sport naar een hoger niveau.
Maar Van der Poel wint het makkelijkst van allemaal. Door zijn overschot aan techniek en macht rijdt hij weg wanneer hij wil. Van der Poel straalt plezier uit, als de pure veldrijder die hij is. Voor de ontwikkeling van de sport moeten we hopen dat Thibau Nys doorgroeit. Een renner met een mening, die zichzelf goed verkoopt en altijd de koers wil maken, zoals zijn vader.
Het kijkcijferrapport van de koers: minder kijkers voor ‘saaie’ dominantie van Pogacar en Van der Poel
Jacques Sys, Veldrijden, Lannoo, 272 blz., 39,99 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier