Lotte Kopecky: de Rondetriomf van de (stiel)liefde

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Nadat ze op de Piazza del Campo van Siena al de poort tot de absolute wereldtop in het dameswielrennen definitief had opengebeukt, ging Lotte Kopecky op de Minderbroedersstraat in Oudenaarde op de troon zitten, als de beste allroundrenster van het moment. Een ode aan de (stiel)liefde.

Als jonge renster, zei Lotte Kopecky na de aankomst van de Ronde van Vlaanderen, had ze nog geen idee tot wat ze ooit in staat zou zijn. Tot ze in 2017, toen nog rijdend voor Lotto Ladies, op haar 21e vijfde werd in Vlaanderens Mooiste, in de sprint na winnares Coryn Labecki, Gracie Elvin, Chantal van den Broek-Blaak en Annemiek van Vleuten.

Toen kiemde de droom om ooit de Ronde te kunnen winnen, drie jaar later bevestigd door een derde plaats, in de najaars/corona-editie van 2020. Dan al had Kopecky in haar hoofd een klik gemaakt. Na het BK op de weg waarin ze Jolien D’hoore in een prangende sprint had verslagen, en na een zege in de Girorit naar Maddaloni, waar ze toch haar verbazing na een lastige heuvelrit de wereldtop in een sprint licht bergop had geklopt.

Up and down-jaar

De aansluiting met de wereldtop bleef het volgende seizoen, 2021, evenwel uit. Mede door pech op cruciale momenten, nota bene in de Strade Bianche én de Ronde van Vlaanderen. Maar de overtuiging bleef dat ze die stap eerder vroeg dan laat zou zetten, zelfs na de grote teleurstelling op de Olympische Spelen (vierde in de wegrit, na te lang aarzelen, en uitgeschakeld in het pistetoernooi door valpartijen), het WK in eigen land (waar ze er in de sprint niet aan te pas kwam) en Parijs-Roubaix (weer pech).

Toch vond Kopecky de motivatie om eind oktober op het piste-WK nog eens alles uit haar vermoeide lijf te knijpen. Die weerbaarheid leverde haar de regenboogtrui in de puntenkoers op, als eerste Belgische vrouw ooit. ‘Dit maakt véél goed’, blikte ze opgelucht terug op haar up and down-jaar.

Verder ontwikkelen

Maar ze keek ook al vooruit: naar vakantie, en naar een nieuwe ploeg in 2022: SD Worx. Niet toevallig het Quick-Step van het vrouwenwielrennen genoemd, vanwege dezelfde collectieve sterkte, dezelfde ‘Samen Winnen’-mentaliteit, dezelfde hechte team chemistry, én een topomkadering.

De ideale habitat voor Kopecky om zich verder te ontwikkelen. Gezien het gedeelde kopvrouwschap bij SD Worx zou niet alle druk meer op haar schouders terechtkomen. En zou ze zichzélf niet meer té veel druk opleggen, iets wat vorig jaar soms nog een probleem was. ‘Daar ben ik vanaf gestapt, dat helpt toch niet’, aldus Kopecky. Voortaan zou ze geduldig de kansen afwachten die ze, door de sterkte van haar ploeg, sowieso zou krijgen.

Lotte Kopecky: de Rondetriomf van de (stiel)liefde
© GETTY

Met name in de twee grote doelen die ze voor ogen had: de Strade Bianche en, met stip, de Ronde van Vlaanderen, haar droomkoers. Daar zou de Oost-Vlaamse alles voor doen, mede door kleine aanpassingen in haar trainingsregime. Minder krachttraining, waardoor ze een kleine twee kilo verloor, twee lange stages met de ploeg in Spanje tijdens de winter, geen specifieke pistetrainingen meer, en (nog) langere duurtrainingen.

Inclusief eind januari een training van liefst 240 kilometer, en half maart een van 225 kilometer, achter de motor van haar vriend/coach Kieran De Fauw. Op het menu: de verkenning van het Rondeparcours, ook al kent ze dat intussen vanbuiten. Het duidt niet alleen op haar grote motor – zulke trainingen zijn niet voor elke vrouw weggelegd – en de gestage fysieke progressie die ze de laatste jaren, als nu 26-jarige, heeft gemaakt, maar ook op een onblusbare beroepsernst en stielliefde. En de liefde van vriend Kieran, die zes uur op de motor geen opoffering vond – het onschatbare werk in de schaduw.

Geen verzadiging

Alles om de Rondedroom te verwezenlijken. Van verzadiging was er dan ook geen sprake na de zege van de Grote Doorbraak in de Strade Bianche. Integendeel: het gaf Kopecky en De Fauw zelfs het vertrouwen dat de Asseneedse in Vlaanderens Mooiste moeilijk te kloppen zou zijn. ‘Alleen pech kan haar nekken’, wist De Fauw.

De wattages op training waren dan ook top. En vooral het geloof in eigen kunnen. Aangesterkt door de zege in Siena en door het SD Worx-team achter haar. Een leiderschap dat Kopecky meer dan ooit omarmt, en binnen de Nederlandse ploeg ook durft af te dwingen – weg is het verlegen meisje van vroeger.

Veelzeggend was dan ook de manier waarop grote motoren als Chantal van den Broek-Blaak en Marlen Reusser zich in de Ronde voor haar opofferden. Omdat ze weten dat Kopecky de sprint bezit die zij na een lastige koers niet hebben. Maar ook het vermogen en de power om Annemiek van Vleuten te kunnen volgen op de Vlaamse hellingen, vastbijtend in haar wiel, met een opvallende kleine versnelling. Zelfs in zichzelf láchend toen het plots begon te regenen en te hagelen – ‘Laat maar komen!’

Toen Van Vleuten de Belgische niet kon lossen, wist Kopecky zich dan ook zegezeker in de sprint. Een tactisch spel met ploeggenote Van den Broek-Blaak, of Van Vleuten de kop proberen op te dringen? Niet nodig. ‘Als ze mij op haar domein niet kan kloppen, peperde ik mezelf in, dan zij ook niet op mijn domein. Toen ze in de sprint aanzette, heb ik niet getwijfeld.’

Lotte Kopecky: de Rondetriomf van de (stiel)liefde
© Belga Image

Vrouwelijke Wout van Aert

Zo maakte Kopecky haar ultieme droom waar, in het gezelschap van de twee dames die haar in de Ronde van 2017 nog voorafgingen. Zo bevestigde ze ook het potentieel dat voorgangster Jolien D’hoore in haar ziet. Als de ‘vrouwelijke Wout van Aert’: een renster die meerdere disciplines combineert (in haar geval weg en piste) én álle klassiekers kan winnen, op de Waalse Pijl na, zoals ze in de Wielergids van Sport/Voetbalmagazine vertelde.

Twee van die klassiekers heeft Kopecky nu al op zak, in een kleine maand tijd. Waardoor ze zo is opgeklommen van ‘ergens tussen plaats vier en acht’ in de internationale hiërarchie (zoals ze voor het WK vorig jaar aanhaalde), tot de top drie. Als dé allroundrenster van het moment. Niemand die immers zo goed de korte (en zelfs lange) hellingen kan verteren, én bovendien kan sprinten.

Twee sterke wapens, zeker als je ook een hecht team achter je hebt – SD Worx works perfect voor Kopecky. Al heeft ze haar succes vooral te danken aan haar stielliefde, en a Whole Lotte Love van haar vriend/coach Kieran.

Inspireren

Plus est en elle, dus. Op haar 26e heeft Kopecky nog jaren aan de top voor de boeg. En zal ze zonder pech wielerminnende Belgische wielerfans nog meerdere keren op een podium kunnen toespreken en plasticbekertjes met bier in de lucht doen gooien, zoals zondag in Oudenaarde en omstreken. Wat de mannen, bij afwezigheid van Wout van Aert, niet konden, deed Kopecky zo wel. Twaalf jaar nadat Grace Verbeke als eerste Belgische de Ronde van Vlaanderen had gewonnen, helaas toen nog in alle stilte.

Dat wordt misschien wel haar grootste erfenis: als de vrouw die de Belgische koersliefhebbers het vrouwenwielrennen definitief in de armen deed sluiten. En zo een nieuwe generatie Kopecky’s in spe inspireerde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content