Liefde is alles: hoe Lotte Kopecky zich ontpopte tot wereldkampioene

Lotte Kopecky op het podium, met haar nieuwe regenboogtrui. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

‘Ik weet niet wat me blijft pushen’, zei Lotte Kopecky (27) net nadat ze de eerste Belgische wereldkampioene wielrennen in vijftig jaar werd. Het antwoord is even eenvoudig als mooi: een onmetelijke liefde voor haar fiets en familie.

Toen het gezicht van Lotte Kopecky in de laatste kilometers van het WK in Glasgow in close-up werd getoond, leek er tussen het amechtig happen naar adem een gelukzalige glimlach tevoorschijn te komen. Die werd nog veel groter in de laatste rechte lijn, toen ze vol ongeloof naar haar helm greep, zich op de borst sloeg, en nog eens naar het hoofd tastte.

Waarop ze zich na de finish op de grond zette, en na enkele knuffels van haar Belgische ploegmaats de Nederlandse Demi Vollering in de armen sloot. Als Kopecky het dan nog niet helemaal besefte, zei haar SD Worx-ploeggenote/rivale voor één dag het nog eens duidelijk: ‘Je bent wéreldkampioene!’

Het daaropvolgende winnaarsinterview met Lotte Kopecky was symbolisch voor wie ze is, voor de evolutie die ze als mens en als renster heeft doorgemaakt, en voor de manier waarop ze het voorbije jaar de zware tegenslagen in haar privéleven (een relatiebreuk en vooral de dood van haar broer Seppe) heeft verwerkt.

Samengevat in de volgende zinsfragmenten:

‘Hier kon ik niet van dromen als klein meisje. Ik wilde gewoon competitief worden op een fiets. Dat ik zo goed zou worden, had ik nooit gedacht.’

‘Ik hoop dat ik iedereen trots heb gemaakt en heel wat jonge meisjes heb kunnen inspireren.’

‘Het is een geweldig, maar ook erg hard jaar geweest voor mij. Ik weet niet wat me blijft pushen. Dit betekent zó veel voor mij.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Trainingsbeest

Dat de jonge Lotte nooit dacht ze ooit wereldkampioene zou worden, was omdat ze nooit vrouwelijke, Belgische wieleridolen had aan wie ze zich kon spiegelen. Toch wilde ze renster worden, omdat ze zag dat haar broer Seppe zich zo amuseerde op de fiets. Dat ze in het middelbaar door haar klasgenoten werd geplaagd – ‘Lotte, wielrennen is voor jongens!’ – deerde haar niet.

Al groeide de liefde voor de fiets pas echt toen Kopecky later als meisje op de Topsportschool in Gent tegen de jongens moest opboksen én hen wilde kloppen. Toen dat soms ook lukte, werd het plezier van het hard trainen nog groter.

Dat heeft ze later als profrenster nog meer omarmd, ook al heeft ze daar nooit mee te koop gelopen. Haar monstertochten van zes, zeven uur, je zal ze niet vinden op Strava. Maar Kopecky doet ze wel. Als zeer taakgerichte renster die zelf haar trainingen uitstippelt, haar lichaam perfect heeft leren kennen en als trainingsbeest met geen 100 procent genoegen neemt. Neen, 200 procent is het streefdoel. Alles doen tot ze heeft wat ze wil, ook al kost dat heel veel arbeid.

Afgelopen week, na haar wereldtitel op de puntenkoers, verwees Kopecky er nog eens naar: ‘Dit is niet zomaar gekomen, hoor. Dit is het resultaat van jarenlang hard trainen. Ik ben nu 27. Hier heb ik jaren aan gebouwd.’ Tot een hoogte waarop ze zonder blozen mag zeggen dat ze de meest veelzijdige renster ter wereld is.

Geluk dragen

Dat de kersverse wereldkampioene hoopt dat ze met haar regenboogtrui jonge meisjes zal kunnen inspireren, én dat ze dat zo spontaan zegt, is ook veelbetekenend. Het staat immers haaks op de renster die bij haar eerste grote successen naar eigen zeggen ‘ongemakkelijk’ werd van al die aandacht, al die verwachtingen, al het verlangen van haar jonge en oude supporters. Haar zelfvertrouwen was te frêle om de verantwoordelijkheid voor het geluk van anderen te dragen. Het voelde te vroeg aan, vond ze.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Pas toen Kopecky haar palmares aandikte, ging ze steeds beter om met de druk, met een rol als topfavoriete en met haar status als idool.

Als de vaandeldraagster van het Belgische vrouwenwielrennen dat, zoals de wereldkampioene in het interview na de finish ook zei, altijd achterop hinkte. In haar eentje verkleint ze nu de achterstand op de mannen. Daar is ze trots op en dat mag ze ook terecht uitspreken.

Gesloten oester

Dat Kopecky vertelde dat ze niet weet wat haar rechthield en pushte tijdens het voorbije erg harde jaar, in een interview met VTM zelfs zei dat ze het niet wíl weten en doorverwees naar haar psycholoog, is typerend voor haar gesloten karakter. Als een oester die zelfs bij het opperste wielergeluk haar ziel nooit helemaal opent, ondanks de fonkelende parel die in haar schelp zit.

Toch gaf ze gisterenavond een deel van het antwoord, door een quote van wijlen NBA-vedette Kobe Bryant op Instagram te posten: ‘Wat ik probeer te doen is stil zijn. Te begrijpen dat dingen komen en gaan, emoties komen en gaan. Het belangrijkste is om die te accepteren, te omarmen, en dan kan je kiezen wat je ermee doet.’

Op Instagram schreef ze enkele weken geleden nog een andere filosofische quote: ‘If you change the way you look at things, the things you look at change‘, niet toevallig als onderschrift van een foto die bij haar interview in HUMO werd gepubliceerd.

Haar redding na de dood van haar broer, zei Kopecky in dat gesprek, was hetzelfde wat haar tot een kampioene heeft gemaakt: haar liefde voor de fiets. ‘Het is mijn stukje vrijheid, mijn tijdelijke ontsnapping uit de wereld. Ik vind afzien op de fiets ook niet moeilijk meer, omdat het van een bespottelijke banaliteit is vergeleken met de rauwe pijn die ik heb gevoeld.’

Bovendien, vertelde Kopecky, is ze nog veel bewuster van iets dat nog kostbaarder is dan een koers winnen: ‘Liefde, voor de mensen om wie ik geef: mijn jongere broer, mijn ouders. We zijn zoveel hechter geworden, omdat we ook praten over het verdriet.’

Net dat besef heeft de Oost-Vlaamse uit haar vacuüm doen treden, als een hypergedisciplineerde prof die van jongs af, door haar verblijf in de Topsportschool en latere verhuis naar Assenede, haar familie nooit vaak zag. ‘Ik heb het leven geleid dat ik moet leiden om tot grote prestaties te komen. Maar heb ik zo de mensen om me heen niet verwaarloosd?’, vroeg Kopecky zich af.

Nu weet ze dat ze elk spatje geluk moet vieren. ‘En dat je dat beter sámen doet.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Die nog grotere, uitgesproken liefde voor haar familie, gekoppeld aan haar liefde voor de fiets, dát is wat haar het jongste jaar pushte. Dat is waarom ze op het podium omhoog keek, naar Seppe, haar grootste supporter. Dat is waarom ze tijdens die laatste kilometers van het WK in Glasgow de hevige fysieke pijn moeiteloos doorbeet, met een glimlach op het gezicht.

Op weg naar haar allermooiste zege die haar broer, in wiens gezelschap ze als jong meisje dolgraag fietste, zo trots had gemaakt.

Of zoals Bart Peeters het zingt:

Liefde is alles, liefde is alles
Wat er blijft wanneer de rest verloren is
Leg je hand in de mijne
Tot we samen verdwijnen
Dan wordt het helder wordt het simpel
Dan winnen we met vlag en wimpel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content