Marc Lamberts over zijn poulain Primoz Roglic: ‘Zelfs winst van de Tour zal de Girozege niet overstijgen’
Na ruim acht jaar samenwerken is Marc Lamberts niet alleen de coach maar ook de vertrouwenspersoon van Primoz Roglic. Eerst bij Jumbo-Visma en nu bij BORA-hansgrohe. ‘Samen stoppen zou een droom zijn.’
Marc Lamberts (62) herinnert zich nog goed zijn allereerste gesprek met Primoz Roglic, in december 2015. ‘In Girona, tijdens onze jaarlijkse winterstage. Ik was nieuw bij LottoNL-Jumbo, net als Primoz, die als onbekende Sloveen was overgekomen van een continentale ploeg. Zo werden we aan elkaar gekoppeld. Die eerste babbel verliep redelijk stroef, Primoz sprak nog niet zo vlot Engels als nu en gedroeg zich wat terughoudend. Al lag dat voor een stuk ook aan mij, omdat ik ook niet makkelijk contact leg. Bij die eerste ontmoeting heb ik kort uitgelegd hoe ik zijn training wilde aanpakken, maar daar bleef het bij. Het ijs brak pas toen ik na het voorjaar drie weken met Primoz en Lars Boom op hoogtestage ging naar Tenerife. Veel gelachen, af en toe ook genoten van een goed glas wijn, want zowel Primoz als Lars zijn kenners op dat vlak. Daarna is onze relatie met de jaren steeds hechter geworden. Ook door onze gelijke karakters: wij zijn beiden introverte perfectionisten die zich beter voelen in een kleine kring van vrienden.’
Tot Roglic’ kring treed je als buitenstaander dan ook moeilijk toe, zegt Lamberts. ‘Ik hoorde onlangs van een van onze ploegleiders dat Primoz tegen hem had gezegd dat hij in het wielrennen, naast zijn manager Mattia Galli en zijn mental coach Klemen Kobal, alleen mij honderd procent vertrouwt. Niet dat wij elke dag met elkaar bellen en over onze diepste zielenroerselen praten, maar als Primoz iets kwijt wil over performance, tactiek of de werking van de ploeg, ben ik zijn eerste aanspreekpunt. Als er daar iets schort, hoor ik hem zelfs meerdere keren per week.’
‘Over het mentale aspect zal hij eerst met zijn mental coach spreken, waarna ik van Klemen soms hoor wat er scheelt, zeker als het een impact op Primoz’ prestaties heeft. We zijn daarin heel open voor elkaar. Samen met Mattia, die veel meer is dan alleen een manager, vormen wij een stevige driehoek waar Primoz op kan steunen. Zeker nu hij zich moet aanpassen aan een nieuwe ploeg en maar mondjesmaat problemen zal aankaarten in debriefings na een koers. Vaak hoor ik van hem pas twee dagen later wat het echte probleem is. Wat dat betreft is Primoz niet de beste communicator.’
In het boek Het plan, over de opgang van Jumbo-Visma, bleek dat ze ook daar niet altijd wisten wat er in Roglic’ hoofd omging.
Marc Lamberts: Bij Jumbo-Visma heeft hij geleerd om meer te communiceren, maar een open boek zal Primoz nooit worden. Anderzijds is hij wel een teamplayer. Hij ‘verzorgt’ ploegmaats die hem helpen heel goed. En als een ploegmaat vragen stelt, zal hij die altijd beantwoorden. Zo heeft hij Jonas Vingegaard tijdens diens ontwikkeling als kopman op diens verzoek vaak advies gegeven, op velerlei vlakken. Spontaan zal hij wel niet iedereen met raad bijstaan. Ook nu niet, bij BORA-hansgrohe. Hij zegt zelf dat hij als leider vooral het goede voorbeeld wil geven, met daden.
In Het plan haalt sportief directeur Merijn Zeeman ook aan dat Roglic soms té veel analyseert en dat ‘zijn hersenpan blijft malen’. Hoe ervaar jij dat?
Lamberts: Primoz voert nooit iets klakkeloos uit. Een erfenis uit zijn schansspringverleden, toen coaches eisten dat hij elke sprong analyseerde. Nog altijd stelt hij veel waaromvragen en wil hij van elke training de fysiologische theorie erachter weten. Niet tot in de kleinste details, maar op zijn minst de kern ervan. Ik herinner me dat ik in het begin van onze samenwerking al in november intensieve trainingen inbouwde en hij me opbelde: ‘Waarom moet ik dat nú al doen?’ Ik vind die vragen niet vervelend. Integendeel: ik heb niet liever.
Ik denk dat Merijn vooral bedoelt dat Primoz iets meer moest loslaten, durven te vertrouwen op de voeding, het materiaal… Zaken waar Jumbo-Visma de laatste drie jaar tóp was. Daar moest je zelfs niet aan twijfelen. Anderzijds is dat de aard van het beestje. En dat kun je moeilijk veranderen.
Tegelijkertijd looft coach Mathieu Heijboer ook Roglic’ adaptatievermogen, om bepaalde situaties in en naast de koers steeds beter aan te pakken.
Lamberts: Klopt. Al sinds zijn eerste seizoen bij LottoNL-Jumbo noteert hij elke dag in een schriftje zijn ervaringen, hoe hij zich fysiek en mentaal voelt, wat hij goed of fout gedaan heeft… Hij leest ook geregeld zaken opnieuw, om daaruit te leren en in het vervolg beter te doen.
‘Als Primoz iets kwijt wil over performance, tactiek of de werking van de ploeg, ben ik zijn eerste aanspreekpunt.’
Hij is ook vaak geprijsd als de ‘versneller’ van het proces van Jumbo-Visma richting de top.
Lamberts: Primoz brengt het misschien niet altijd perfect over, maar hij is wel een superprofessionele perfectionist die zal aangeven wat er goed is en vooral wat er beter kan, of beter moet. Op alle vlakken. Zo heeft hij iedereen bij Jumbo-Visma op zijn manier gepusht. En dat doet hij ook nu. In de Tour zal BORA-hansgrohe met de toevoeging van Red Bull als hoofdsponsor met nieuwe gestylede helmen fietsen. Primoz stuurde meteen een mail met de vraag of die helmen door de nieuwe paint niet zwaarder zullen wegen. Ook al is dat slechts twintig gram, hij is daarmee bezig. Als enige renner in de ploeg. Hetzelfde met zijn fiets voor de Tour: die moet exact 6,8 kilo wegen, het minimumgewicht. Geen 6,9 kilo. Als dat niet zo is, los het op! Zelfs het buffet op stage werd begin dit jaar op zijn verzoek vereenvoudigd, daar lagen te veel ongezonde zaken op.
Perfectionistisch zijn en in een nieuwe ploeg terechtkomen die niet zo strak georganiseerd is als Jumbo-Visma. Botst dat?
Lamberts: Primoz heeft zich, net als ik, moeten aanpassen. Misschien zeuren we soms – of komt dat zo over – maar dat is niet om mensen te kloten, wel om de ploeg beter te maken. Hopelijk blijft iedereen daarin meegaan en wordt dat ook geapprecieerd, zoals bij Jumbo-Visma. Als je met Red Bull als nieuwe eigenaar de nummer-één-ploeg van de wereld wil worden, dan mag je niet content zijn met ‘redelijk goed’. Het moet het béste zijn.
Heeft die aanpassingsperiode een rol gespeeld tijdens Parijs-Nice, toen Roglic in de laatste rit vier minuten verloor?
Lamberts: Zeker, conditioneel was hij goed, maar Primoz heeft in die laatste uitgeregende etappe de verkeerde keuze gemaakt qua kledij. Bij Jumbo-Visma reed hij jarenlang met hetzelfde merk. Hij wist perfect welk shirt hij bij welk weer moest aandoen. Nu niet, waardoor hij onderkoeld is geraakt. Anders had hij in de slotrit op zijn minst Evenepoel en Jorgenson gevolgd.
Welke rol hebben jullie gespeeld in elkaars transfer naar BORA-hansgrohe?
Lamberts: Primoz heeft nooit aangedrongen: ‘Ik wil dat je meegaat’, al hoopte hij het wel. Heeft zijn keuze voor BORA-hansgrohe de mijne beïnvloed? Voor een stuk, maar als hij naar een ploeg was getrokken waar ik niets voor voelde, dan waren onze wegen gescheiden. Bij BORA-hansgrohe zag ik wel mogelijkheden om een ploeg qua performance weer te doen groeien, zoals bij Jumbo-Visma indertijd. En als je dan een contract krijgt van drie jaar en Primoz verder kunt begeleiden, moet je niet twijfelen. Daar was Primoz uiteraard blij om. Zijn vrouw Lora ook trouwens, omdat zij weet dat ik altijd achter hem zal staan.
Welk moment in die ruim acht jaar samenwerken steekt er voor jou bovenuit?
Lamberts: De slottijdrit van de Giro vorig jaar. Zelfs als hij ooit de Tour wint, zal dat de emoties van toen niet overstijgen. Hij zat al maanden met die dag op de Monte Lussari in zijn hoofd, was er in de winter zelfs te voet naar boven gewandeld. Om dan na een moeilijke Giro – inclusief weer een val en veel pijn – in die tijdrit alsnog de roze trui te pakken, voor duizenden enthousiaste Sloveense fans, dicht bij de schansspringlocatie waar hij met de nationale ploeg wereldkampioen bij de junioren was geworden én bovendien geholpen door een ex-teamgenoot na zijn kettingprobleem… Daar kan niets tegenop. Het beeld van Primoz die in zijn ontbloot bovenlijf zijn vreugde uitschreeuwt, zegt alles.
Ik had nochtans de hoop al opgegeven. De tijdrit winnen? Ja. Maar Geraint Thomas nog uit het roze rijden? Dat niet. Toen ik tijdens een communiefeest een bericht van mijn zoon kreeg – ‘Primoz gaat de Giro winnen!’ – kreeg ik al de tranen in mijn ogen. Dat sloeg helemaal om toen hij even later belde, na het kettingincident. Hij was kwaad. ‘Zo’n klotesport!’ Ik was zelf ook helemaal van mijn melk. Tot mijn zoon nog eens belde: ‘Primoz heeft toch de Giro gewonnen!’ Weer euforie en tranen, van puur geluk.
‘In zijn beginjaren deed Primoz altijd te veel. Plande ik 30 uur per week, dan trainde hij 34 uur. Het kon nooit genoeg zijn. Intussen is hij slimmer geworden.’
Roglic zei onlangs in L’Equipe: ‘Zonder mijn nederlaag in de Tour van 2020 tegen Tadej Pogacar op La Planche des Belles Filles had ik die tijdrit in de Giro niet gewonnen.’ Akkoord?
Lamberts: Dat verlies heeft hem alleszins mentaal sterker gemaakt. Zelfs al direct erna, toen hij erop stond om Pogacar te feliciteren. Dat was voor hem een overwinning, omdat hij nog altijd kon controleren wat hij, ondanks de immense ontgoocheling, zou doen. Twee weken na die Tour van 2020 won hij trouwens al Luik-Bastenaken-Luik, en anderhalve maand later stak hij zijn tweede Vuelta op zak stak. Dan moet je een verdomd sterke kop hebben.
Met welke instelling kan hij tegenslagen overwinnen?
Lamberts: Hij is een speciale kerel, hé. Zoals Wout (Van Aert, die Lamberts bij Jumbo-Visma trainde, nvdr) dat ook is. Na een nederlaag of een zware val zullen ze misschien even plooien, maar nooit breken. Primoz ziet pech meer als een uitdaging dan als een probleem. Hij zegt zelfs dat hij van verliezen meer leert dan van winnen, en dat verliezen zo een essentieel onderdeel van winnen is. Daarom kon hij in die tijdrit naar Monte Lussari van bij het begin ook all-in gaan, met dezelfde ‘het is nooit te laat’-mindset van Pogacar op La Planche des Belles Filles.
Engelstalige journalisten hebben het soms over ‘Roglification’, de manier waarop Roglic met zijn eindsprint bergop al vele koersen won. Is dat zijn grootste fysiologische kwaliteit?
Lamberts: Ja, al denk ik dat Pogacar een nog iets grotere push heeft. Noodzakelijk ook als je in het hedendaagse wielrennen veel wil winnen. Een hoge VO2max en grote motor volstaat niet. Je moet ook explosief zijn. Als je die snelle spiervezels niet hebt, kun je dat ook in slechts beperkte mate bijsturen. Primoz heeft ze wel, mede door zijn verleden als schansspringer, en hem laat ik zelfs nooit trainen op explosiviteit. Met veel duurtrainingen hebben we dat ook bewust wat proberen af te botten om zijn ‘drempel’ op langere cols hoger te krijgen en van hem meer een klassementsrenner te maken.
Ook daarin is het wielrennen veranderd: tot vier, vijf jaar geleden kon je met een zeer hoog vermogen over twee à drie minuten veel winnen, aangezien ervoor trager bergop werd gereden. Maar tegenwoordig knallen ze de hele slotbeklimming vól naar boven. En dan is een hogere 30-minutenwaarde belangrijker. Anders kom je nooit aan sprinten toe.
Bij Primoz is dat nu meer in evenwicht dan in zijn beginjaren, ook omdat explosiviteit met ouder te worden sowieso een beetje afneemt. Al kon hij vorig jaar in de Ronde van Catalonië en in de Ronde van Emilië er toch nog altijd Evenepoel en Pogacar opleggen in de sprint. Als geen ander kan hij à bloc zitten, maar zichzelf zo tot het uiterste drijven dat hij er toch nog een versnelling kan uitpersen.
Hoe diep gaat hij op training?
Lamberts: In zijn beginjaren deed Primoz altijd te veel. Plande ik 30 uur per week, dan trainde hij 34 uur. Zette ik een intervalblok van 480 watt op zijn schema, dan dacht hij: 500 watt is beter. Het kon nooit genoeg zijn. Intussen is hij slimmer geworden, heeft hij gemerkt dat je tijdens trainingen, zeker op hoogte, niet over de limiet moet gaan om in competitie je beste niveau te bereiken. Hard is nog altijd keihard, maar tussen dat en een maximale inspanning zit twintig watt verschil. Dat vertrouwen in zichzelf en zijn lichaam heeft hij na al die jaren wel. Op een wattagemeter staart hij zich ook niet blind. Hij voelt perfect aan hoe ver hij zijn lichaam kan en mag pushen.
Elke morgen gaat Roglic, ook tijdens een stage of grote ronde, voor het ontbijt vijftien tot twintig minuten lopen. Wat levert hem dat op?
Lamberts: Lopen is veel gezegd, het is veeleer joggen afgewisseld met stevig doorstappen. Conditioneel maakt dat geen verschil. Daarom doet hij dat ook niet. Het is een overblijfsel van zijn schansspringperiode: zijn manier om zijn lichaam en geest wakker te maken, om even zen te worden in de natuur, te genieten van de stilte voor de drukte van de dag.
Roglic is pas op zijn 26e begonnen in de WorldTour, na zijn schansspringperiode en drie jaar op continentaal niveau te hebben gekoerst. Zal dat zijn houdbaarheidsdatum aan de top verlengen?
Lamberts: Ik schat dat hij daardoor, op zijn 34e, meer topjaren voor zich heeft dan een renner die al vanaf zijn 16, 17 jaar veel en intensief traint. Het stemt me hoopvol dat andere en jongere renners die ik coach, meer intensieve trainingen nodig hebben om op hun topniveau te raken dan Primoz. Beter zal hij niet meer worden, maar we hebben wel nog speling om op hetzelfde niveau als vorig jaar te blijven. Met name in het aantal uur intensieve trainingen. Daarin heb ik Primoz zeker nog niet tot het uiterste geduwd, omdat hij het ook niet nodig had om een hogere VO2max of ‘drempel’ te halen.
Al sinds vorig jaar pas ik ook nieuwe types van trainingsvormen toe, waarvan wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ze beter zijn. En waarvan ik zie dat ze bij Primoz aanslaan. Geen grote verschillen, hoor. Vooral nuances in intervaltrainingen, met intensievere starts bijvoorbeeld.
‘Als Primoz zijn niveau van de jongste Vuelta haalt, dan maakt hij een kans om de Tour te winnen.’
Hoe obsessief is Roglic bezig met zijn laatste droom, de Tour winnen?
Lamberts: Het is een paar jaar geleden misschien een obsessie geweest, maar nu is het meer een doel. Na alles wat hij heeft gewonnen en meegemaakt, heeft Primoz de mentale rust gevonden om alles in het juiste perspectief te zetten. Als het mislukt, dan zal hij er niet meer helemaal kapot van zijn. Op voorwaarde dat hij drie weken gezond is gebleven, niet is gevallen en voluit zijn kansen heeft kunnen verdedigen.
Niet dus zoals in de Tour van 2021 en 2022 toen hij twee keer uitviel en enorm ontgoocheld was. Vergeet ook niet dat hij net voor de Tour van 2020 (die Roglic in extremis verloor van Pogacar, nvdr) heel hard is gevallen tijdens de Dauphiné en er lang onzekerheid heerste of hij überhaupt zou kunnen deelnemen. De impact van die crash is toen door de buitenwereld fel onderschat. Ik dacht aanvankelijk dat Primoz al na twee dagen weer thuis zou zijn. En ei zo na won hij toch. Als we na de komende Tour de vraag ‘wat als?’ niet moeten stellen, dan ga ik – en hij ook, denk ik – gelukkig zijn, met welk resultaat dan ook.
Als hij zonder pech in Nice geraakt, hoe hoog schat je dan zijn kansen in tegen Pogacar en Vingegaard?
Lamberts: Als ze alle twee honderd procent zijn, wordt hen beiden kloppen niet eenvoudig. Maar als Primoz zijn niveau van de jongste Vuelta haalt – zijn hoogste ooit – dan maakt hij een kans. Hij zal er voor en tijdens de Tour alles aan doen om die te grijpen, anders zou hij zelfs niet starten. En in een ronde van drie weken, met een lastig begin in Italië, een gravelrit, twee tijdritten en een paar bergetappes op grote hoogte kan zoveel gebeuren. Daar weet Primoz alles van.
‘Primoz stelt veel waaromvragen en wil hij van elke training de fysiologische theorie erachter weten.’
Hij wordt op 29 oktober 35 jaar en heeft een contract bij BORA-hansgrohe tot 2025. Hoelang zie je hem nog doorgaan?
Lamberts: Zolang hij wint. Primoz haalt veel voldoening uit het proces van het trainen en het blijven verbeteren, maar winnen is zijn einddoel. Dat hoeft geen eindzege van een grote ronde te zijn, maar wel koersen van hoog niveau. Zoals Chris Froome nog enkele jaren er voor spek en bonen bij rijden? Geen optie, denk ik. Dan is het plezier eraf.
Met het niveau dat hij nu haalt, zal dat echter niet gebeuren, toch niet de komende drie jaar. Daarna mag ik ook met pensioen gaan. En dan kan misschien een kleine droom uitkomen: tegelijkertijd met Primoz stoppen, nadat we in 2016 beiden bij LottoNL-Jumbo begonnen zijn. Zou dat niet mooi zijn?
Het glas te veel in de Vuelta
‘Eerst en vooral: Primoz gunde de eindzege wel degelijk aan Sepp, voor wie hij bijzonder veel respect heeft. Hij is heel dankbaar voor al het werk dat Sepp heeft opgeknapt in andere grote rondes. Het ging met name over de instelling waarmee Primoz was begonnen: na de Giro had hij graag weer deelgenomen aan de Tour, maar de ploeg wilde hem de Vuelta laten rijden. Voor Primoz al een ontgoocheling. Dat werd echter gecompenseerd met de belofte dat hij de eerste optie voor de Vuelta zou zijn omdat hij als enige de ideale voorbereiding kon afwerken: geen uitputtende Tour, maar een hoogtestage in Tignes. Daardoor haalde hij ook zijn beste niveau ooit, beter dan in de Giro.’
‘Als een winnaar pur sang zoals Primoz met die voorbereiding en die vorm niet mag strijden voor de eindzege, dan wringt dat. Ook omdat Sepp, die wel al de Giro én Tour had afgewerkt, toevallig leider was geworden nadat de tegenstand hem in de zesde rit veel ruimte had gegeven. En de Vuelta niet had gewonnen als Primoz en Jonas Vingegaard hadden mogen koersen zoals aanvankelijk, nog tijdens de Vuelta, was afgesproken. Onder de druk van het publiek en de media, die terecht veel sympathie hadden voor Kuss, is dan uiteindelijk na de rit over de Angliru een andere beslissing genomen.’
Volgens Lamberts hebben de gebeurtenissen een grote rol gespeeld in Roglic’ keuze om Jumbo-Visma te verlaten. ‘Het was geen druppel, maar een heel glas dat erbij is gekomen in zijn overweging om te vertrekken. Als Primoz de Vuelta had ‘mogen’ winnen, met volle steun van de ploeg, dan denk ik zelfs dat hij was gebleven. Hij weet immers dat geen enkel ander team dezelfde begeleiding en omkadering kan aanbieden als Visma-Lease a Bike.’
Bio Marc Lamberts
Geboren op 31 januari 1962 in Willebroek
Woont in Haacht
Opleiding: Bewegings- en sportwetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel
Deed zelf aan triatlon, roeien en karate, op amateurniveau
Werkte als key account manager in de farmaceutische industrie
Medeoprichter van EBS Pharma in 2018, een bedrijf gespecialiseerd in voedingssupplementen
Richtte in 1997 de bvba Trimedico op
Coachte daarmee wielrenners als Jurgen Van den Broeck en Wout van Aert (sinds 2012)
Van 2012 tot 2015 hoofdtrainer bij Vacansoleil-DCM
Van oktober 2015 tot 2023 performance coach bij Jumbo-Visma
Sinds 2024 performance coach bij BORA-hansgrohe
Tour de France 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier