Het succes van Patrick Lefevere: ‘Makkelijke mensen brengen het in mijn functie nooit ver’

©  Jelle vermeersch
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Soudal Quick-Step kondigde dinsdag aan dat Patrick Lefevere stopt als CEO van de wielerploeg. Met Godfather van de koers wijdde Canvas in 2023 een docureeks aan Patrick Lefevere, de man die als ploegleider en -manager al meer dan veertig jaar het wielrennen domineert. Knack zocht in zijn jeugdjaren naar de bron van zijn succes.

Drie jaar geleden, toen hij 65 werd, vertelde Patrick Lefevere in Het Nieuwsblad over ‘het kolenkot’: een donkere kamer zonder ruiten waar hij als kind werd opgesloten als hij iets mispeuterd had. Hij bracht er naar eigen zeggen meer tijd door dan in de woonkamer. De jongen werd vaak gestraft door zijn moeder, Esther, die zelf met harde hand was opgevoed. Patrick, het moeilijkste kind van vijf, heeft nooit een hechte band met haar gehad. Volgens hem kende ze slechts één taal: die van ‘de slaag’. Vader Roger was toegeeflijker en minder streng. Van hem mocht Patrick meteen weer uit het kolenkot en kreeg hij complimenten omdat hij goed studeerde.

Voor de dood van zijn boezemvriend was Lefevere een driftige renner. Erna zou hij zich nooit meer écht kwaad maken.

Lefevere plukt nog altijd de vruchten van die tweeslachtige opvoeding. Je ziet het in de manier waarop hij zijn wielerteams leidt: streng, maar rechtvaardig. Lefevere houdt zelfs van een familiale sfeer, al zal hij nooit té veel druk van de ketel halen. Soms zet hij het vuur zelfs wat hoger. Intern, met een donderpreek na een slechte koers, of openlijk in de media. Zeker wanneer een renner naar zijn aanvoelen niet de prestaties neerzet waarvoor de ploeg hem royaal betaalt. Het recentste voorbeeld: Julian Alaphilippe. De wereldkampioen van 2020 en 2021 kreeg voor de aanvang van dit seizoen van Lefevere in een onderling gesprek én via de pers te horen dat zijn excuses stilaan opgebruikt waren. Nochtans was de Fransman vorig seizoen meermaals zwaar gevallen.

Het is een controversiële aanpak, waarvoor Lefevere vaak op de korrel wordt genomen, maar volgens hem heeft zijn tactiek al vaker wel dan niet gewerkt. En dus blijft hij haar toepassen. Zelfs na een zege waarbij het tactische plan niet gevolgd werd of veel van zijn renners te vroeg moesten afhaken, laat hij niet na om iedereen op zijn fouten te wijzen. ‘Patrick is alleen écht tevreden als we samen winnen én we alles goed hebben uitgevoerd’, klinkt het binnen de ploeg.

Dat de buitenwereld hem daardoor afschildert als – in de woorden van Lefevere – ‘ne viezen’, een moeilijke mens, daar heeft hij geen moeite mee. ‘Makkelijke mensen brengen het in mijn functie, als manager, nooit ver. Ik móét moeilijk zijn.’ Niet toevallig postte hij op Instagram ooit een quote van Steve Jobs, de medeoprichter van Apple: ‘If you want to make everyone happy, don’t be a leader. Sell ice cream.’ Zeker aan ‘amateurs’ en ‘muggenzifters’ heeft Lefevere een hekel. En als iemand een lid van zijn ploeg aanvalt, zijn woord breekt of een handdruk vergeet, verandert hij in een pitbull. Vraag maar aan zijn topsprinter Sam Bennett. Lefevere haalde hem in 2021 meermaals in harde, botte bewoordingen door de mangel in zijn column in Het Nieuwsblad. Zo vergeleek hij de Ier eens met een slachtoffer van huiselijk geweld. Lefevere verontschuldigde zich later, of toch half. ‘Niet gepast. Al blijft mijn mening over hem dezelfde.’

1977, profzege in Gullegem. ‘Hij werd bang om voluit te gaan.’
1977, profzege in Gullegem. ‘Hij werd bang om voluit te gaan.’ © Collectie KOERS. Museum van de Wielersport (Roeselare)

Het is de aard van het beestje: Lefevere verkondigt zijn visie openlijk en onverbloemd. In de media, die hij perfect kan bespelen, en sinds begin dit jaar ook weer op Twitter. Dat platform had hij in februari 2022 nochtans vaarwel gezegd. Hij was het beu om ‘als een crimineel aangevallen te worden’ voor tweets die volgens hem ‘niet altijd juist geïnterpreteerd werden’. Lefevere kwam na een klein jaar terug, al heeft hij van zijn comeback al ‘bijna spijt’ gehad, tweette hij onlangs. ‘Zo veel giftige, zure, gefrustreerde mensen. Kijk eens in de spiegel naar wat jullie in jullie leven al gepresteerd hebben.’ Waarop hij weer commentaar kreeg.

Vaderfiguur

Het imago van moeilijk mens strookt niet met Lefeveres zachtaardige, haast aaibare karakter. ‘Als ze mij leren kennen, krijgen ze vaak een ander beeld van mij’, vindt hij. Dat blijkt ook uit de warme reacties van renners die Quick.Step verlieten omdat ze elders meer konden verdienen. Enric Mas, Elia Viviani, Julien Vermote, Niki Terpstra: allemaal spraken ze op sociale media hun dankbaarheid uit voor de menselijke aanpak van Lefevere. Zo dwingt hij respect af. Als een veeleisende maar gemoedelijke vaderfiguur, die er prat op gaat dat hij voor zijn werknemers zorgt.

Dat deed hij onder anderen voor Fabio Jakobsen, nadat die in 2020 bijzonder zwaar ten val was gekomen tijdens de Ronde van Polen. Nog voor de Nederlandse sprinter één koers gewonnen had en toen het niet nog niet eens zeker was dat hij weer de oude zou worden, mocht hij zijn aflopende contract bij Quick.Step verlengen, tot 2023, zonder ‘korting’. ‘Patrick zei: “Fabio, maak je geen zorgen. We geloven in je en je krijgt van ons de tijd.” Daarvoor ben ik hem heel dankbaar. Die meneer zit echt in mijn hart’, vertelde Jakobsen later.

‘Ik werk niet met nummers. Wel met ménsen’, vindt Lefevere. Rechtvaardigheid beschouwt hij als het hoogste goed. Daarom liet hij in volle coronalockdown zijn werknemers die minder dan 100.000 euro verdienden niet inleveren, maar de grootverdieners wel. En zichzelf betaalde hij ook niet meer uit als ceo. Zelfs bij het aantrekken van renners, een aspect van zijn functie dat Lefevere doorgaans zeer rationeel benadert, laat hij heel af en toe meer zijn hart dan zijn verstand spreken. Zo bleef hij wijlen Frank Vandenbroucke lang steunen, en sloot hij Mark Cavendish eind 2020 weer in de armen terwijl niemand nog in de Britse sprinter geloofde. Niet toevallig twee gevoelige, temperamentvolle kerels in wie Lefevere de rebel in zichzelf herkende.

‘De hel’

Het was een aangrijpende gebeurtenis in Lefeveres tienerjaren: het faillissement van het autokerkhof van vader Roger, die in het West-Vlaamse Beitem onderdelen van autowrakken verkocht en verdeelde. Een gerechtsdeurwaarder en een curator namen alles in beslag, inclusief de 30.000 Belgische frank die zoon Patrick als zestienjarige bijeen had gespaard. Na het faillissement ging hij drie weken bij zijn meter wonen, om te ontsnappen aan thuis, ‘de hel’. Vader verbleef zelfs een tijd in de gevangenis van Ieper. De jonge coureur Patrick reed er met de fiets naartoe, om vanachter het glas met hem te praten.

Lefevere trok lessen uit die traumatische ervaringen: hij zou altijd voor zichzelf zorgen en op zijn geld passen. Of toch beter dan zijn goedgelovige, flamboyante vader, die vaak pochte met zijn Amerikaanse ‘sleeën’ – schone schijn, zo bleek achteraf. Het is geen toeval dat Lefevere als jonge renner weinig koersen ‘kocht’. Hij zette zijn prijzengeld meteen op de bank, dromend van een villa zoals Eddy Merckx er toen een had in Tervuren. Hij stopte te vroeg met koersen om dat geld als profrenner bijeen te sprokkelen, maar later, als ploegmanager, lukte het hem wel. Toch vindt hij dat hij het geld nooit over de balk heeft gegooid. Hij heeft altijd sober geleefd en verstandig belegd, met een reserve achter de hand, anticiperend op moeilijker tijden.

Het loonde. Op zijn 65e verjaardag vertelde hij dat hij voor de rest van zijn leven elke dag spaghetti met een toefje kaviaar erop zou kunnen eten. Dat kon zelfs een hele lepel zijn als hij zijn aandelen in Decolef, de bvba achter Soudal-Quick.Step, zou verkopen. Die kans heeft hij gehad, maar hij liet ze aan zich voorbijgaan. Zijn ‘familie’, zoals hij zijn ploeg noemt, ligt hem daarvoor te na aan het hart. Lefevere zegt dat geld nooit zijn drijfveer is geweest en dat hij in ‘de privé’ veel meer had kunnen verdienen. Voorstellen kreeg hij genoeg, maar hij ging er nooit op in. Zijn passie voor de koers is hem te heilig, en de belangstelling die hij geniet, streelt zijn ego.

1993, bij GB-MG. Een combinatie van organisatorisch vernuft, tactisch doorzicht en mensenkennis.
1993, bij GB-MG. Een combinatie van organisatorisch vernuft, tactisch doorzicht en mensenkennis. © Collectie KOERS. Museum van de Wielersport (Roeselare)

Toch laat Lefevere zich als teammanager zelden verleiden door zijn emoties, en al helemaal niet als het om geld gaat. Zijn werkwijze is bekend: geen monstersalarissen, wel hoge winstpremies, die hij ook incalculeert − tenzij Remco Evenepoel onverwacht de Vuelta én het WK wint, zoals vorig jaar. Een andere methode: (oudere) toprenners vroegtijdig laten gaan als hun looneisen te exuberant worden. Denk maar aan Marcel Kittel, Niki Terpstra of Philippe Gilbert.

Op dezelfde manier beheerde de West-Vlaming al in de jaren tachtig als boekhouder de financiën bij Marc Zeepcentrale, een job die hij combineerde met het ploegleiderschap. Toen al had Lefevere vooruitstrevende ideeën: ponskaarten afschaffen en met een computer werken, of een commissiesysteem op basis van betaalde facturen in plaats van verkoopbons. Het was een revolutie die niet naar ieders zin was, maar de rekeningen klopten. Ook die les had Lefevere uit het faillisement van zijn vader getrokken.

Jonge ploegleider

Op 9 juni 1979 reed Lefevere zijn laatste profkoers. Hij was pas 24. Drie dagen later, in de eendagswedstrijd Brussel-Ingooigem, zat hij al in de volgwagen als assistent-ploegleider bij het team van Marc Zeepcentrale. De eerste maanden moest de gediplomeerde boekhouder al meteen de ploegkassa bijhouden. Het seizoen erna werd hij zelfs de enige sportdirecteur. Het werd een spoedcursus want hij moest alles zelf regelen, van de teamvoorstelling tot contracten met een kledingfabrikant. Toch voelde hij meteen aan: dit ligt me. Lefevere koppelde organisatorisch vernuft aan tactisch doorzicht en mensenkennis, een eigenschap die hij had aangescherpt als boekhouder, toen hij de verkopers van Marc Zeepcentrale moest aansturen. De psychologische prikkels die hij zijn renners gaf, paste hij ook op hen toe.

Lefevere wil twee opschriften op zijn grafsteen: ‘I did it my way’ en ‘Je ne regrette rien’.

In die eerste jaren ondervond Lefevere ook hoe cruciaal een topomkadering was. Later, toen hij meer middelen had, werd het zijn grootste prioriteit bij de uitbouw van zijn teams. Lefevere wil alleen loyale mensen die binnen zijn filosofie passen. Als een mecanicien of verzorger naar een andere ploeg verhuist, ziet hij dat zelfs als een persoonlijke nederlaag. Het hoeft niet te verbazen dat veel van zijn stafleden al lang bij hem in dienst zijn. Een dozijn van zijn fysiotherapeuten, mecaniciens, verzorgers en dokters werkt al sinds 2012 of eerder voor Quick.Step. Ex-renners van Lefevere stroomden dan weer door naar een ploegleidersrol, zoals Wilfried Peeters, Davide Bramati, Tom Steels en recent ook Iljo Keisse.

Stuk voor stuk zijn ze doordesemd van de ‘Vincere insieme’ ‘Samen winnen’-teamspirit die Lefevere in de jaren negentig al bij de teams GB-MG en Mapei predikte, toen hij de Italianen (onder wie Mario Cipollini, Andrea Tafi, Franco Ballerini, Gianluca Bortolami) en de Vlamingen (met Johan Museeuw als kopman) op één lijn kreeg. Hij vertelt nog vaak hoe hij begin 1993 Museeuw, die pas was overgestapt van Lotto, in de Ronde van de Middellandse Zee de sprint voor Cipollini liet aantrekken. Resultaat: twee overwinningen, waarna de Italiaan in Parijs-Nice de sprint inleidde voor Museeuw, die ook een etappezege behaalde.

Dertig jaar later is die ‘samen winnen’-mentaliteit gebeiteld in de filosofie van zijn ploeg, bijgenaamd The Wolfpack. Het collectief staat voorop. Zijn mooiste, emotioneelste zege als ploegleider-manager is dan ook de eerste wereldtitel ploegentijdrijden in Valkenburg 2012. Dat was ‘vincere insieme’ in het kwadraat. Alleen zijn eerste profzege, op zijn 21e in De Panne, heeft Lefevere naar eigen zeggen meer geraakt.

Dood van een vriend

Toen Lefevere nog renner was, trainde en koerste hij steevast met Johny De Blaere, een jongen die hij al kende van in de kleuterklas en over wie hij zich ontfermd had nadat De Blaere vanuit Brussel naar Beitem was verhuisd. Ze werden boezemvrienden, met koersen als gemeenschappelijke passie. Tot Lefevere een telefoon van vader De Blaere kreeg: Johny was dood, op zijn 21e. Een hartaderbreuk. Voor Lefevere was het een enorme klap, die hij nog lang zou voelen. De Blaeres dood leidde zelfs mee tot het vroegtijdige einde van zijn profcarrière. Hij was bang om nog voluit te gaan, zeker toen hij op training begon te hyperventileren.

Voor Deblaeres dood was Lefevere een driftige renner, die zich vaak opwond. Erna zou hij zich nooit nog écht kwaad of nerveus maken of ergens van wakker liggen, zelfs niet toen Het Laatste Nieuws hem in 2007 zonder bewijs van dopingpraktijken beschuldigde. Dat hij zo kalm kan blijven in crisissituaties, beschouwt Lefevere als een van zijn grootste kwaliteiten. Paniek? Nooit. ‘Een slechte raadgever.’ Zelfs als de situatie uitzichtloos lijkt, blijft hij een optimist. Dat was ook zo toen hij op 21 september 2000, nota bene op de twintigste verjaardag van de dood van zijn vader Roger én op de twintigste verjaardag van zijn zoon Dieter, te horen kreeg dat hij een pancreastumor had.

2022, Evenepoel wint Luik-Bastenaken-Luik. ‘De volgende overwinning is de mooiste.’
2022, Evenepoel wint Luik-Bastenaken-Luik. ‘De volgende overwinning is de mooiste.’ © Photonews

Lefevere was als de dood voor de operatie, die zeven uur zou duren. Hij had geluk: er waren geen uitzaaiingen, de chirurg kon de tumor wegsnijden. Na een maand in het ziekenhuis maakte hij de balans van zijn leven op en besefte hij dat hij nog meer zou genieten. Zijn levensmotto, ‘Vandaag is de eerste dag van de rest van mijn leven’, keerde vaak terug in interviews. Of zoals hij al in het katholieke college van Roeselare had geleerd: ‘Doe wel en zie niet om.’ Nochtans is Lefevere een atheïst. ‘Ik geloof niet in God. Alleen in mezelf’, zei hij al in 1998.

Daarom wil hij op zijn grafsteen twee opschriften: ‘I did it my way’ en ‘Je ne regrette rien’. Want Lefevere kijkt, ook als ploegmanager, het liefst vooruit. Na elke overwinning al meteen naar de volgende. ‘Want dat is de mooiste.’ Het is meteen de reden waarom hij zijn échte afscheid – officieel is hij al met pensioen – altijd voor zich uit heeft geschoven. Zelfs op zijn 68e, nu hij verzekerd is van een nieuw sponsorproject tot 2028 met Soudal-Quick.Step, en met een Tourzege voor Remco Evenepoel als ultieme uitdaging.

Dromen van Tahiti

Het zou niemand verbazen mocht Lefevere tot ver na zijn zeventigste patron van zijn ploeg blijven. Hij mag dan wel aan diabetes lijden en ongezond leven, mentaal voelt hij zich onverslijtbaar. Bovendien geeft hij als teammanager meer zaken uit handen dan vroeger en last hij vaker een rustdag in. Dat geeft de notoire bourgondiër de tijd om met vrienden te gaan tafelen in een sterrenrestaurant. Om thuis, met een excellente wijn bij de hand, te genieten van de stilte op de Zilverberg in Rumbeke. Om te gaan wandelen in het nabijgelegen Bergmolenbos. Of om de ochtend na een wielerklassieker de finale opnieuw te bekijken, in zijn pyjama. Want na de hectiek van de koersdag wil hij in alle rust elk foutje van zijn renners kunnen opmerken.

Lefevere heeft het zich wel al vaak afgevraagd: wat ná de koers? Ondanks zijn vliegangst droomt hij van een wereldreis met Tahiti als eindbestemming. Als kind raakte hij in de ban van de film Mutiny on the Bounty (1962) met Marlon Brando. Die speelde zich deels op dat eiland in de Stille Oceaan af. Maar, denkt hij dan: zal hij nog dezelfde drive hebben als hij weer thuiskomt? Zoals renners toeleven naar een koers, zo piekt Lefevere als teambaas naar het voorjaar, de Tour de France, het WK. Het zijn periodes waarin hij steevast extra scherp staat. Want, zegt hij: ‘In mijn hoofd ben ik nog altijd een coureur.’

Godfather van de koers, vanaf 08/03 op Canvas en VRT Max.

Bio Patrick Lefevere

1955: geboren in Moorslede, in een gezin van vijf.

1979: stopt als profrenner na een carrière van 3,5 jaar. Begint als ploegleider bij Marc Zeepcentrale-Superia. Leidt later ook onder meer GB-MG en Mapei.

2003: begint als ploegmanager bij het huidige Soudal-Quick.Step.

2023: op zijn palmares als ploegleider-manager staan onder meer 8 wereldtitels op de weg, 30 klassiekers/monumenten en 76 Tourritten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content