Dankzij nieuwe inzichten over materiaal is een renner van 66 kilo, zoals Tadej Pogacar, tegenwoordig niet langer kansloos op de kasseien van Parijs-Roubaix.
Zondag debuteert Tadej Pogacar in Parijs-Roubaix. Een koers die bekendstaat als de Hel van het Noorden, wegens zijn 55 kilometer kasseien op bijna 260 kilometer. De jongste decennia traditioneel het terrein van struise renners van 75 tot zelfs meer dan 80 kilo. Mede dankzij hun brute kracht triomfeerden renners als Johan Museeuw, Fabian Cancellara of Tom Boonen elk drie of vier keer in Roubaix.
De Hel was veel minder geschikt voor Tourwinnaars. Zij moeten lichter zijn om in de bergen te kunnen schitteren. Daar telt elke kilo, of beter: wattage per kilo. Op de vlakke kasseien zijn alleen de absolute wattages die een renner trapt van belang.
Volgende statistieken spreken boekdelen. De laatste renner van minder dan 70 kilo die Parijs-Roubaix won? Servais Knaven, in 2001, die 69 kilo woog – en kon profiteren van de focus op zijn kopman Johan Museeuw. De laatste Tourwinnaar die Parijs-Roubaix op zijn naam schreef? Bernard Hinault in 1981. De laatste die het als regerend Tourwinnaar deed? Eddy Merckx in 1973. Hun gewicht: respectievelijk zo’n 65 en 74 kilo.
‘In 2018 reed ik als een van de eersten Parijs-Roubaix met een bandbreedte van 30 millimeter. Sindsdien is iedereen gevolgd.’
Sep Vanmarcke, ex-wielrenner
Bredere banden
Toch waagt Tadej Pogacar zich nu aan het avontuur, ondanks zijn 66 kilo. Lichtgewichten zoals hij, die niet het uitzonderlijke talent van kampioenen als Merckx of Hinault hadden, werden tot voor een paar jaar afgestraft: ze stuiterden te veel van de ene kassei naar de andere.
Nieuwe inzichten hebben dat nadeel uitgevlakt, met name over de bandenbreedte. Sep Vanmarcke, die vier keer in de top vijf van Parijs-Roubaix finishte, legt uit: ‘Voor de jaren negentig reden renners op banden van 23 millimeter, in de tijd van Museeuw op 25. Toen ik begon, in 2010, was dat 28 millimeter, maar in 2018 reed ik als een van de eersten op 30 millimeter. Sindsdien is iedereen gevolgd. Vorig jaar reden velen in Parijs-Roubaix zelfs al op 32 millimeter, en ik verwacht dat sommigen zondag nóg breder zullen gaan. Steeds bredere banden zag je de voorbije decennia trouwens ook in races zonder kasseien.’
Met de bredere banden zakte ook de bandendruk. ‘In mijn eerste jaren pompte ik in banden van 28 millimeter iets minder dan 5 bar’, vertelt Vanmarcke. ‘Later werd dat slechts 4 bar, op banden van 30 millimeter. Op 32 millimeter zou ik zelfs met 3,5 bar rijden. Vooral omdat nu zowat alle renners tubeless rijden: zonder binnenband, met latexvloeistof die kleine lekken automatisch dicht. Omdat ook de velgen breder zijn geworden en zo ook de ruimte met lucht onder de band groter is, is een band van 30 millimeter in werkelijkheid zelfs 30,8 millimeter.’
Minder stuiteren
Welk voordeel levert dat lichtere renners op, zoals Pogacar? ‘Door de smallere banden en hogere bandendruk verloren zij in het verleden te veel energie op de kasseien. Ze konden hun kracht niet goed overbrengen, door de schokken. De bredere banden met lage druk volgen beter de oneffenheden van de ondergrond en verminderen de rolweerstand, zowel op de gewone weg als op kasseien. Met de tubeless-technologie is de kans op lek rijden ook kleiner’, zegt Vanmarcke.
Lichtgewichten lopen bovendien minder spierschade op. ‘Op de kasseien krijgen renners duizenden schokken te verwerken, wat microtrauma’s veroorzaakt. Renners van minder dan 70 kilo leden daar in vergelijking met de struisere types meer onder, omdat hun lichaam meer moest meeveren.’
Mathieu van der Poel tegen Tadej Pogacar én Wout van Aert: worden zij de grootste rivalen uit de geschiedenis van de wielerklassiekers?
Tadej Pogacar heeft, naast zijn enorme fysieke capaciteiten, nog een troef die van pas komt op kasseien: hij is stuurvaardig. Dat bleek al tijdens de verkenning van Parijs-Roubaix in februari, toen hij over de stenen vloog. Dat deed de Sloveen ook al in de rit met kasseien in de Tour van 2022. Die behendigheid heeft de Sloveen al van jongs af. Miha Koncilija, de man die hem ontdekte: ‘Als tienjarige reed Tadej op een motor. Voor het eerst, maar hij leerde het in een halfuur. Hoe zijn hersenen info naar zijn spieren sturen, dat gebeurt bij hem heel natuurlijk.’
Zondag zal blijken of deze combinatie van techniek, talent en technologische innovatie Pogacar naar een historische zege kan leiden.
Wereldkampioen Tadej Pogacar: een portret van een zorgeloze kannibaal