Kippenvelmoment voor wielrenster Ine Beyen: ‘Ik moest een beetje pokeren’
Voor wielrenster Ine Beyen voelde het winnaarspodium surreëel.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.
In augustus 2013 zou ik stoppen als profrenster. Mijn laatste koers in eigen land was de Herdenkingsprijs Josephine Boels in Kontich. Ik was een helper, die zich graag leegreed voor een kopvrouw. Mijn sterktes waren dat ik veel karakter had, nooit klaagde en zonder aarzelen deed waar men mij om vroeg. Een hardrijdster, die scheve situaties kon rechtzetten in dienst van anderen. Of ik dan niet zelf winnen wou? Nee, want ik voelde dat dat er niet in zat. Als je weet dat een ander betere benen heeft, dan ben je professioneel, en werk je voor het team.
Maar die dag in Kontich mocht ik mijn eigen kans gaan. Ik heb misschien wel tien keer gedemarreerd. Dertig kilometer van het eind raakte ik voorop met de Nederlandse Lauren Arnouts. We hadden een kleine voorsprong op het peloton, dat ieder moment op onze nek kon vallen. Er stonden sterke namen aan de start, die zich allemaal misrekenden. Ze zullen gedacht hebben: Ine Beyen wint zo goed als nooit, waarom zou het vandaag wel lukken?
De laatste kilometer was één lang twijfelgeval. Ik moest me sparen voor de sprint, en dus een beetje pokeren, maar dat pokeren mocht er ook niet toe leiden dat het peloton terugkwam. Geen idee hoe ik toen zo koel ben kunnen blijven, maar het lukte: ik klopte Arnouts in de sprint. Het peloton stond net niet op de finishfoto. Ik had in mijn carrière tot dan exact één koers gewonnen. Het winnaarspodium voelde surreëel. Ik ben niet iemand die snel euforisch wordt en relativeerde mijn zege meteen. Het was tenslotte een kleine koers, niet het wereldkampioenschap of zo. Wat me het meest bijblijft van die dag, is hoe blij andere mensen voor mij waren. Alsof ik eindelijk kreeg waar ik al jaren recht op had. Terwijl ik dat zelf zo niet aanvoelde. Ik was tevreden met mijn carrière. Er was geen gemis, geen gat om op te vullen.
De viering bleef bescheiden, want een paar dagen later reed ik mijn allerlaatste koers, de belangrijke Tour de Bretagne. Ik moest er opgeven met kniepijn en een zonneslag. Zo eindigde het toch nog in mineur. That’s life.
Ex-wielrenster Ine Beyen: ‘Geef me een bakje calamari en het is meteen zomer’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier