Kippenvelmoment voor veldrijder Paul Herygers: ‘De mooiste knal aller tijden’

© BELGAIMAGE
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Veldrijder Paul Herygers betaalde zijn kameraad een stookolieketel.

Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.

‘Ik zal niet rond de pot draaien’, zei de dokter in april 1996. ‘Bel je verzekeraar, want je carrière is voorbij.’ Na een zware val in de koers Dwars door de Morbihan zat er een gat in mijn knie zo groot als een mandarijn, maar aan de operatie in dat Franse ziekenhuis hield ik nog meer ellende over.

Normaal vergeet ik elk pijntje. Ik mocht breken wat ik wou: nooit hoorde je mij klagen. Maar die tocht in de ambulance van ­Frankrijk naar België, met pijn­stillers die niks hielpen, was mijn ergste nachtmerrie. Gehuild als een klein kind.

In België hebben ze mijn ontstoken knie opnieuw geopereerd en een pees gehecht die nog met een paar ­millimeter vlees vasthing. Maar de conclusie was helder. Gedaan met sporten, Paul.

‘Arne ­Daelmans is een goeie kameraad. Ik kan nu wel verklappen dat wij samen in de slag zaten.’

Ik kon het niet aanvaarden. Het voelde te vroeg en te oneerlijk.

In plaats van braaf te revalideren begon ik te trainen als een ­halvegare. En dat werkt natuurlijk niet. Ik ben meer dan eens her­vallen.

Pas eind december, ­wanneer het seizoen al half ­gereden is, voelde ik me weer ­veldrijder. Ik zag nog één groot doel: het Belgisch kampioenschap in Hoogstraten. Het had keihard gevroren, maar ik reed rond in korte mouwen. Ik voelde me alsof niks mij zou ­kunnen stoppen.

Met z’n vieren gingen we de finale in: Arne ­Daelmans, Erwin Vervecken, ­Mario De Clercq en ik. Erwin en Mario waren rassprinters met wie je liever niet naar de eindstreep trok. Anderhalve ronde voor het einde hoor ik een knal, zo luid alsof het vuurwerk was. ­Erwin Vervecken had een lekke band! De mooiste knal aller tijden, want met Vervecken uit beeld ontstonden er mogelijkheden.

Arne ­Daelmans is een goeie kameraad en ik kan nu wel verklappen dat wij samen in de slag zaten. Arne nam de kop en ging net voor een bocht in de remmen. Ik glip ervoorbij en neem tien meter op ­Mario. De koers was gereden.

Nooit was ik gelukkiger dan op het podium in Hoogstraten. 34 jaar, afgeschreven, terugkomen van zo ver en dan Belgisch kampioen. Met de centen die ik Arne toe­stopte, kocht hij een ferme ­stookolieketel. Die brandt vandaag nog altijd. We zijn hem onlangs ­samen gaan bewonderen, terwijl we herin­neringen ophaalden.

Waarom we het veldrijden nog altijd geen internationale sport kunnen noemen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content