Hoe het verhaal tussen Mathieu van der Poel en de broers Roodhooft begon
Mathieu van der Poel (29) verlengde zijn contract tot 2028 bij Alpecin-Deceuninck, de ploeg van de broers Christof en Philip Roodhooft. Hij begon er al in 2011 als crosser bij de junioren, maar schitterde ook op de weg. Hoe de Nederlander ook daar al vroeg zijn klasse etaleerde is minder bekend. Een reconstructie.
Hij is getranscendeerd naar de onvoorspelbare tijdzone van de goden.’ (columnist Hugo Camps) ‘Mathieu heeft meer talent dan Armstrong, Boonen en Cancellara. ‘ (ex-ploegmaat Stijn Devolder) ‘Zoals we over Merckxiaans spreken, zo gaan we ooit over Van der Poeliaans praten.’ (Marc Lamberts, coach van Wout van Aert)
Het zijn maar enkele van de superlatieven die de voorbije jaren over Mathieu van der Poel opgediept werden. Over een wonderkind begiftigd met unieke genen van vader Adrie en Corinne Poulidor – dochter van Raymond. Een kind dat op een leeftijd van tien maanden al kan stappen, in zijn derde levensjaar al fietst zonder steunwieltjes en als vijfjarige – officieel een jaar te vroeg – al deelneemt aan wedstrijdjes van de West-Brabantse veldritcompetitie. Zijn droom, dán al: cyclocrosser worden, als fan van Sven Nys.
Mathieu beoefent weliswaar nog andere sporten als judo, tennis én voetbal (als aanvallende middenvelder bij KSK Kalmthout), maar die laat hij links liggen wanneer hij vanaf de aspiranten op het veld focust. Stoeien in de modder, als technisch superbegaafde renner: niets wat hij liever doet. Van een wegcarrière droomt de kleinzoon van Raymond Poulidor niet. Toch beklimt hij op zijn negende wel L’Alpe d’Huez en de Mont Ventoux, met pa Adrie naast hem. Kilometerslang huilend van het afzien, maar doorbijtend, tot de top.
Als eerste wielerploeg kiest de Nederlander vijf jaar later voor Isorex. Bij die opleidingsploeg uit het Oost-Vlaamse Gavere hebben eerder profrenners als Thomas De Gendt, Bert De Backer en Pieter Serry de knepen van het vak geleerd. Rudy Steynen, een vriend van de familie Van der Poel en van Dirk Willemijns, duivel-doet-al bij Isorex, geeft de voorzet. Vader Adrie vindt het een geschikte keuze, ook voor Mathieus oudere broer David: een mooi programma, weinig druk, alles nog heel speels. Daarom rijden zijn zonen ook niet met het duurste materiaal, maar met tweedehandsfietsen.
Zelfs daarmee dartelt Mathieu al direct in het veld: als eerstejaarsnieuweling, in de winter van 2009/10, is hij meteen goed voor 22 overwinningen. In zijn daaropvolgende wegcampagne blijft de zegeteller echter op nul steken. Omdat Van der Poel alleen op woensdagnamiddag traint en vaak zijn trainingsmakker/ploeggenoot Toon Wouters laat winnen. Zoals in de interclub van Aalst-bij-Sint-Truiden, waar hij al na halfweg demarreert en alleen Wouters hem nog kan bijhalen. Hand in hand komen ze over de aankomst: Wouters als eerste, Van der Poel als tweede. Ook in andere koersen strandt MvdP telkens op een dichte ereplaats. Vaak het ‘slachtoffer’ van zijn onblusbare, maar soms te grote drang om aan te vallen, van bij de start. Al levert hem dat onderweg wel veel premies of punten voor het bergklassement op. Mét bijhorende prijzen, zoals een fietskader die hij weer kan verkopen.
In de kortere veldritten kan de tweedejaarsnieuweling in de winter van 2010/11 zijn tonnen energie wel omzetten in overwinningen, mede door zijn superieure techniek: 29 stuks. Op… 29 crossen. Ook in de lente/zomer van 2011 dragen zijn aanvallen op de weg, in tegenstelling tot het jaar ervoor, tot de eindstreep. Op 27 maart 2011 wint Van der Poel zijn eerste wegkoers, de Ronde van Huijbergen. Een maand later, daags nadat Philippe Gilbert Luik-Bastenaken-Luik heeft gedomineerd, schiet hij ook in België voor het eerst in de roos, in Temse.
Daarna volgen nog zeges in onder meer de Nederlandse Omloop van Margraten, in het nationaal kampioenschap tijdrijden en in de GP Houtsaeger in Koksijde. Na een solo van 50 kilometer houdt Van der Poel er aan de finish… 50 meter over. ‘Niet gedacht dat ik het tot de aankomst alleen zou volhouden’, lacht de nieuweling.
Begin juli oogst de zaaier van aanvalslust opnieuw, in de Ardense klimkoers van Harzé. Zijn voorsprong deze keer: ruim twee minuten op Nathan Van Hooydonck (momenteel bij Jumbo-Visma). Eenzelfde straffe stoot half augustus in de afwachtingsrace van de Druivenkoers. Net voor halfweg laat hij Van Hooydonck, zijn enige medevluchter, al ter plaatse. Zijn voorsprong: weer twee minuten.
Vlaamse Ardennen
De daaropvolgende winter duikt Van der Poel het veld in met een nieuw shirt: dat van Boxx Veldritacademie, een team dat de broers Christoph en Philip Roodhooft voor hem hebben opgericht. Christoph kende vader Adrie immers van in het café van Roland Liboton, waar hij als junior trainingsadvies kreeg van Adrie, toen een crosser op zijn retour. Jaren later, tijdens de veldrit van Gieten in 2009, vraagt Adrie aan Christoph, op dat moment ploegleider van Niels Albert, of hij fietsen kan leveren voor zijn zoon David. Twee weken erna voegt hij eraan toe: ‘Ik heb een andere zoon die nóg beter is. En echt álles kan. Mag hij ook een fiets?’
Zo komt Mathieu na zijn Isorexperiode terecht onder de Roodhooftparaplu, waar hij het ook in zijn eerste juniorenseizoen (2011/12) overwinningen laat regenen: 26 stuks op 30 crossen. Onder meer zijn eerste regenboogtrui, in Koksijde, voor… Wout van Aert. Ook op de weg druppelen de zeges uit de lucht: in Nederlandse klassiekers, in de Belgische klimkoersen van Harzé en Herbeumont en in de Franse Tour des Vallées. In andere internationale rondes moet Van der Poel zich echter vooral met ereplaatsen tevredenstellen. En op zijn eerste WK op de weg, in Valkenburg, wordt hij in de sprint op de Cauberg ‘pas’ negende – Matej Mohoric en Caleb Ewan behalen er goud en zilver.
Zelfs als hij ruim voorop ligt, dwingt MvdP zichzelf om op een klim te blijven rechtstaan op de pedalen, tot het melkzuur uit zijn oren spuit.
Nadat hij in het veld, in het seizoen 2012/13, weer iedereen heeft overklast (30 zeges op 30 races), zet Van der Poel ook op de weg een trapje hoger, met onder meer zijn eerste nationale wegtitel, ritoverwinningen in de Vredeskoers en de GP Patton, en eindzeges in de Trophée Centre Morbihan, Tour du Valromey en de GP Rüebliland, inclusief vele etappezeges. Toch noemt hij zijn mooiste triomf van die zomer de klimkoers in Harzé. Na een solo van 75 kilometer en met víér en een halve minuut voorsprong op onder meer Laurens De Plus. Zelfs als hij ruim voorop ligt, dwingt MvdP zichzelf immers om op een klim te blijven rechtstaan op de pedalen, tot het melkzuur uit zijn oren spuit. ‘De rest bergop pijn zien lijden terwijl je zelf lijkt te vliegen. Daar doe je het voor’, vertelt hij later dat jaar in HUMO.
Die zomer proeft Mathieu ook voor het eerst in een wegkoers van de Vlaamse Ardennen, tijdens de juniorenklassieker Omloop Mandel-Leie-Schelde. De Nederlander vliegt meteen de Kluisberg en Oude Kwaremont op. Op de top van de Paterberg, négentig kilometer voor de finish in Meulebeke, heeft hij al bijna een minuut voorsprong. Van der Poel wordt echter weer ingerekend en eindigt door het tactische spel in de vlakke finale pas als 32e. Maar hij heeft zich wel geamuseerd.
Toch kan de speelvogel de weken erna zijn vleugels niet helemaal spreiden: een beenblessure knipt in zijn zelfvertrouwen in aanloop naar het WK in Firenze, eind september 2013. Zeker als Van der Poel in de tijdrit slechts vijftigste wordt, ruim twee minuten trager dan de betreurde Igor Decraene. De daaropvolgende wegrace winnen? Onmogelijk, denkt hij. Vader Adrie pompt Matje echter moed in – ‘Je kunt ook op anderhalf been winnen!’ – en geeft hem raad mee: ‘Voor één keer lang wachten, alles zetten op één aanval op de laatste beklimming.’
Het plan voert zoonlief op de Via Salviati perfect uit. Drie seconden voor het aanstormende peloton bolt hij solo over de eindstreep. Opvallende tweede: zijn grote rivaal Mads Pedersen, die in 2019, ten koste van een door een hongerklop gevelde MvdP wereldkampioen bij de profs zal worden in Harrogate. Daar met gebogen hoofd finishend, in Firenze 2013 met de Nederlandse vlag boven het hoofd, zijn vreugde uitschreeuwend. ‘De ontlading is altijd groot bij een wegrace, maar nu was ik écht euforisch. Het gevoel in die laatste rechte lijn zal mij altijd bijblijven’, vertelt Van der Poel, de eerste junior die wereldtitels in het veld én op de weg verovert. Jeugdbondscoach Piet Kuijs blinkt achteraf zijn goudklomp nog wat op. ‘Mathieu, de nieuwe PeterSagan? Hij klimt alleszins beter. En hij kan ook tijdrijden én sprinten… Een súpertalent, al is de weg naar de top lang. Eerst nog wat rijpen in het veld.’
Dat is Van der Poel ook van plan, vertelt hij wat later in HUMO. ‘Zo veel van huis weg zijn, als wegrenner, ik zou er moeite mee hebben. Al ben ik na Firenze wel beginnen na te denken. Natuurlijk wil ik graag eens de Tour rijden. En de klassiekers moeten mij zeker liggen, als je ziet hoe Zdenek Stybar het daarin doet. Toch rijd ik nu honderd keer liever in veld. Zelfs in een wegkoers van 120 kilometer verveel ik me. Het wringt ook met mijn koersmentaliteit: ik val graag aan van bij de start.’
Profdebuut
Van der Poel twijfelt dan ook niet om op 1 januari 2014, 19 dagen voor zijn 19e verjaardag, prof te worden bij BKCP-Powerplus, het continentale (veldrit)team van de broers Roodhooft. In mei dat jaar debuteert hij ook bij de grote jongens op de weg, in de Ronde van België. In de koninginnenrit, nadat het peloton na twee passages op de Muur van Hoei al gedecimeerd is, laat hij zich afzakken tot bij ploegleider Christof Roodhooft. Die vraagt hoe hij zich voelt. Waarop Mathieu doodleuk antwoordt: ‘Dat zal ik weten als ze straks écht koersen, zeker?’ Dat blijkt wanneer hij op de voorlaatste Ardennenklim in zijn eentje een gat dicht op een groep met onder meer leider Tony Martin, Philippe Gilbert en Greg Van Avermaet. Als die laatste vol aanzet en even later het hoofd draait, staren twee ogen hem helder aan, die van Van der Poel. De Nederlander wint wel niet – hij eindigt in de sprint als 32e – maar achteraf heeft iedereen het over Die Ene Demarrage.
Twee weken later doet de Nederlander weer kinnebakken zakken door in de Ronde van Limburg de ervaren Duitser Paul Martens te kloppen in een massasprint – zijn allereerste profzege op de weg, amper 19 jaar, 4 maanden en 27 dagen oud. Zijn killersinstinct en bodemloze drang om te winnen drijft ook daar al boven. Dat merkt Christoph Roodhooft een maand later ook in de Boucles de la Mayenne. Hij test Van der Poel en belooft hem de nieuwste iPhone als hij níét in de top vijf van de proloog eindigt. Die wordt toch derde, na zich vol te hebben gegeven. Eervoller dan die iPhone op zak te steken, vindt Matje, die de weken erna ritten in kleinere rondes als de Tour Alsace en de Baltic Chain Tour (plus het eindklassement) wint. Op het WK voor beloften in Ponferrada finisht hij echter ‘slechts’ als tiende, na een vergeefse aanval in de finale. Een ontgoocheling, maar dat is op het eerstvolgende wereldkampioenschap in het veld, in Tábor 2015, een verre herinnering. Na zijn eerste nationale proftitel verovert hij als jongste ooit, 20 jaar en 13 dagen oud, ook de regenboogtrui bij de elite.
Na een break vliegt de Hollander daarna weer op de weg, in de Belgium Tour. In de koninginnenrit bepaalt hij met Greg Van Avermaet en de 21-jarige Tiesj Benoot de koers. Pas op de slotklim moet hij afhaken, maar hij wordt wel zesde in het eindklassement. Daarna volgt een relatief rustige zomer. Het grote doel immers: de Ronde van de Toekomst. Mathieu wil weten wat hij in de cols waard is. Na een vierde plaats in de proloog gaat hij in de tweede rit echter over de kop en belandt hij op zijn rechterknie. Ondanks een gapende wonde springt MvdP toch op de fiets. Hij raakt nog tussen de auto’s in het peloton en laat ’s avonds zijn knie hechten. Opgeven? No way. De pijn verbijtend eindigt hij tot ieders verbazing de volgende dag als tweede in de sprint. Wanneer Van der Poel de ochtend erna echter geen kracht meer kan zetten – de hechtingen zijn opengescheurd – moet hij uit de race stappen.
Terug in België wordt hij meteen geopereerd door dokter Toon Claes. Waarna de Nederlander, tot zijn afgrijzen, weken moet rusten. Mede door een pijnlijke línkerknie, die ook geraakt werd. Pas eind november kan Van der Poel in Koksijde aan het crossseizoen 2015/16 beginnen, om al vanaf de eindejaarsperiode te domineren. Alleen op het WK in Heusden-Zolder moet hij zijn meerdere erkennen in Van Aert. Van een wegcampagne komt daarna echter niet veel in huis. Na een valpartij met de mountainbike ondergaat MvdP in juli 2016 weer twee knieoperaties. Opnieuw moet hij revalideren, maar die periode zal hem fysiek en mentaal sterker maken.
Winnen op de weg, zo bekent hij, bezorgt hem een euforischer gevoel dan in de cross.
Juist voorspeld
Begin oktober in Gieten viert Van der Poel zijn rentree in het veld, waarna hij nog 22 crossen wint. Alleen de regenboogtrui in Bièles moet hij, tot zijn groot verdriet, na een rist lekke banden weer aan Van Aert laten. Zijn daaropvolgende wegcampagne, die van 2017, begint de Nederlander opnieuw in de Belgium Tour, tussen twee mountainbikeraces door. Het weekend ervoor slaat hij in de WB-race in Nové Mesto iedereen met verstomming: vanuit 90e positie naar plaats 8 – volgens manager Christoph Roodhooft lang zijn strafste prestatie ooit.
Het weekend erna staat de WB-manche in Albstadt op het menu, en dus wordt de Belgische ronde een tussendoortje, met een geplande opgave. Om organisatiebureau Golazo niet voor het hoofd te stoten zal Van der Poel de donderdagrit naar Moorslede winnen, zo voorspelt hij tegen Roodhooft. En zo geschiedt: de Nederlander is de snelste, voor Philippe Gilbert en Wout van Aert. Amper drie dagen later eindigt het wonderkind in Albstadt als… tweede. 26 seconden na mountainbikekoning Nino Schurter, die zijn ogen amper kan geloven.
De week nadien vreet Van der Poel de concurrentie in de Franse Boucles de la Mayenne op als zijn geliefkoosde pistolets met confituur. Veelzeggend is het verhaal van de slotrit: Matje start in de leiderstrui en moet dus niet aanvallen. Wanneer er echter een groepje wegrijdt, flitst hij er toch naartoe. Frans kampioen Arthur Vichot, die voor FDJ-ploegmaat Marc Sarreau de koers wil controleren, vraagt wat de bedoeling is. Waarop Van der Poel koel antwoordt: ‘Het is koers. En dus ga ik kóérsen.’ Uiteindelijk wint hij. In een massasprint. Voor… Sarreau.
Hoezeer het energievat van de Nederlander (bijna) bodemloos is blijkt ook in de Brugse Elfstedenronde. Vier dagen nadat hij 700 kilometer op en rond de Mont Ventoux heeft gefietst, naar aanleiding van de Memorial Tom Simpson (toen 50 jaar overleden). Op zaterdagavond spoort Van der Poel per trein naar België. Om op zondag in Brugge tweede te worden, in een sprint na… Wout van Aert. Zijn uitleg: ‘Ik miste wat frisheid…’ Anderhalve maand later, half augustus, is hij de Kempenaar en Taco van der Hoorn, wel te snel af, in Dwars door het Hageland. De voorbode voor alweer een dominante veldritwinter (2017/18) met liefst 31 zeges. Weliswaar opnieuw zonder wereldtitel. Weer een prooi voor Van Aert, in Valkenburg.
Vuurwerk in Hoogerheide
De daaropvolgende lente en zomer, van 2018, staan vooral in het teken van het mountainbiken. Na drie wereldbekermanches moet Van der Poel echter enkele weken op de weg koersen, wegens een polsblessure opgelopen bij een val moet hij schokken vermijden. Met een ritzege en het eindklassement van de Boucles de la Mayenne, plus een tweede overwinning in de Ronde van Limburg op zak wil de Nederlander begin juli ook per se deelnemen aan het nationaal kampioenschap in Hoogerheide, het dorp van vader Adrie. Ook al volgt de week erna al de wereldbekermanche mountainbike in Val di Sole.
Op hoogtestage in Livigno, net voor het NK, rijdt MvdP dus alleen met de mountainbike, op een beklimming van de Stelvio na. Toch belooft hij in Hoogerheide vuurwerk. Al op 50 kilometer voor de finish schiet hij zijn pijlen af, met nog drie vluchtgezellen. 45 kilometer later worden ze echter gegrepen. Net voldoende om even uit te blazen en daarna op de licht hellende aankomst iedereen uit het wiel te knallen. Waarna Van der Poel minutenlang naar adem snakt op het asfalt, het bezwete gezicht gestreeld door mama Corinne. ‘Goed gedaan, jongen.’
Matje noemt het zelf een héél speciale zege. Een ijkpunt in zijn carrière zelfs. Hij en de broers Roodhooft beseffen immers dat ze niet langer mogen wachten om hem, met de Nederlandse driekleur, ook in de voorjaarsklassiekers te gooien. Zeker als hij in augustus ook zilver behaalt op het EK in Glasgow (in de sprint na Matteo Trentin en voor Wout van Aert), en in de Arctic Tour of Norway twee etappes wint.
Die successen doen Van der Poel smachten naar meer hapjes op de weg. In Noorwegen heeft hij immers genoten om in een hechte ploeg te koersen. Bovendien, bekent hij later, bezorgt winnen op de weg hem een euforischer gevoel dan in de cross. Daar stilt de gewenning immers steeds meer de kick van de vele (makkelijke) zeges. Al belet hem dat niet om in de winter van 2018/19 32 keer victorie te kraaien, waaronder – eindelijk – zijn tweede wereldtitel, in 2019 in het Deense Bogense.
Het vervolg is bekend: in de Ronde van Vlaanderen realiseert hij een indrukwekkende comeback na een val in de afdaling van de Oude Kwaremont, om uiteindelijk als vierde te eindigen – een klassieker die hij dan al had moeten winnen. Dat maakt Van der Poel goed met een zege in de Brabantse Pijl en een wel geslaagde terugkeer in de slotkilometer van de Amstel Gold Race, met nog een groter mirakelpiment. Zelfs ene Lance Armstrong omschrijft het op Twitter als ‘ THE BEST bike race I have EVER seen. ‘
Ook op het asfalt en de kasseien lijken zijn limieten voortaan grenzeloos. Maar waar ze liggen, dat weet op dat moment niemand. Tenzij Raymond Poulidor, een klein half jaar voor zijn dood. ‘Ik wil het lot niet tarten, maar soms droom ik. Dat Mathieu start in de Tour. En de gele trui aantrekt, in… Parijs.’ Allicht een utopie. Althans de locatie, want de gele droom, net als die van een zege in de Ronde van Vlaanderen, maakte Van der Poel al waar, op de Mûr-de-Bretagne in de Tour van 2021. Uiteraard na een vermetele aanval op de eerste klim.
Na de finish laat hij de tranen de vrije loop. Denkend aan zijn overleden pappy, die hierboven, in het gezelschap van andere wielerkampioenen, tegelijkertijd glimt van trots: ‘C’est Mathieu, mon petit phénomène.‘.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier