Maakt Van Aert of Evenepoel een einde aan de langste Belgische WK-droogte ooit?
In de Vuelta werden de Belgische wielerfans eindelijk verlost, na 44 jaar wachten op een nieuwe groterondezege. Kan Remco Evenepoel, of Wout van Aert, of wie weet nog andere landgenoot, zondag ook de langste Belgische regenboogdroogte ooit beëindigen?
Vrijdag zal het exact tien jaar geleden zijn dat Philippe Gilbert wereldkampioen werd in Valkenburg, op 23 september 2012. Als laatste Belgische man die de regenboogbrui op de weg in de elitecategorie mocht aantrekken.
Sindsdien bleven de Belgen steken op slechts twee podiumplaatsen. Voor Tom Boonen in 2016 in Doha, derde in de sprint na Peter Sagan en Mark Cavendish. En voor Wout van Aert in 2020 in Imola, tweede na de solerende Julian Alaphilippe. Zelfs voor eigen volk, vorig jaar in Leuven, moest Team Belgium genoegen nemen met een vierde plaats, voor Jasper Stuyven.
Tien edities wachten op een nieuwe regenboogtrui is voor België de langste periode ooit zonder goud op het WK op de weg (bij de mannen elite). Nog een jaar meer dan tussen 1996 en 2005, tussen de wereldtitels van Johan Museeuw in Lugano en van Tom Boonen in Madrid.
Andere droogtes beperkten zich tot maximaal zes jaar, tussen Claude Criquielion in 1984 (Barcelona) en Rudy Dhaenens in 1990 (Utsonomiya), en Dhaenens en Museeuw in 1996.
Kleine nuance: tussen 1938 en 1948, tussen de zeges van Marcel Kint en Briek Schotte op de WK’s in Valkenburg, zat er ook tien jaar, maar tussenin vond de regenboogstrijd zeven keer niet plaats, wegens de Tweede Wereldoorlog.
Dubbel in 1976
Voor een wielerland als België, dat tot voor kort vooral teerde op eendagsrenners, is zo’n decennium zonder WK-goud bij de profs opvallend.
Wat betreft monumenten moeten de vaderlandse koersliefhebbers alleen in de Ronde van Lombardije nog langer wachten op tricolore succes: van ook Philippe Gilbert, in 2010.
In andere eendagskoersen op de WorldTourkalender duurt de Belgische droogte alleen in de GP Québec en de Bemer Cyclassics nog langer dan dat op het WK: respectievelijk elf jaar (sinds 2011, toen alweer Philippe Gilbert triomfeerde in Canada) en twintig jaar (sinds 2002, toen Johan Museeuw als laatste landgenoot won in Hamburg). Daar kon Wout van Aert, door een verkeerde inschatting in de sprint, dit jaar geen einde aan maken.
Dat kan hij zondag meer dan rechtzetten door de regenboogtrui te veroveren. Of door Remco Evenepoel, of misschien Quinten Hermans, of nog een andere landgenoot, aan de wereldtitel te helpen.
Dan zouden Belgische wielerfans voor het eerst sinds 1976 én een groterondezege én een regenboogtrui in hetzelfde seizoen mogen vieren, toen met Lucien Van Impe (Tour de France) en Freddy Maertens (WK in Ostuni).
58 jaar wachten
Nog opvallender is de droogte bij de beloften, of de vroegere amateurcategorie: daar is het al 58 jaar wachten, sinds 1964, op een Belgische wereldkampioen. De laatste was ene Eddy Merckx in Sallanches. Ook na de wegrace in Wollongong voor U23-renners kwam daar geen verandering in.
Bij de junioren mannen is de laatste titel voor een landgenoot minder lang geleden: van 2018, toen Remco Evenepoel in de finale iedereen oprolde, en met groot machtsvertoon won. Vlad Van Mechelen kon hem vrijdag niet opvolgen, maar veroverde wel brons.
Evenepoel kan met een wereldtitel wel een unieke dubbel realiseren, door wereldkampioen te worden bij de junioren én de profs, iets waar tot dusver alleen Greg LeMond is in geslaagd.
Bij de vrouwen kon Lotte Kopecky zaterdag ei zo na in de voetsporen treden van Nicole Van den Broeck. Zij is de laatste landgenote die een regenboogtrui bij de vrouwen in de elitecategorie veroverde, in Barcelona. Die wereldtitel dateert al van 1973. Kopecky pakte zilver in Wollongong, na Annemiek van Vleuten, en veroverde zo wel de eerste Belgische medaille bij de vrouwen elite sinds Patsy Maegerman in 1994 ook zilver behaalde.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier