Hoe wereldkampioen Mathieu van der Poel de kunst van het geduld omarmde en zo een nog grotere winnaar werd
Een kleine vier maanden zat Mathieu van der Poel met één koers in zijn hoofd: het WK in Glasgow. Zelfs een Tour zonder ritzege deerde hem niet. De Nederlander leerde wachten en pieken, en werd beloond met de allermooiste prijs: zijn eerste regenboogtrui op de weg.
September 2013. Een beenblessure knipt in het zelfvertrouwen van de 18-jarige junior Mathieu van der Poel in aanloop naar het WK op de weg in Firenze. Zeker als hij in de tijdrit slechts vijftigste wordt, ruim twee minuten trager dan Igor Decraene. De daaropvolgende wegrace winnen? Onmogelijk, denkt hij. Vader Adrie pompt ‘Matje’ echter moed in – ‘Je kunt ook op anderhalf been winnen!’ – en geeft hem raad mee: ‘Voor één keer lang wachten. Zet alles op één aanval op de laatste beklimming.’
Dat plan voert zoonlief op de Via Salviati perfect uit. Drie seconden voor het aanstormende peloton bolt hij solo over de eindstreep in Firenze. Met de Nederlandse vlag boven het hoofd schreeuwt hij zijn vreugde uit. ‘De ontlading is altijd groot bij een wegrace, maar nu was ik écht euforisch. Het gevoel in die laatste rechte lijn zal mij altijd bijblijven’, vertelt Van der Poel, de eerste junior die wereldtitels in het veld én op de weg verovert.
Jeugdbondscoach Piet Kuijs blinkt achteraf zijn goudklomp nog wat op. ‘Mathieu, de nieuwe Peter Sagan? Hij klimt alleszins beter. En hij kan ook tijdrijden én sprinten… Een súpertalent, al is de weg naar de top lang. Eerst nog wat rijpen in het veld.’
Dat is Van der Poel ook van plan, vertelt hij wat later in HUMO. ‘Zo veel van huis weg zijn, als wegrenner, ik zou er moeite mee hebben. Natuurlijk wil ik graag eens de Tour rijden. En de klassiekers moeten mij zeker liggen. Toch rijd ik nu honderd keer liever in veld. Zelfs in een wegkoers van 120 kilometer verveel ik me. Het wringt ook met mijn koersmentaliteit: ik val graag aan van bij de start.’
Het vervolg is bekend: in 2015 wordt de 20-jarige Van der Poel de jongste veldritwereldkampioen ooit bij de profs. Daarna zet hij langzaam zijn eerste stappen op de weg, waar hij zijn onblusbare temperament blijft volgen. Met de aanval, vaak ver voor de finish, als hoogste goed. Alleen winnen is niet goed genoeg, het moet met panache zijn. Zoals bij zijn eerste grote overwinning op de weg, in de Amstel Gold Race van 2019. De ontlading na zijn miraculeuze comeback in de finale is zowaar nog groter dan in Firenze.
Stevige knikjes omlaag
Van der Poels carrière gaat daarna in stijgende lijn: een eerste zege in een monument in de Ronde van Vlaanderen van 2020, een enorme versnelling op de Via Santa Catarina in de Strade Bianche van 2021, een eerste, emotionele ritzege en een gele trui in de Tour van 2021, en een tweede overwinning in de Ronde van Vlaanderen in 2022.
Die stijgende lijn krijgt echter ook stevige knikjes naar beneden: zijn kwetsbare rug blijft opspelen, in de mountainbikerace van de Spelen Tokio vergeet hij een plankje en verknalt hij zijn olympische droom, in de Tour van 2022 moet hij, na een zware Giro, uitgeput opgeven, en in het daaropvolgende WK in Australië houdt een incident met twee tienermeisjes in een hotel hem van zijn regenboogdoel.
Van der Poel beseft zo steeds meer dat hij ouder wordt en dat de kansen om geschiedenis te schrijven stilaan verminderen. De Nederlander beseft dat de speeltijd op en naast de fiets voorbij is. Dat meer preventieve oefeningen voor zijn kwetsbare rug en meer doelgerichter pieken de manier moeten worden om zijn immense talent ten volle te laten renderen.
De koers- en zegehonger vervangt hij deels door het plezier van het trainen en het proces van het voorbereiden. Op datgene waar hij voortaan alleen nog écht op focust: in het veldrijden op het wereldkampioenschap, op de weg op zeges in monumenten en de regenboogtrui, de grootste parel die nog ontbreekt in zijn kroon.
Het blijkt de winnende formule: goud op het WK veldrijden in ‘zijn’ Hoogerheide, zeges in Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix. Twijfels bij de buitenwereld na een niet zo dominante veldritwinter, na een ogenschijnlijk minder vormpeil in de Strade Bianche en in een Tirreno-Adriatico zonder ritzege glijden van hem af. Vol vertrouwen in zijn trainingsaanpak werkt Van der Poel toe naar zijn grote doelen.
Zo mikt hij telkens in de roos. Fysiek bevrijd omdat de rugpijn uitblijft, en omdat hij als een koelbloedige killer de kunst van het wachten op het juiste moment tot in de perfectie heeft leren beheersen. Zoals de Nederlander in 2013 deed op het WK voor junioren in Firenze. Zoals op het WK veldrijden in Hoogerheide, toen hij níét over de balkjes sprong en alles op de sprint tegen een verraste Van Aert zette. Zoals in Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix, met een perfect getimede aanval op de Poggio en op Carrefour de l’Arbre.
Wachtperiode
Na dat succesvolle voorjaar begint Van der Poel aan een nieuw plan, al moet hij wel vier maanden wachten. Tot het WK in Glasgow, dat hem op het lijf is geschreven. Intussen zou hij wel starten in de Tour de France, maar in de weken voor en tijdens die ronde blijkt in vele interviews dat Van der Poel van slechts één wedstrijd echt wakker ligt.
Dat MvdP in de Tour zelf niet kan winnen, omdat hij vooral ploegmaat Jasper Philipsen naar vier sprintzeges loodst en omdat hij een goeie week lang met een verkoudheid sukkelt? Geen erg. Hij valt niet om de haverklap aan, zoals in de Giro van 2022, maakt van de Tour een half trainingskamp en uit het succes van Philipsen haalt hij ook voldoening. Bovendien moet zijn moment nog komen, in Glasgow.
Na de Tour veilt Van der Poel de laatste scherpe kantjes af tijdens een ministage in Spanje, waar hij sinds afgelopen winter een huis heeft aan de Costa Blanca. Hij werkt er op de continue versnellingen van twintig tot dertig seconden die van het WK een uitputtingsslag zullen maken. Met een enorme focus die Matje ook blijft koppelen aan zijn kenmerkende relaxte houding.
Dat blijkt ook tijdens het WK: wanneer de koers door een protestactie driekwartier wordt geneutraliseerd, gaat hij een ‘grote boodschap’ doen in een boerderij in de buurt. Dat hij daarna even op achterstand geraakt wanneer de koers wordt hervat? Geen probleem, zijn ploegmaats rijden het gat wel toe.
Roofdier
In de finale drijft het roofdier in MvdP opnieuw boven. Terwijl hij vroeger op dat heuvelachtige parcours talloze keren had aangevallen, blijft hij op twee korte versnellingen na, op 92 en 73 km voor de finish, opvallend rustig. Erop lettend dat hij in een bijzonder intense koers niet vergeet te eten en te drinken. Zoals op het WK in 2019 in Harrogate, waar hij door een hongerklop geveld werd.
Deze keer loert hij geduldig op zijn kans om toe te slaan in de voorlaatste ronde: op Great George Street, 22 km voor de aankomst. Voelend dat hij daar, op die 325 meter lange strook met een piek tot 11 procent, zijn prooien kan verscheuren.
Zo gedacht, zo gedaan. De aanval geeft Van der Poel vleugels, tot hij in een bocht onderuit glijdt. Hij blijft echter kalm, zelfs een kapotte sluiting van zijn schoen en een bebloede elleboog deert hem niet. Met vuur in de ogen breidt hij zijn voorsprong zelfs verder uit op Wout van Aert, Tadej Pogacar en Mads Pedersen (nota bene de Deen die op het WK voor junioren in Firenze 2013 als tweede eindigde na de Nederlander en in 2019 in Harrogate profiteerde van diens hongerklop door naar de regenboogtrui te sprinten).
Klein fenomeen
Aan de finish op Georges Square grijpt de nieuwe wereldkampioen tot driemaal toe, vol ongeloof, naar het hoofd. Zijn afspraak met de geschiedenis is hij nagekomen, na vier maanden lang planmatig wachten en werken. De revanche op het hotelincident voor het vorige WK in Australië heeft Van der Poel ook beet. De gedachte aan die gruwelnacht op het politiebureau ging tijdens de solo zelfs meermaals door zijn hoofd en gaf hem een extra duwtje.
Wat bij grootvader Raymond Poulidor zo moeilijk lukte, de allergrootste koersen winnen (ook het WK, waar Poupou één keer tweede en driemaal derde werd), zo gemakkelijk lijkt het zijn kleinzoon nu af te gaan. Zijn intussen overleden ‘papy’ noemde hem in 2014, toen Mathieu 19 was, niet voor niets: ‘Mon petit phénomène’.
Dat kleine fenomeen is acht jaar later een groot fenomeen geworden, mede omdat hij de grootste kwaliteit van zijn eeuwige rivaal uit België, Wout van Aert, heeft helemaal leren beheersen: de kunst van het meticuleus voorbereiden en focussen. Het leverde hem dit jaar al twee zeges in een monument én een wereldtitel op. Alleen Tom Boonen, Eddy Merckx en Rik Van Looy hebben hem dat in één seizoen voorgedaan. Geen enkele man had zelfs eerder de dubbel als wereldkampioen in het veld én op de weg bij de profs gerealiseerd.
Volgens Van der Poel is zijn carrière nu ‘bijna compleet’, maar de kans is reëel dat hij de komende jaren een palmares zal opbouwen dat de vergelijking zal kunnen weerstaan met dat van de allergrootste eendagsrenners uit de geschiedenis. En zal waarmaken wat Marc Lamberts, de coach van… Wout van Aert, al in oktober 2017 zei over de concurrent van zijn poulain: ‘Zoals we over Merckxiaans spreken, zo gaan we ooit over Van der Poeliaans praten.’
Zo groot als Merckx zal de Nederlander nooit worden, maar het bijvoeglijk naamwoord mag nu al met recht en rede worden uitgesproken.
- Mathieu van der Poel
- Igor Decraene
- Piet Kuijs
- Peter Sagan
- HUMO
- Amstel Gold Race
- Van der Poels
- Ronde van Vlaanderen
- Strade Bianche
- Giro
- Milaan-Sanremo
- Parijs-Roubaix
- Tirreno-Adriatico
- Tour de France
- Jasper Philipsen
- Wout van Aert
- Tadej Pogacar
- Mads Pedersen
- Raymond Poulidor
- Tom Boonen
- Eddy Merckx
- Rik Van Looy
- Marc Lamberts
- Van der Poeliaans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier