Jolien D’hoore blikt vooruit op het wielerseizoen bij de vrouwen: ‘Heeft Kopecky wel limieten?’
Wat mogen we dit jaar van Lotte Kopecky verwachten? Wie wordt de opvolgster van Anna van der Breggen? En waar gaat het met het Belgisch vrouwenwielrennen heen? Jolien D’hoore laat haar licht schijnen over het nieuwe seizoen.
Deze voorbeschouwing verscheen in de wielergids 2022 van Sport/Voetbalmagazine.
Sinds ze op 2 oktober, na de eerste Parijs-Roubaix voor vrouwen, een punt zette achter haar succesvolle rennersloopbaan, leidt Jolien D’hoore (31) het leven van elke jong-gepensioneerde: druk, druk, druk. Stilzitten of op haar lauweren rusten is aan deze dynamische Oost-Vlaamse niet besteed. ‘Op 15 november ben ik begonnen bij Cycling Vlaanderen. Ik had mezelf na mijn laatste wedstrijd zes weken ademruimte gegeven, maar eigenlijk ben ik in die periode al begonnen met me in te werken. Zozeer keek ik ernaar uit om aan de slag te gaan.’
Bij de Vlaamse vleugel van de wielerbond vormt D’hoore, in een tandem met Anne-Laure Gheerardyn, het gezicht van het vrouwenwielrennen. Terwijl Gheerardyn het administratieve luik voor haar rekening neemt, staat de olympischemedaillewinnares van Rio als performancecoach in voor het sportieve luik.
Daarnaast blijft D’hoore ook voeling houden met het peloton, door haar job te combineren met een parttimeploegleiderschap bij NXTG by Experza, een U23-team dat volgend jaar tot de WorldTour wil toetreden en onder leiding staat van Natascha Knaven-den Ouden. ‘Haar man, Servais Knaven, is ploegleider bij INEOS. Hij gaat mij opleiden, de ideale leermeester’, zegt D’hoore.
Beginnen we bij Lotte Kopecky. Zij stapte deze winter over van Liv Racing naar SD Worx, het team waar jij je carrière beëindigde. Een toptransfer, maar met haar keuze voor dit sterrenensemble geeft ze wel het absolute kopmanschap op.
Jolien D’hoore: ‘Dat is de keerzijde van de medaille. Bij SD Worx is het zoals bij Quick-Step bij de mannen: je komt in een heel sterke ploeg terecht. Je weet dus dat ze niet altijd jouw kaart trekken, dat je ook voor een ploegmaat zult moeten rijden. Toch is het een win-winsituatie. SD Worx was als Belgische sponsor op zoek naar een Belgische renster en omgekeerd moet Lotte tot zo’n ploeg behoren om die grote vis te kunnen vangen. Als ze bij SD Worx in de Ronde van Vlaanderen beslissen om voor Lotte te rijden, behaalt ze negen kansen op de tien de overwinning.’
De vraag is natuurlijk of ze die dag kopvrouw zal zijn in een gezelschap met onder anderen Chantal van den Broek-Blaak en Demi Vollering.
D’hoore: ‘Bij SD Worx praten ze nooit over een kopvrouw. Dat bestaat daar niet. Als ze met zes vrouwen van start gaan, staan ze alle zes op gelijke voet. Wel geef je op voorhand aan of je interesse hebt om die koers te winnen. Voor de Ronde van Vlaanderen steekt iedereen zijn hand in de lucht. In de koers wordt dan beslist voor wie ze uiteindelijk gaan. Je moet wel eerlijk zijn: als je zegt dat je goede benen hebt, betekent het dat je kunt winnen. Bij SD Worx rijden ze niet voor een derde plaats.’
Als ze bij SD Worx in de Ronde van Vlaanderen de kaart trekken van Lotte, wint ze negen kansen op de tien.’
Jolien D’hoore
En als er meerdere rensters goede benen hebben?
D’hoore: ‘Dan is het om de beurt demarreren en hopen dat je in de juiste ontsnapping zit.’
Met zoveel sterke rensters moet SD Worx nogal een krabbenmand zijn.
D’hoore: ‘Integendeel. Er hangt een heel gemoedelijke sfeer. Heel Nederlands, rechtuit: staat iets je niet aan, gooi het in de groep. Het zijn allemaal rensters van een hoog niveau, automatisch is er dan wederzijds respect. Het is geven en nemen. Ik heb ook dikwijls meegemaakt dat ik mij super voelde, maar gevangen zat omdat er iemand anders van de ploeg voorop reed. Maar die won dan de koers en dan was ik ook blij, soms zelfs blijer dan wanneer ik zelf had gewonnen. We waren vriendinnen die elkaar iets gunden. Voor mij was die ploeg een soort familie. Vandaar bijvoorbeeld dat het ongeval van Amy ( Pieters, nvdr) dubbel zo hard binnenkwam. Met Amy was ik het meest close van iedereen. Ook nadat ik gestopt was, hoorde ik haar nog geregeld aan de telefoon. Na haar ongeval ben ik door de mensen ter plaatse dagelijks op de hoogte gehouden.’
Kasseiklassiekers
Zie je SD Worx straks het Vlaamse voorjaar oprollen?
D’hoore: ‘Pakweg vier, vijf jaar geleden zaten alle toppers bij Boels-Dolmans ( het huidige SD Worx, nvdr). Nu zitten ze verspreid over meerdere ploegen. Je kunt wel twintig namen opnoemen van rensters die kunnen meedingen naar winst in een klassieker. De top is breder geworden, het wordt een open strijd, mooi om te volgen. Maar SD Worx blijft in mijn ogen het sterkste blok. Ze hebben zoveel ervaring in het klassieke werk, zoveel parcourskennis. Er hoeft in de oortjes niet te worden gecommuniceerd van waar de wind waait, de rensters lezen zelf heel makkelijk de koers. Soms levert het maar een fractie van een seconde voorsprong op tegenover de concurrentie, maar dat kan wel het verschil maken tussen al dan niet mee zijn in een waaier of al dan niet de sprint winnen.’
Welk team komt het meest in de buurt?
D’hoore: ‘Trek-Segafredo. Elisa Longo Borghini, Lizzie Deignan, Ellen van Dijk en Lucinda Brand: vier grote motoren. Als die alle vier goed zijn, is dat een heel lastig blok. Het speelt in hun kaart dat het parcours van een paar klassiekers dit jaar nog iets zwaarder wordt. In de Ronde van Vlaanderen komt de Koppenberg erbij, in Gent-Wevelgem trekken de vrouwen voor het eerst door de Moeren en over de steile kant van de Kemmelberg. Dat zal niet meer de typische sprintkoers zijn. Voor de pure sprinters blijven er in de klassiekers in feite maar twee kansen over: Brugge-De Panne en de Scheldeprijs.’
Trek-Segafredo heeft zich bovendien nog versterkt met de wereldkampioene, Elisa Balsamo.
D’hoore: ‘De afgelopen jaren vond ik haar iets te opvallend koersen onderweg. Je zag dat ze super sterk was, maar doordat ze niet slim reed, kwam ze in de sprint gewoonlijk net iets tekort. Maar op het WK kwam gewoon haar klasse bovendrijven.’
Pas 23 en al wereldkampioene: geen vergiftigd geschenk, zoals de wereldtitel dat was voor Amalie Dideriksen?
D’hoore: ‘Zij was nog wat jonger ( 20 in 2016, nvdr). Elisa is ook down to earth, heel on-Italiaans, een goede mentaliteit. Ze weet die titel te plaatsen. Het is niet dat ze nu denkt dat ze het gemaakt heeft. Integendeel, ze wil zich blijven bewijzen. Ze gaat heel wat koersen winnen. Samen met Lorena Wiebes en Emma Norsgaard vormt zij nu de nieuwe sprinttop. Ik zie haar ook wel meedoen in de Vlaamse klassiekers, tot zelfs de Ronde van Vlaanderen.’
Beschikt Marianne Vos over een ploeg op haar niveau?
D’hoore: ‘Jumbo-Visma is in de breedte misschien niet zo sterk als SD Worx of Trek-Segafredo, maar rensters als Riejanne Markus en Anouska Koster zijn van goudwaarde voor een ploeg. Je vindt hen minder in de uitslagen terug, maar ze knappen heel wat werk op. En vergeet ook hun nieuwe aanwinst niet: Coryn Rivera, of Coryn Labecki zoals ze nu heet. Jumbo-Visma kan met Marianne en Coryn spelen als duo. Een van de twee gaat mee in de ontsnapping, de andere kan de sprint afwachten, want ze zijn alle twee heel snel. En Vos 2.0 is mentaal zo matuur dat ze gewoon niet meer van haar stuk te brengen is.’
Heuvelkassiekers
In de heuvelklassiekers was Anna van der Breggen de voorbije jaren de referentie, met twee keer winst in Luik en zeven keer op de Muur van Hoei. Zij is nu ploegleidster bij SD Worx. Wie wordt de nieuwe koningin van de Ardennen?
D’hoore: ‘Voor de Waalse Pijl zeg ik: Kasia Niewiadoma. Afgelopen jaar dacht ik al dat het haar beurt was, maar Anna was toch onklopbaar. Niewiadoma is niet super explosief zoals Julian Alaphilippe, maar bij de vrouwen hoeft dat ook minder. Bij de vrouwen wordt de Muur van Hoei vanaf de voet in één strak tempo naar boven gereden, een afvallingswedstrijd met aan het eind een sprint van stervende zwanen. Bij de mannen lijkt het meer op een echte sprint, kunnen ze in de laatste honderd, tweehonderd meter nog eens ontploffen.
‘Als ik aan Luik denk, zijn de eerste namen die bij mij opkomen Grace Brown en Demi Vollering: twee rensters die ook een sterke solo in de benen hebben en langere hellingen aankunnen. Brown wordt dit jaar al dertig, maar we hebben het laatste van haar nog niet gezien. Ze koerst nog niet heel lang, ze komt uit een andere sport ( atletiek, nvdr). Ze heeft gigantische kuiten en als je haar ziet, denk je: die kan niet bergop, maar ze is zó sterk. Ze kan alle parcoursen aan: van de Omloop tot Luik.
‘Demi kan ook heel goed bergop én ze heeft ook nog een eindschot. Dat is haar sterkte. Toen ze mijn ploegmaat werd en we de eerste keer samen op trainingskamp waren in Spanje, moesten we eens tegen elkaar sprinten. Ik dacht: tegen een klimmer, makkie! Maar zelfs toen ik vol aanging, bleef ze naast mij. Slechts met heel veel moeite wist ik haar te verslaan. Mijn moreel zakte helemaal onder nul. Maar als je dan haar sprint ziet in Luik, begrijp je het wel.’
Wie moet de Belgische eer hoog houden in het Waalse werk?
D’hoore: ‘Mocht Lotte ooit Luik rijden, zie ik haar daar ook wel ver komen. Ze rijdt goed bergop en als ze de hellingen overleeft, heeft ze dankzij haar sprint veel kans om de koers te winnen. Lotte kan alle klassiekers winnen, behalve de Waalse Pijl. Ze is eigenlijk hetzelfde type als Wout van Aert: twee multitalenten die verschillende disciplines combineren en van wie je je kunt afvragen of ze wel limieten hebben. Mocht Lotte zich ooit willen toeleggen op het tijdrijden, zie ik haar ook daarin doorbreken. Sowieso gaat ze nu al de vruchten plukken van haar overstap naar SD Worx en de aerotests die ze met de tijdritfiets op de piste hebben gedaan.’
Vijver vergroten
En zo komen we weer bij Kopecky uit. Geen ander Belgisch talent voor de klassiekers in de toekomst?
D’hoore: ‘De eerste die ik zou noemen, is Shari Bossuyt. Ik verwacht dat zij dit jaar een stap zal zetten, nu ze naar de WorldTour is overgegaan. Canyon-SRAM was vier, vijf jaar geleden een topploeg, maar de jongste jaren vond ik ze wat slabakken. Ze hebben enkel nog Niewiadoma, maar haar terrein is meer de lastiger parcoursen. Dat is een voordeel voor Shari: in de Vlaamse klassiekers zal ze vrijheid krijgen. Als lichtgewicht zie ik haar toekomst wel eerder liggen in klassiekers als Luik en de Amstel. Al moet ik voorzichtig zijn: op de piste draaide ze goed met ons mee in de ploegenachtervolging, dus ze kan ook die hoge wattages aan die je nodig hebt om in de kasseiklassiekers vooraan te eindigen.’
De top is breder geworden. Het wordt een open strijd, mooi om te volgen.’
Jolien D’hoore
Zij komt van NXTG. Wie van jullie team moeten we dit seizoen in de gaten houden?
D’hoore: ‘Iemand die op mijn aangeven bij de ploeg is gekomen: Lone Meertens. Zij is de oudste van de ploeg, straks 24, en dus op papier geen belofte meer. Ik ken haar van de nationale ploeg. Ze komt uit de atletiek, ze koerst nog maar een jaar of vier en heeft dus nog maar weinig basis. Als zij goed wordt begeleid, moet ze op termijn grote koersen kunnen winnen. Ze is een type voor de Waalse klassiekers, maar ook in een Ronde van Vlaanderen zie ik haar in de toekomst sterk voor de dag komen.’
Hoe probeer je bij Cycling Vlaanderen de talentenvijver te vergroten?
D’hoore: ‘Door de fundamenten te versterken, pas dan kunnen we een huis beginnen te bouwen. Er is het project ‘Zij aan zij’ voor meisjes van 12 tot 18 jaar, dat nu het derde jaar ingaat. We bereiden hen op competitie voor via workshops, webinars, trainingen… De opleiding loopt van maart tot juni, in juli kunnen ze aansluiten bij een club in de buurt en aan jeugdkoersen beginnen deel te nemen. Voor vrouwen 18+ hebben we een gelijkaardig project, maar dan over een jaar gespreid. Dat heet ‘Kopvrouwen’ en is nu aan de tweede jaargang toe. Bij beide projecten sta ik zelf in voor de sportieve invulling: van het opstellen van de kalender tot het mee gaan trainen op de fiets.’
Hoe is de respons?
D’hoore: ‘In 2020 volgden 52 meisjes het ‘Zij aan zij’-traject, vorig jaar waren ze al met 74. En het kan soms vlug gaan. Hélène Hesters bijvoorbeeld, de zus van Jules ( pistier bij Sport Vlaanderen-Baloise, nvdr), is deze winter al Belgisch junioreskampioene geworden op de piste, in de scratch en de individuele achtervolging. Zij is nog maar eerstejaars, voordien deed ze gymnastiek.
‘Voor ‘Kopvrouwen’ waren er vorig jaar 400 inschrijvingen, maar de meesten wilden vooral samen fietsen en waren niet zozeer op competitie uit. Het probleem is dat de drempel hoog ligt wanneer je als vrouw van 18+ wilt beginnen te koersen. Je moet al direct kermiskoersen rijden, waar je tegen profs als Lotte Kopecky moet optornen. Demotiverend, maar ook gevaarlijk. Die nieuwkomers hebben de stuurvaardigheid nog niet of weten niet goed hoe ze een bidon moeten aannemen. Daarom hebben we nu net onder die kermiskoersen een nieuwe wedstrijdcategorie gecreëerd, FUN-koersen. Het gaat om afwachtingswedstrijden in het voorprogramma van een kermiskoers voor dameselite, van een damesjeugdwedstrijd of zelfs van een na-Tourcriterium. En binnen ‘Kopvrouwen’ richten we een FUN-team op, een talentengroep die op basis van een inspanningstest wordt geselecteerd. Na een jaar opleiding en FUN-koersen zullen zij klaar zijn om kermiskoersen te rijden. Wie weet zit daar een tweede Annemiek van Vleuten tussen, ook iemand die pas op latere leeftijd is beginnen te koersen.’
Tot slot: wanneer mogen we jouw comeback als renster aankondigen?
D’hoore: ‘Comeback? ( lacht) Neen, ik heb het gevoel dat ik met mijn huidige job echt iets kan betekenen voor het vrouwenwielrennen in België. Daar haal ik heel veel voldoening uit. Aan comebacks doe ik niet mee!’
‘Lotte mag dromen van groen in de Tour’
2022 zal voor het vrouwenwielrennen de geschiedenis ingaan als het jaar van de wedergeboorte van de Ronde van Frankrijk. ‘Heel mooi uiteraard, en ook een goed format, met de eerste rit op de laatste dag van de mannen-Tour’, vindt Jolien D’hoore. ‘Mochten de vrouwen hun Tour gelijktijdig moeten afwerken met die van de mannen, zouden hun prestaties helemaal worden ondergesneeuwd.’
Tot nu toe was de Giro de belangrijkste rittenwedstrijd voor vrouwen. ‘In het peloton staat de Giro nog altijd op nummer één, de Tour staat daar niet boven’, stelt D’hoore. ‘De Giro heeft zoveel aanzien en zo’n geschiedenis, een heel goede organisatie ook.’
Volgens D’hoore wordt Annemiek van Vleuten de topfavoriete voor de Tour, met Demi Vollering als belangrijkste uitdaagster. ‘Annemiek is de betere klimster. Demi kan bergop ook met de besten mee, maar ze kan niet het verschil maken zoals Annemiek. Had er een tijdrit in gezeten, dan zou ik ook Marlen Reusser hebben genoemd. Intrinsiek was zij al de beste tijdrijdster van allemaal, en nu ze naar SD Worx is getransfereerd, zal ze dankzij de windtunneltests en de Specializedfiets nog wat vooruitgang boeken.’
In de Belgische hoek mag Lotte Kopecky net als Wout van Aert dromen van groen. ‘Als Lotte voor etappes gaat, kan het groen automatisch volgen’, zegt D’hoore. ‘In de vlakke ritten zal wellicht niemand bij machte zijn om Lorena Wiebes te kloppen, intrinsiek de snelste van heel het peloton. Veel zal ervan afhangen hoever Wiebes bergop kan overleven en of ze ook in die geaccidenteerde ritten voor de punten kan gaan of niet. Het kan een mooi duel opleveren.’
Jeugdidool van wereldkampioene Balsamo
‘Een jaar of zeven, acht geleden kreeg ik een mail van een Italiaans meisje’, vertelt Jolien D’hoore. ‘Ze was zestien, zeventien jaar en moest een spreekbeurt geven op school. Ze had mij als onderwerp gekozen, want ze was fan van me. Ze stuurde me een vragenlijst, in keurig Engels opgesteld, op zich al opmerkelijk voor een jonge Italiaanse, en natuurlijk vond ik die mail sympathiek, dus heb ik die beantwoord. Na het voorbije WK in Leuven zag ik haar na de podiumceremonie terug, zij met de regenboogtrui om de schouders. ‘ You’re still myhero‘, zei ze, en ze vroeg of ik me haar mail nog herinnerde. ‘Natuurlijk, ik heb die nooit verwijderd!’ Best wel een emotioneel moment, want wie kon destijds vermoeden dat Elisa Balsamo later wereldkampioene zou worden?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier