Het veldrijden droomt van de Winterspelen, maar is dat ook realistisch?
De wereldbekermanche van zondag in Val di Sole moet voor het cyclocross een belangrijke opstap richting een opname in het olympische programma worden.
‘ Get ready for the show! Get ready for the snow!‘ Het is de leuze van een filmpje dat de Internationale Wielerunie (UCI) lanceerde om de WB-manche in het Italiaanse Val di Sole te promoten, inclusief een renner rijdend en lopend door de sneeuw, met Dolomietenpieken op de achtergrond. Het is de allereerste Wereldbeker die doelbewust zal worden afgewerkt op sneeuw (en die is de voorbije week in het dorpje Vermiglio, waar het parcours ligt, overvloedig gevallen).
Het doel: een extra push geven aan de poging van de UCI om het veldrijden op het menu van de Olympische Winterspelen te krijgen. Eerst als test event in Milaan/Cortina d’Ampezzo in 2026, en als officieel event in 2030 (allicht in Sapporo). Dat idee werd in het verleden al meermaals door het UCI geopperd en besproken door het IOC, onder meer in 2009 en 2014. Toen zonder succes, maar dat weerhield de UCI er niet van om het nog eens op tafel te gooien. De Internationale Wielerunie heeft zelfs IOC-voorzitter Thomas Bach uitgenodigd om de wedstrijden in Val di Sole bij te wonen. Het is echter nog niet bekend of hij daar op is ingegaan.
Niet toevallig lanceert de UCI, weliswaar als een test, ook een nieuw event op het komende WK veldrijden in Fayetteville: de gemengde aflossing voor landenteams, met drie mannen en drie vrouwen uit drie verschillende categorieën. Daarmee wil het de gendergelijkheid van het cyclocross opkrikken, waar ook het IOC erg op inzet. Op de jongste Zomerspelen in Tokio stonden zo verschillende ‘mixed relays’ op het programma.
Altijd op sneeuw?
Die voorwaarde is dus niet het probleem. En gezien een mogelijk sneeuwparcours, zoals aangetoond in Val di Sole, allicht ook niet de regel in het olympische charter dat ‘alleen sporten die beoefend worden op sneeuw of ijs beschouwd worden als wintersporten’ – al wordt niet gespecifieerd of die sporten áltijd op sneeuw of ijs moeten plaatsvinden.
Volgens ex-UCI-voorzitter Brian Cookson was dat wel de reden waarom het IOC in 2014 het voorstel verwierp om het veldrijden olympisch te maken. ‘Omdat de Winterspelen exclusief voorbehouden zijn voor sporten waarin sneeuw of ijs een noodzakelijk element zijn’, haalde Cookson aan. Al is dat dus niet de létterlijke regel in het olympische charter. En daar ziet de UCI, met steun van Wereldbekerorganisator Flanders Classics, dus een nieuwe opening.
Alleen de wintersporten die bestuurd worden door een van de zeven internationale wintersportfederaties krijgen nochtans een plaats op de Winterspelen. Maar ook sporten van ándere federaties, officieel erkend door het IOC, kunnen worden toegevoegd, bepaalt het olympische charter. Daaraan voldoet de UCI, weliswaar als zomersportfederatie, wel.
Niet internationaal genoeg?
Groter obstakel is de regel dat een sport ‘ widely across the world‘ beoefend moet worden. Van 1982 tot 2004 kleefde het IOC daar ook concrete getallen op. In het geval van de Winterspelen waren dat minstens 25 landen en 3 continenten. Sinds 2007 werd de passage met de minimumaantallen echter geschrapt. Dé vraag is of het veldrijden zo wel aan het wijdverspreide, mondiale karakter kan voldoen. Aan het WK in Dübendorf in 2020 (door de coronapandemie is het WK van Oostende begin dit jaar geen goeie vergelijkingsbasis) stonden er in totaal 24 verschillende nationaliteiten op de deelnemerslijst – evenveel/weinig als in 2010. Bij de elite mannen en vrouwen zelfs nog minder: dertien en zestien. Bovendien werden de hoofdprijzen grotendeels verdeeld onder slechts twéé landen: Nederland en België. Dat is ook dit seizoen niet anders: de eerste dertien in het tussenklassement van de wereldbeker bij de mannen komen uit de Lage Landen, in de eerste elf bij de vrouwen staan er… negen Nederlandse.
De eerste stap wordt dan wel gezet in Val di Sole, maar er is dus nog een lange weg te gaan eer het uitvoerende comité van het IOC het veldrijden als officiële olympische discipline bestempelt. Dat moet ten laatste gebeuren drie jaar voor de volgende Spelen en gebeurt pas na een zeer grondige analyse van de programmatiecommissie van het IOC, in samenwerking met de internationale federaties en het organiserende comité van de Winterspelen. Wordt vervolgd…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier