In het spoor van olympisch kampioen Remco Evenepoel: ‘Ik zie scheel van de honger, kan je een wafel halen voor mij?’
Na de tweede olympische titel van Remco Evenepoel volgden we zijn pad vanaf de aankomst tot aan het Belgian House. Een gedetailleerd verslag van hoe hij, zoals hij voorspeld had, ‘zich nog één keer amuseerde’, ook na de finish.
Aankomstzone aan de Trocadéro, op de Pont d’Iena, met zicht op de Eiffeltoren. Er staan nog 15 kilometer op de teller wanneer Remco Evenepoel op een hellend stuk zijn laatste overgebleven metgezel, de Fransman Valentin Madouas, uit het wiel rijdt. In de tribunes aan de aankomst stijgt gejuich op vanuit een hoek met Belgische fans, zwaaiend met de tricolore. De Fransen worden stiller, zij zien een gouden medaille definitief in rook opgaan. Al is het al langer duidelijk dat de superieure Belg de olympische wegrit zal winnen.
Tot hij op 3,8 kilometer van de finish plots een lekke achterband heeft. Niet alleen de Belgische fans, ook de Fransen op de tribune grijpen naar het hoofd, extra opgejut door de speaker: ‘Gaat hij alles verliezen?’ Neen, want een ingreep van het Belgische team daags voor de race blijkt cruciaal. Op de wagens die de ploegen van de organisatie hadden gekregen, duurde het heel lang om een reservefiets van het dak te halen. Dus werd dat rek vervangen door een ‘eigen’ rek van de bond.
Omdat bondscoach Sven Vanthourenhout de richtlijnen van een Italiaanse wedstrijdcommissaris heeft genegeerd en achter Evenepoel heeft plaatsgenomen, bespaart het veel seconden bij de wissel. Ook omdat de ervaren mecanicien Kurt Roose ijzig kalm blijft, Evenepoel een nieuwe fiets geeft en hem met een fikse, korte sprint weer op gang duwt.
Zelfs met dat oponthoud kan de Vlaams-Brabander met ruim een minuut voorsprong richting de eindstreep rijden. Hij heeft zelfs de tijd voor een zegegebaar: hij stapt van de fiets, spreidt zijn armen in de lucht en legt denkbeeldig de telefoonhoorn op de haak. Dit gebaar maakte hij eerder dit seizoen al in de GP Figueira Champions Classic. Geïnspireerd door de Amerikaanse tennisser Ben Shelton, die het vorig jaar op de US Open deed. ‘Dialled in’ heet het, volledig gefocust zijn. ‘Ik denk dat het iets fris, iets nieuws is. I hope you enjoyed it,’ zal Evenepoel later op de persconferentie vertellen.
Na de finish jut Evenepoel de Belgische supporters in de tribune op, voor hij in de armen van zijn trouwe verzorger David Geeroms en zijn fysiotherapeut Steven Vrancken valt. Een minuut later gaan de decibels in de tribune weer de hoogte in, wanneer Valentin Madouas en Christophe Laporte het gastland Frankrijk zilver en brons bezorgen.
Even later duikt ook de delegatie van het BOIC op: voorzitter Jean-Michel Saive, die oprecht ontroerd is, en ceo Cédric Van Branteghem schudden de hand van Evenepoel. Ze stralen van geluk bij een tweede olympische titel voor Team Belgium. Ook bondscoach Sven Vanthourenhout houdt het niet droog wanneer hij verzorger David Geeroms omhelst.
Daarna wordt Evenepoel naar een cabine geleid waar hij zich kan omkleden voor de podiumceremonie. We volgen hem en Geeroms tot een zone waar we, ondanks onze accreditatie, geen toegang tot hebben, maar niemand die ons tegenhoudt. Het duurt een tiental minuten voordat Evenepoel zich heeft opgefrist en zijn officiële trainingsoutfit heeft aangetrokken. Na een foto met Geeroms, persverantwoordelijke Guy Vermeiren en een vrijwilliger daalt hij de trap af en grijpt hij een eerste keer naar zijn hoofd – van ongeloof, lijkt het.
Felicitaties van Alaphilippe
Beneden krijgt Evenepoel van een regisseur te horen hoe de podiumceremonie zal verlopen. In afwachting kan hij zich neerzetten op een harde plastic klapstoel. Intussen arriveren ook drie mannen in keurige uniformen, met de Belgische en twee Franse vlaggen. Ze zullen lang in hun rijtje moeten staan, want het duurt een hele tijd eer de ceremonie kan beginnen. Evenepoel, alleen op zijn stoeltje, staart enkele minuten voor zich uit. Het lijkt alsof hij alles even moet laten bezinken. Tot Soudal Quick-Step-ploegmaat Julian Alaphilippe achter de coulissen verschijnt en hem innig feliciteert, hoofd tegen hoofd, met een stevige handdruk.
Vervolgens vlijen Madouas en Laporte zich neer op de twee stoeltjes naast Evenepoel. We horen Madouas vertellen dat hij de laatste tien minuten in het wiel van de Belg bijna moest overgeven, zo diep moest hij gaan om uiteindelijk toch te moeten lossen. Voor de Franse bondscoach Thomas Voeckler was dit licht verrassend – ‘Ik had gedacht dat Remco misschien wat decompressie zou hebben gehad na de tijdrit,’ zegt hij ons – maar hij vindt de zege van Evenepoel niettemin dik verdiend. ‘Hij was simpelweg de beste. C’était impressionnant.’
Nog één keer amuseren
De drie medaillisten lijken zich klaar te mogen maken voor de ceremonie, maar krijgen, licht tegen hun zin, te horen dat ze zich weer moeten neerzetten. De Franse UCI-voorzitter David Lappartient maakt van de gelegenheid gebruik om zijn twee landgenoten en de nieuwe olympische kampioen te feliciteren. Wanneer de twee vriendinnen van Madouas en Laporte aankomen, zit Evenepoel weer even alleen. Opnieuw wordt hij emotioneel, en houdt hij zijn handen voor zijn vochtige ogen. Zijn vrouw Oumi is nog niet bij hem geraakt, en dus gaat hij even piepen aan de ingang of hij haar ergens kan zien – zonder resultaat.
Wij klampen intussen verzorger David Geeroms aan. Wat Remco’s eerste woorden na de finish waren? ‘Geen,’ lacht hij. ‘Hij was sprakeloos. Maar daarnet zei hij in de cabine wel: ‘Wat heb ik nu weer gedaan?’ Hij kon het nog niet geloven, en ikzelf ook niet trouwens. Ik zal het pas de komende dagen beseffen wat we de voorbije week hebben meegemaakt.’
Toch was Evenepoel vol vertrouwen, zegt de verzorger: ‘Gisteren, tijdens de massage, zei hij: “Ik voel me super en ga me nog één keer amuseren.” Wel, hij heeft zich effectief goed geamuseerd.’
Volgens Geeroms was Evenepoel ook door nog iets anders gemotiveerd: ‘Remco had opgezocht dat nog geen enkele renner olympisch kampioen tijdrijden én olympisch kampioen op de weg was geworden. Iets doen wat nog niemand heeft gedaan, daar kickt een eergevoelige kampioen als hij op.’
Voor Evenepoel en voor Geeroms is deze titel het einde van een lange periode. ‘Sinds 1 juni zijn we amper thuis geweest: eerst de Dauphiné, dan op hoogtestage, dan de Tour, nu de Spelen – en ervoor nog de revalidatie na zijn zware val in de Ronde van het Baskenland. Veel mooie momenten, maar ook moeilijke. Dat vergeten mensen vaak. Dat Remco de mentale kracht heeft om dit nog uit zijn hoed te toveren, dat is alleen de hele groten gegeven.’
Groepsfoto
Na een klein halfuur is het eindelijk tijd voor de podiumceremonie. Met de traditionele elementen: overhandiging van de medailles, het spelen van het volkslied – door Evenepoel, met tranende ogen, weer meegezongen, met de hand op het hart – en de selfie met Laporte en Madouas.
Na de ceremonie duikt bondscoach Sven Vanthourenhout op, met in zijn spoor alle leden van het Belgische team: verzorgers, mecaniciens, bondsvoorzitter Tom Van Damme, en Jean-Michel Saive en Cédric Van Branteghem. Vanthourenhout wil een groepsfoto, met zicht op de Eiffeltoren. Dezelfde die vorige week al werd genomen, toen op de Pont d’Alexandre, na de tijdrit. Dat teamgevoel wordt ook erg in de verf gezet.
Terwijl Remco eindelijk zijn Oumi in de armen kan sluiten, en zich met zijn vrouw laat fotograferen, tikken we Vanthourenhout op de schouder. Ook voor hem is het duidelijk een hectische dag geweest. ‘Zeker bij de lekke band stond mijn hart even stil, maar we zijn toch kalm gebleven bij de wissel. Remco was even in de war, omdat hij dacht dat zijn voorsprong veel kleiner was geworden, maar ik heb hem in de wagen twee keer kunnen geruststellen. Zijn voorsprong was groot genoeg. Je zag meteen een blik van vertrouwen.’
‘Na de finish heeft hij me bedankt voor het werk van de voorbije dagen, want het was bij momenten bijzonder hectisch in het olympische dorp. Alleen al om de matrassen van de renners in de kamers te krijgen. Dat Remco meteen merci zegt, verrast me niet. Hij is een jongen met het hart op de juiste plaats. Dat kan ik niet genoeg benadrukken. Al zijn zijn benen ook niet mis’, lacht Vanthourenhout.
Die benen voerden ook perfect uit wat vooraf was uitgestippeld. ‘We hadden twee scenario’s voor ogen: Wout (Van Aert, nvdr) moest de eerste aanvallen, vooral van Mathieu van der Poel, op de helling van Montmartre counteren. En Remco moest, wanneer het zou stilvallen, daarna versnellen op een andere helling, waar hij effectief heeft aangevallen. Daar zouden we ons strikt aan houden. Zeker toen Wout voor de finale naar de auto kwam en zei: “Ik denk dat Remco heel goed is.” Zo heeft iedereen het plan perfect uitgevoerd. Ook Wout, die in de achtergrond perfect afstopte.’
Twee gouden plakken
Evenepoel is intussen teruggekeerd naar de mixed zone voor een hele reeks interviews met Belgische en buitenlandse tv-stations, van de BBC tot het Amerikaanse NBC.
Tussendoor stopt hij geregeld voor een selfie met vrijwilligers, waar hij zijn twéé gouden plakken showt. Zijn eerste medaille, van de tijdrit, heeft Oumi van thuis voor hem meegenomen, zodat hij eventueel beide medailles kon showen voor de camera’s. Dat heet voorzienig zijn. Maar getuigt ook van veel vertrouwen.
Ook opvallend: na de eerste emotionele momenten blijft Evenepoel bij alle plichtplegingen bijzonder rustig. Alsof hij net de kermiskoers van Gullegem heeft gewonnen. De weg van een paar honderd meter naar de daaropvolgende persconferentie met de schrijvende media wordt hem wel makkelijk gemaakt. Hij mag samen met bondsdokter Kris Van der Mieren en persverantwoordelijke Guy Vermeiren in een golfkarretje plaatsnemen.
We lopen ernaast, tot hij ons opmerkt. ‘Jonas, kan jij aan dat wafelkraam ginder (hij wijst naar voren, nvdr), een wafel vragen? Ik zie scheel van de honger.’ Wanneer een olympische kampioen iets vraagt, kan je dat uiteraard niet weigeren. Helaas kan de uitbater Evenepoels wens niet inwilligen. ‘We zijn gesloten.’ ‘Of hij echt niet één wafel over heeft? ‘Non monsieur.’
Evenepoel vloekt en vraagt dan maar aan de journalisten in de perszaal of ze iets bij hebben om te eten. Zij gooien de chocoladerepen, die te verkrijgen waren in de mediaroom, naar voren. Die smikkelt de Schepdaalnaar op wanneer hij de vragen beantwoordt, met zijn kenmerkende flair.
Over zijn zegegebaar, over hoe zijn lekke band ‘extra spice to the victory’ gaf (de overwinning extra kruidde), over hoe hij de mooiste maand van zijn carrière heeft beleefd, over hoe je alles kan bereiken waar je van droomt als je er voor werkt, en over de gouden medaille die Oumi heeft meegebracht zodat hij nu met twee plakken kan poseren. Zoals zijn jeugdidool Michael Phelps na de Olympische Spelen van Peking deed met zijn, toen acht, gouden medailles.
Na de persconferentie wordt Evenepoel weer in het golfkarretje gezet en naar de dopingcontrole gevoerd. Onderweg ziet hij Sven Vanthourenhout bij Sporza-reporter Ruben Van Gucht staan, voor een interview in VRT-journaal. Hij fluit naar de bondscoach. ‘Hey Sven, op tijd op het feest zijn, hé. Afronden!’, grapt Evenepoel.
Bij de dopingcontrole moeten we hem lossen. Zijn avond is nog lang niet afgelopen. Eerst gaat hij terug naar het olympische dorp. Dan met Wout van Aert en co naar het Belgian House, voor dezelfde zegeparade zoals vorige week, te midden van een enthousiaste menigte, en een medailleviering met de (betalende) gasten en dj Average Rob – waar journalisten niet toegelaten zijn.
Dan volgt een optreden in het programma Paris by Night, en nog een live-interview met de RTBF. ‘En zelfs CNN heeft gevraagd of ze Remco nog kunnen interviewen, boven op het dak. Maar ik weet niet of dat nog zal lukken’, lacht persverantwoordelijke Guy Vermeiren. Evenepoel lacht bij het vooruitzicht op de komende uren: ‘Ik denk niet dat ik deze nacht ga slapen.’
Maar als hij wel – al was het maar voor een paar uur – de ogen dichtdoet, zal hij dat doen als twéévoudig olympisch kampioen. Bovendien met het vooruitzicht dat hij zondag op reis vertrekt, voor een viertal dagen. Eindelijk ontspannen en alles even loslaten.
En of hij het heeft verdiend.
Olympische Spelen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier