Hoe de Tour de France 2022 de Tour du Chaos werd
Het specifieke parcours, de recordsnelheden, de hitte en renners met panache als Wout van Aert. In de Tour van 2022 regeerde tot nu toe de chaos. Dat zal in de slotweek allicht niet anders zijn. Een analyse.
Toen de etappe van vorige vrijdag naar Saint-Etienne, mede door een bizar tactisch spel van de sprintersteams en de val van Caleb Ewan, weer een prooi werd voor de vluchters, was de frustratie groot bij Jasper Philipsen. ‘Hoe lang is het geleden dat we na bijna twee weken Tour nog maar zo weinig sprinten hebben gehad?’, zuchtte hij om een nieuwe, gemiste kans.
Gelukkig voor de Limburger kwam die er op zondag, naar Carcassonne. Een kans die hij met beide handen greep. Mede omdat het aanvalsvuur van Wout van Aert na 40 kilometer geblust werd, waardoor de vlucht van de dag, met nog slechts twee renners, te controleren viel. Bovendien was op het einde van de tweede Tourweek, bij temperaturen tot veertig graden, het bobijntje bij zelfs de sterkste baroudeurs op.
Toch werd het geen mássasprint, want in Carcassonne schoten er slechts 52 renners over. Sprinters als Caleb Ewan en Fabio Jakobsen gingen immers overboord in de heuvelachtige finale. En Dylan Groenewegen, die wel kon terugkeren, kwam er in de sprint niet aan te pas. ‘I was totally f*cked.’
Balans na 15 Tourritten: 2,5 massasprinten, waarvan de twee ‘echte’ al in het Deense openingsweekend – en dan nog omdat de windgoden geen zin hadden in waaieretappes.
Zo weinig grote groepssprinten na twee weken Tour: dat is ongezien in ‘moderne’ wielertijden. Drie was tot dusver het minimum, in 2000/01/02.
En daar zullen de komende week hoogstens nog twee bij komen: zonder accidenten in Parijs, en misschien vrijdag in de vlakke rit naar Cahors. Al is ook dat geen zekerheid, want in het verleden valt het dubbeltje in zo’n etappe in de slotweek even vaak naar de kant van de vluchters.
Specifiek parcours
Dat de sprinters zo weinig aan hun trekken komen, is deels te verklaren door het parcours van deze Ronde van Frankrijk. Steeds meer wil ASO af van de ‘saaie’ sprintersritten. En dus worden zelfs de overgangsetappes steeds meer ‘geaccidenteerd’, zoals dat in wielertermen heet.
In deze Tour tellen slechts vijf ritten minder dan 1500 hoogtemeters, en een van die vijf was bezaaid met 20 km kasseien. Andere etappes, zoals die naar Calais, Longwy, Lausanne, Saint-Etienne en Carcassonne: stuk voor stuk gelardeerd met (veel) klimmetjes, in Longwy en Lausanne zelfs in de laatste kilometers.
Op maat gesneden van het ‘nieuwe’ wielrennen, met vaandeldragers Wout van Aert en Tadej Pogacar. En dan was parcoursbouwer Thierry Gouvenou bij het opstellen van de Tour 2022 er nog vanuit gegaan dat twee andere punchers bij uitstek, wereldkampioen Julian Alaphilippe en Mathieu van der Poel, ook met hun panache hadden gestrooid.
De ene moest echter forfait geven na zijn val in Luik-Bastenaken-Luik. De andere verdween uit de Tour, omdat hij zijn ‘normale’ niveau bijlange na niet haalde. Weliswaar nadat hij een laatste symbolische duo-aanval had opgezet met een oude bekende: Wout van Aert, in de bérgrit naar de Col du Granon.
Recordsnelheden
Zelfs zonder Alaphilippe en Van der Poel was er van enige controle in deze Tour amper sprake: door het parcours, door ‘l’agent du chaos’ Wout van Aert – zoals hij werd genoemd op de Franse tv -, door de putsch van zijn ploeg richting de Col du Granon, door ook het steeds hogere niveau in het héle peloton, waardoor vluchters inrekenen geen evidentie meer wordt.
Geen toeval dat de winnaars vanuit een vroege vlucht – Bob Jungels, Magnus Cort, Tom Pidcock, Mads Pedersen en Michael Matthews – stuk voor stuk wereldtoppers zijn.
En als er dan toch eens een etappe op een groepssprint eindigt, zoals in Carcassonne, dan was dat pas na een razendsnelle finale. Waarin met name Trek-Segafredo en BORA-hansgrohe het tempo opvoerden om Fabio Jakobsen en co te lossen.
Gemiddelde van die rit: 45,429 km per uur, over ruim 2400 hoogtemeters en 200 km. Een van de acht etappes in lijn in deze Tour waarin de winnaar de kaap van de 44 km per uur rondde.
Gemiddelde snelheid na 15 koersdagen: liefst 42,478 km per uur. Ook dat is ongezien in de Tour. Ruim 400 meter meer dan in 2013 (het vorige record na twee weken), en ruim 800 meter meer dan na 15 etappes in 2005, toen na 21 dagen de hoogste gemiddelde snelheid in de Tourgeschiedenis werd genoteerd: 41,654 km per uur.
Afbrokkelend Jumbo-Vismabastion
Met nog drie bergritten, twee vlakke etappes en een lange vlakke tijdrit voor de boeg zal dat snelheidsrecord komende zondag wellicht sneuvelen.
Mede omdat de kans groot is dat ook in de derde week de chaos zal regeren. Ondanks, of juist dankzij, de steeds grotere vermoeidheid en aanhoudende hitte.
Jumbo-Visma, de ploeg van geletruidrager Jonas Vingegaard, heeft na de opgaves van Primoz Roglic en Steven Kruijswijk immers nog slechts vijf renners om de koers te controleren. En een van hen, Tiesj Benoot, is geblutst en gebuild nadat hij richting Carcassonne samen met Vingegaard ten val kwam.
Zo wordt Wout van Aert nóg belangrijker in dienst van de geletruidrager. Zijn taak tot en met vrijdag: niet meer aanvallen, zich alléén nog ontfermen over zijn Deense ploegmaat. In de wetenschap dat de groene trui hem niet meer kan ontglippen, gezien zijn voorsprong van 196 punten op Tadej Pogacar en 202 op Jasper Philipsen (terwijl er nog slechts meer 290 te verdienen zijn, waarvan 140 in twee vlakke ritten).
Psychologisch spelletje
Het zal nodig zijn om Tadej Pogacar in bedwang te houden. Die zal all-in gaan om zijn achterstand van 2 minuten en 22 seconden op Vingegaard zo veel mogelijk te verkleinen, of zelfs helemaal goed te maken, voor de slottijdrit naar Rocamadour. In de laatste Pyreneeënrit naar Hautacam desnoods met een aanval vanop de steile Col de Spandelles, de voorlaatste col.
Dat de Sloveen vorige zaterdag, in de rit naar Mende, al op 180 km van de finish aanviel én bij INEOS-Grenadiers ging polsen of ze zin hadden om de gele trui aan te vallen, was daar een voorbode van. Van zijn défaillance op de Col du Granon? Niets meer te merken.
Na de rit verklaarde Pogi ook dat hij ‘veel informatie’ had vergaard over de Jumbo-Vismarenners en hun staat van vermoeidheid, en hoezeer zij onder druk staan. En dan waren Roglic en Kruijswijk, twee steunpilaren voor het hooggebergte, nog niet afgestapt.
Een psychologisch spelletje in aanloop naar het echte bombardement op het afgebrokkelde Jumbo-Vismabastion van Jonas Vingegaard. Pogacar kan nu uitvoeren wat hij het liefste doet: alle remmen losgooien en aanvallen. Toch zal het, ondanks superknecht Wout van Aert, vooral afhangen van de (tot nu toe blakende) conditie én de stressbestendigheid van de Deen of die vesting zal standhouden.
Aangezien de andere toptienrenners allicht op veilig zullen spelen, zelfs INEOS Grenadiers met Geraint Thomas, hoeft hij immers slechts één ding te doen: zich vastkleven aan Pogacars achterwiel. Dan echter het hoofd koel houden wanneer je eerste gele trui op het spel staat en je bestookt wordt, dat is geen sinecure. Zeker met minder steun van de ploeg dan verwacht.
Omstandigheden waarmee de van nature complexloze Sloveen perfect mee omgaat. Terwijl Vingegaard vroeger bekend stond als een stresskip. Hij is daarin naar eigen zeggen veel verbeterd dankzij een mental coach, maar panikeerde wel tijdens de kasseirit, toen hij materiaalpech had.
Een ding is zeker: geen superieure, controlerende ploeg zal de aanvalsgeesten in deze Ronde van Frankrijk weer in de fles kunnen stoppen.
Of hoe de Tour de France 2022 bovenal de Tour du Chaos is.
Met als grootste winnaars: de wielerfans. En de documentairemakers van Netflix.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier