Lotte Kopecky vs. Demi Vollering: niets afspreken moet je ook afspreken
De een-twee van Demi Vollering en Lotte Kopecky in de Strade Bianche werd overschaduwd door de discussie over wie wel voluit had mogen sprinten. Want er waren geen afspraken gemaakt. Maar ook dát moet je afspreken.
Twee ploeggenoten die samen richting de finish rijden. Het is in de geschiedenis van het wielrennen al vaker gebeurd. Zelfs trio’s zijn niet uniek. Denk maar aan Parijs-Roubaix 1996, met Johan Museeuw, Andrea Tafi en Gianluca Bortolami (Mapei-GB). Of de eerste rit van Parijs-Nice van vorig jaar, met Christophe Laporte, Wout van Aert en Primoz Roglic (Jumbo-Visma).
Meestal spreken de renners dan af wie er zal winnen, of wordt hen dat opgelegd vanuit de ploegleidersauto. Waarna ze samen de handen in de lucht steken en de ene iets eerder over de finishlijn rijdt dan de andere. Een mooi plaatje voor de sponsor. Symbolisch voor de eenheid en dominantie van een ploeg. De aankomstfoto van Parijs-Nice, met Laporte, Van Aert en Roglic, hangt niet toevallig in het bureau van Richard Plugge, de ceo van Jumbo-Visma.
Veel minder vaak hebben ploegmaats om de zege gesprint zoals Mapeirenners Paolo Bettini en Stefano Garzelli deden aan het einde van Luik-Bastenaken-Luik in 2002. Zoals het altijd zou móéten zijn: de snelste wint, de essentie van sport.
Daarom was de eindfase van de Strade Bianche voor vrouwen van afgelopen zaterdag zo mooi: de Belgische Lotte Kopecky en de Nederlandse Demi Vollering (beiden SD Worx) haalden vluchtster Kristen Faulkner bij net voor de slothelling in Siena, de Via Santa Caterina. Vervolgens kwamen ze wiel in wiel boven en speelden ze haasje-over in de laatste honderden meters. Waarna de Nederlandse in de licht dalende slotmeters met een ultieme jump voorbij de Belgische ging, dankzij een iets groter verzet.
Een zeldzame fout van de doorgaans sluwe Kopecky in zo’n prangende slotfase. Misschien was ze té zelfverzekerd? Misschien dacht ze: wie als eerste de laatste bocht aansnijdt, wint – zo was het in alle voorgaande edities bij mannen en vrouwen. Een soortgelijk duel met Annemiek van Vleuten had ze vorig jaar, mede dankzij haar piste-ervaring, ook in haar voordeel beslecht op het Piazza del Campo van Siena.
Scheldwoorden
Het was een eerlijk gevecht tussen Kopecky en Vollering, zonder vreemde manoeuvres. En dan zou je verwachten dat beide ploeggenotes na de aankomst elkaar in de armen vallen. Het tegendeel was waar: de sfeer was zeer kil. Mee door het wachten op de uitslag van de spannende sprint reageerde Demi Vollering zelfs boos: ‘Jammer dat het zo is gebeurd, want ploeggenoten ben je door dik en dun. Ik zou het niet zo doen.’
Eerder had ze al ‘F*cking k*twijf’ geroepen. Wat Vollering op de daaropvolgende persconferentie noch bevestigde, noch ontkende. ‘Als het zo is, dan meer als grap. Zo van “wat flik je me nu?” Misschien is het wel gebeurd, door alle emoties.’ Een dag later nam Vollering een nieuwe, vreemde bocht en vertelde ze dat ‘f*cking k*twijf’ sloeg op… Kristen Faulkner, omdat die haar had gehinderd aan de voet van de Via Santa Caterina.
Vollering reageerde zo boos omdat ze verrast was dat Kopecky haar ná de top van de slothelling nog had gepasseerd. Ze ging ervan uit dat wie eerst boven op de Via Santa Caterina kwam, zou ‘mogen’ winnen, om vervolgens samen te vieren. Dat was buiten het competitiebeest in Kopecky gerekend. Zij ging vol voor de zege, maar greep er nipt naast.
In tegenstelling tot Vollering reageerde Kopecky na de finish wel sereen. En ook bij de Nederlandse was de eerste verontwaardiging, althans voor de buitenwereld, van korte duur. Ze had immers gewonnen, wees de fotofinish uit. Tijdens de persconferentie, op sociale media en ook in de communicatie van de ploeg léken de plooien gladgestreken.
Géén afspraken
Dat het brandje überhaupt kon ontstaan, kun je vooral de ploegleiding van SD Worx aanwrijven. Volgens ploegleidster Anna van der Breggen kon je zo’n scenario, twee rensters alleen voorop, niet voorspellen. En ze zou ook nooit tegen een van beide zeggen dat ze een grote wedstrijd moet weggeven.
Twee keer fout: zo’n scenario is wél te voorspellen, met twee absolute toprensters in de ploeg. Zowel vóór de koers als tíjdens de finale, toen duidelijk werd dat het SD Worx-duo Kristen Faulkner nog zou inrekenen.
Zelfs als je géén afspraken maakt over wie mag/moet winnen, en de twee ploeggenotes vol voor de zege kunnen sprinten, moet je dat ook afspreken. Zo kan niemand verrast zijn dat de ene de andere nog voorbijsteekt. En kan niemand achteraf, in een vlaag van verontwaardiging, emotioneel reageren, zoals Vollering.
Wat een mooie, collectieve triomf had kunnen zijn, zelfs met een normale sprint, werd zo compleet overschaduwd. En dan is de vraag hoelang het vuurtje nog zal blijven smeulen. Zeker als Kopecky en Vollering in de komende klassiekers (Ronde van Vlaanderen of Amstel Gold Race) weer moeten samenwerken. In blok tegen de concurrentie, of wie weet zelfs opnieuw samen voorop. Geen onrealistisch scenario, want de Belgische en de Nederlandse staken in de Strade Bianche vér boven de rest uit: Cecilie Uttrup Ludwig eindigde als vierde, op ruim twee minuten, als eerste van een verbrokkeld achtervolgend groepje.
Overleg geboden
Het goede nieuws voor Lotte Kopecky? Haar conditie is meer dan uitstekend: de manier waarop ze op de Colle Pinzuto naar de eerder weggereden Vollering reed, met een even krachtige als soepele tred, was indrukwekkend. Ook haar kopbeurten in de duo-achtervolging op Faulkner leken steviger.
Toch reed Vollering op de Via Santa Caterina iets snediger naar boven, ondanks de hapering met Faulkner aan de voet. Als Kopecky beter was geweest, had ze daar kunnen wegrijden. Maar dat deed ze niet. Haar ploeggenote reed zelfs als eerste over de top, met de Asseneedse in het wiel.
Kopecky had Vollering, ook zonder voorafgaande afspraken, de zege kunnen gunnen, nadat de ploeg de concurrentie had afgestopt tijdens haar winnende solo in de Omloop Het Nieuwsblad. Dat was met het oog op de nabije toekomst niet onverstandig geweest. Maar als er géén afspraken zijn gemaakt, kun je Kopecky niet verwijten dat ze toch voor de prestigieuze zege streed – het ging niet om een etappeoverwinning in een rittenkoers.
Gevraagd dus: zo vlug mogelijk een overleg, als dat al niet is gebeurd, waarin alle partijen hun grieven op tafel leggen. Waarin ze vooral goed afspreken wat Kopecky en Vollering moeten doen als een dergelijke situatie nog eens voorvalt. Zeker met de Nederlandse is dat geboden, want het is niet de eerste keer dat er een rel ontstaat waarbij zij is betrokken. Ook bij de Nederlandse ploeg was Vollering niet altijd de perfecte teamplayer. Tijdens het WK in Leuven bijvoorbeeld, waar ze de sprint niet aantrok voor Marianne Vos.
Het dient gezegd: zelfs met vooraf gemaakte afspraken kun je niet alle scenario’s perfect uitvoeren – zie de manke samenwerking tussen Jumbo-Vismarenners Tiesj Benoot en Atila Valter bij de mannenrace van de Strade Bianche. Maar dan voorkom je tenminste wel een discussie na de finish over wat er níét is afgesproken. Benoot en Valter waren ondanks hun verkeerde tactische manoeuvres én verlies zelfs (openlijk) hoffelijker voor elkaar dan Vollering voor Kopecky.
Maar dat maakt het wielrennen ook zo mooi en boeiend: dat zelfs de meest dominante ploegen niet alles perfect kunnen sturen, omdat de eigen ambitie soms sterker is dan het teambelang. Met alle discussies achteraf, zélfs als er gewonnen wordt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier