Jonas Creteur
Laten we Lotte Kopecky níét tot kandidaat-Tourwinnares bombarderen
Hoe buitengewoon de tweede plaats van Lotte Kopecky (27) in de Tour de France Femmes ook is, dat betekent niet dat ze voortaan een kandidate is om de gele trui te wínnen.
‘De Hulk kan klimmen’. In het filmpje op het Twitteraccount van Team SD Worx steekt Demi Vollering, die op de Tourmalet met een buitengewone klim net het geel heeft veroverd, haar bewondering voor Lotte Kopecky niet weg.
Ze noemt haar ‘de Hulk’, vanwege de groene trui die haar ploeggenote al de hele week draagt, en doelt met ‘klimmen’ op de krachttoer die de Belgische in de Pyreneeënrit van de Tour de France Femmes heeft neergezet.
Tot Kopecky’s eigen verbazing overleefde ze niet alleen de Col d’Aspin, maar klampte ze tot 5,6 kilometer voor de top van de nog zwaardere Col du Tourmalet aan bij de kopgroep. De rensters bij of voor haar op dat moment: topfavorietes Demi Vollering en Annemiek van Vleuten plus Ashleigh Moolman, Juliette Labous en Katarzyna Niewiadoma, die vooropreed.
Rensters achter wie Lotte Kopecky aan de finish uiteindelijk als zesde finishte. En die stuk voor stuk bergop minstens vijf tot zelfs vijftien kilo minder moeten meezeulen. Zoals ook de rensters die áchter Kopecky eindigden veel minder gewicht in de weegschaal leggen.
Logischerwijs werden er vergelijkingen gemaakt met Wout van Aert. Hij is net als Kopecky een allrounder die in de Tourcols, opboksend tegen een nog veel grotere en (letterlijk) minder zware concurrentie, al verschillende keren schitterde, weliswaar veelal vanuit de ontsnapping. Zoals vorig jaar, toen hij ook de groene trui veroverde. Als de mannelijke ‘Hulk’.
Gele trui als doel?
Ook een andere, te verwachten vraag dook op: is Lotte Kopecky een kandidate om ooit de Tour te winnen? Dezelfde vraag die de voorbije jaren over Wout van Aert telkens weer terugkeerde.
De mening voor de rit van zaterdag – ‘Lotte is geen renster voor de lange beklimmingen in het hooggebergte. Zolang er een klim van 15 kilometer in het Tourparcours zit, kan ze nooit meestrijden voor de eindzege’ – werd na de etappe over de Tourmalet plots bijgesteld: ‘Er is heel veel mogelijk, zeker als ze voor een ploeg zou uitkomen die volledig in haar dienst rijdt, en ze niet het kopmanschap moet delen, zoals bij SD Worx’.
Er werd ook aangehaald dat Kopecky voor deze Tour geen hoogtestage in de cols had afgewerkt. Dat ze zelfs meer op de explosievere inspanningen in juniorenkoersen had getraind, met oog op het WK in Glasgow. Als de Asseneedse in de toekomst wél zo’n hoogtestage zou inlassen, meer bergop en op een hogere drempelwaarde zou trainen en wat kilo’s zou kwijtraken, zou ze wel kans maken op eindwinst.
In de wetenschap ook dat de spoeling aan de top van het vrouwenwielrennen voorlopig dun oogt, en de Tour de France Femmes over acht dagen niet zo selectief is als bij de mannen over drie weken. In slechts één echte bergrit moet een afgeslankte Kopecky nog meer de schade kunnen beperken. Misschien voldoende om de tijdwinst die ze in andere ritten kan boeken vast te houden, en zo de gele trui te veroveren.
17,5 procent trager
Dat klinkt allemaal logisch, tot je er de feiten naast legt. Nadat Demi Vollering zaterdag op 5,7 kilometer van de top van de Tourmalet had versneld, was het verschil met de rest enorm. En dan had ze ervoor, in de afdaling van de Aspin en op de Tourmalet, nog ingehouden op verzoek van haar ploegleiding, om Kopecky zo lang mogelijk aan boord te houden.
De full-outsinspanning van de Nederlandse duurde na haar demarrage 20 minuten en 9 seconden. Daarin zette ze grote rivale Annemiek van Vleuten op liefst 2 minuten en 34 seconden, en Lotte Kopecky op 3 minuten en 32 seconden. Dat is een verschil van 27 seconden en 37 seconden per kilometer.
Of een verschil, qua tijdsduur, van 12,6 procent (op Van Vleuten) en 17,5 procent (op Kopecky). Het verschil qua snelheid: 17 kilometer (voor Vollering) versus 14,5 kilometer per uur (voor Kopecky). Dat is gigantisch.
Zelfs als je de 12 steile kilometers van de Tourmalet in rekening neemt, waar Vollering exact 45 minuten over deed, is het verschil met de Belgische kampioene nog altijd 7,8 procent.
De klim van Vollering werd door wattagespecialisten dan ook omschreven de ‘misschien wel beste klimprestatie ooit in het vrouwenwielrennen’. Ook Annemiek van Vleuten gaf sportief toe dat Vollering een klasse beter was dan de rest. De tiende in de uitslag, de Duitse Ricarda Bauernfeind, werd door de Nederlandse zelfs op net geen zéven minuten gereden.
Logisch verschil
Dat Lotte Kopecky op de Tourmalet de helft minder, maar nog altijd drie en een halve minuut aan de broek kreeg gesmeerd, is gezien het gewichtsverschil met Vollering volkomen logisch. De website Procyclingstats geeft voor de Belgische 66 kilo aan, de Nederlandse zou volgens andere bronnen 58 kilo wegen, maar exacte getallen zijn dat niet. Voor Kopecky is het allicht een stuk lager, al kunnen we ervan uitgaan dat ze drie tot vijf kilo meer weegt dan de nieuwe Tourwinnares.
Bovendien blinkt Vollering meer dan haar teamgenote vooral uit in het langere klimwerk. Ze won afgelopen voorjaar de Strade Bianche (voor Kopecky), de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, en liet niet toevallig Parijs-Roubaix links liggen. Vollering is ook niet actief op de piste, waar Kopecky wel wereldtop is in verschillende, kortere onderdelen.
De Oost-Vlaamse zou met meer focus op het klimwerk ook kunnen schitteren in de heuvelklassiekers, maar het verschil met Vollering in het hooggebergte is te groot om te overbruggen. Daarvoor zou Kopecky te veel moeten vermageren, terwijl ze afgelopen winter al 3,5 kilo afslankte door nog bewuster op haar voeding te letten.
Toen zonder in te boeten aan explosiviteit en kracht, waardoor haar verhouding wattage per kilo steeg. Zo verteerde ze makkelijker de korte tot langere hellingen, zowel in de voorjaarsklassiekers als in de voorbije Tour de France Femmes.
Nog eens x aantal kilo extra vermageren betekent maandenlang met een negatieve caloriebalans trainen. Zonder garantie op succes, want na het verlies qua gewicht en vetpercentage van vorige winter is er wat dat betreft niet veel marge meer. Dat zeggen niet wij, maar een coach die haar goed kent. Overmatig spier/krachtverlies loert dan om de hoek. En dan spreken we niet eens over de mentale belasting die zo’n strikt dieet met zich meebrengt.
Parijs 2024
Op korte termijn zal Kopecky sowieso die weg niet inslaan, want volgend jaar staan de Olympische Spelen van Parijs 2024 op het programma. En daar wil ze niet alleen op de wegrit (op een klassiek, heuvelachtig parcours), maar ook op de piste een medaille veroveren.
Kopecky zou het kunnen overwegen voor 2025 en later, wanneer ze de klip van de dertig jaar rondt. Maar alleen met oog op een podiumplaats in de Tour, want als Demi Vollering op dit niveau blijft rijden, is de kans op eindwinst zeer klein. Dan moet de Nederlandse onderweg al veel pech hebben, of uitvallen.
Of er moet een Tour met enkele klassiek getinte etappes en vooral zónder één of meerdere lange cols worden uitgestippeld. Na de rit over de Tourmalet is het echter zeer waarschijnlijk dat directrice Marion Rousse het hooggebergte zal blijven opzoeken. De iconische cols in de Pyreneeën of de Alpen geven ook een Ronde van Frankrijk voor vrouwen een extra piment, zoals zaterdag bleek. Als de Tour de France Femmes op termijn uitbreidt qua aantal wedstrijddagen is de kans ook reëel dat het klimmenu copieuzer wordt.
Bovendien zal het algemene niveau van de klassementsrensters blijven groeien. In 2025 en later zullen er misschien al nieuwe, sterke klimsters zijn opgestaan tegen wie zelfs een vermagerde Kopecky niet kan optornen.
Alleen kopvrouw?
Ja, de Asseneedse zou met een ploeg die volledig in haar dienst rijdt, misschien meer seconden tijdwinst kunnen sprokkelen in andere etappes. Ze liet zaterdag echter al duidelijk verstaan dat ze zich uitstekend voelt bij het zeer dominante SD Worx en bij het gedeelde kopmanschap.
Zélfs na een Tour waarin ze naast verschillende kansen op een ritzege greep door de defensieve houding van haar ploeg, soms tot haar zichtbare frustratie. ‘Ik zit inderdaad soms tactisch vast, maar ik kies er bewust voor. Ik wil niet de enige leidster zijn. Het is geven en nemen en daar heb ik voor gekozen’, zei Kopecky tegen Sporza.
Niet eens zo verrassend, want hoewel ze de voorbije twee jaar ook als leidster is gegroeid, blijft ze van nature introvert. Het hele seizoen het volledige gewicht van een ploeg moeten dragen, dat is niet aan haar besteed. Kopecky gedijt het best als de spotlights ook op anderen schijnen.
Misschien verandert ze na 2024, wanneer haar contract bij SD Worx afloopt, van mening, en verkast ze naar een Belgische ploeg. Maar dan zal ze in haar eentje moeten opboksen tegen het blok van SD Worx. Solo wegrijden en winnen met 41 seconden voorsprong, zoals in de eerste Touretappe, zal dan niet zo makkelijk lukken. En dat zal ook niets veranderen aan de kloof met Demi Vollering in het hooggebergte, of (voorlopig) in het tijdrijden.
Lees hier alles over de Tour de France 2023
Laat Lotte Kopecky dus focussen op wat ze nu zo bijzonder goed kan, waar ze zo van houdt, en wat ze vooral zélf niet wil opgeven voor een veel kleinere kans op de gele trui: de eendagsklassiekers (bij uitbreiding eventueel de Waalse), de grote kampioenschappen op de weg én de piste, en ritten (plus de puntentrui) in de Ronde van Frankrijk. Lukt het en passant om ook op het Tourpodium te eindigen, zonder dat ze zich daarvoor moet uithongeren, des te beter.
Maar eindwinst mag geen dwanggedachte worden omdat de buitenwereld dat van haar verlangt. Wat Kopecky nu presteert, maakt haar als inspirerende kampioene al groots genoeg.
En dan moet het WK in Glasgow nog komen.
- Team SD Worx
- Demi Vollering
- Lotte Kopecky
- Col du Tourmalet
- Annemiek van Vleuten
- Ashleigh Moolman
- Juliette Labous
- Katarzyna Niewiadoma
- Wout van Aert
- SD Worx
- Ricarda Bauernfeind
- Procyclingstats
- Strade Bianche
- Amstel Gold Race
- Waalse Pijl
- Luik-Bastenaken-Luik
- Parijs-Roubaix
- Marion Rousse
- Ronde van Frankrijk
- Sporza
Tour de France 2023
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier