Jonas Creteur
‘Het spuwincident met Mathieu van der Poel: begrijpelijk maar niet slim’
Mathieu van der Poel gaf toe dat hij vorige zaterdag in Hulst met voorbedachten rade had gespuwd naar toeschouwers die hem hadden uitgejouwd en (al dan niet) bekers met bier en urine naar hem hadden gegooid. Hoe begrijpelijk en menselijk dat ook is, een kampioen als hij had slimmer moeten handelen én communiceren.
Als donderdag in de Duinencross in Koksijde renners door toeschouwers uitgescholden worden of met bekers bier en urine worden bekogeld, kunnen zij of hun entourage dat melden aan de stewards van de organisatie en/of aan de politie. Nog meer dan vroeger zullen die letten op dergelijk wangedrag en de betreffende ‘crosshooligans’ verwijderen. ‘Zo willen we deze problematiek bannen uit het veldrijden’, meldde organisator Jan Deramoudt. Een ingreep die volgt op de cross van vorige week zaterdag in Hulst, waar Mathieu van der Poel naar eigen zeggen al van bij de opwarming en tijdens de wedstrijd werd belaagd door een groepje toeschouwers. In de laatste ronde diende hij hen van antwoord met een welgemikte fluim.
Vader Adrie van der Poel noemde het een ‘fantastisch initiatief’ van de organisatoren van Koksijde, maar tegelijkertijd ‘dieptriest en doodzonde dat het zover moet komen’. Fantastisch zouden we het niet noemen, maar als er strenger wordt opgetreden tegenover wangedrag, valt dat alleen maar toe te juichen. Misschien zullen goedmenende veldritfans – en dat is nog altijd de overgrote meerderheid van de toeschouwers – zulke idioten voortaan ook rapper aanspreken.
Problematiek niet overroepen
Hoewel het voorval met Mathieu van der Poel niet nieuw was, kunnen dergelijke incidenten zo misschien tot een minimum worden beperkt. Al moeten we deze problematiek in de cyclocross ook niet overroepen. Er is geen sprake van gevechten tussen verschillende supportersclans, die ook de infrastructuur kort en klein staan. Dat gebeurt in het voetbal veel vaker. Het gaat om enkele geïsoleerde, vaak dronken halvegaren die vooral in de kerstperiode naar de cross komen. In het voetbal worden tegenstanders in veel groteren getale uitgejouwd door fans en vanaf tribunes met bekers bier bekogeld. Daar valt niemand over, hoe onrespectvol dat ook is.
In het veldrijden halen zulke incidenten vooral het nieuws als een vedette er tijdens de cross op reageert, zoals toen Richard Groenendaal en Bart Wellens een vuistslag en een karatetrap uitdeelden, of zoals toen Sven Nys in Loenhout van zijn fiets stapte, onder het lint kroop en verhaal ging halen bij een fan die hem rondenlang met bier had besprenkeld. Nys lag toen door verschillende valpartijen ver achterop, en kon niet meer winnen, maar het was een schoolvoorbeeld van hoe je als kampioen slim en gepast kunt reageren op idiotie.
Niet toevallig was het ook Nys die vorige zaterdag Mathieu van der Poel deels terechtwees na het spuwincident in Hulst. ‘Ik begrijp hem, maar je komt er als verliezer uit als je zo reageert. Je kunt beter niet reageren. Want wie wint er nu? Die pestende supporter.’
Verder waren de meningen over het spuwen van Van der Poel vrij vergevingsgezind. ‘Niet slim’ en ‘bedenkelijk’, klonk het, maar tegelijkertijd begrepen velen zijn reactie. ‘Menselijk, zeker als ze met bier en urine naar jou gooien.’
Voorbedachten rade
Die vaststelling werd gemaakt omdat Van der Poel na de cross één bericht van één (anonieme) fan met veertig volgers op X (Twitter) had geretweet. Die stond in Hulst naar eigen zeggen naast de met bier en urine gooiende toeschouwers. Nochtans had MvdP er geen melding van gemaakt in het interview meteen na de race, en is er op de beelden van Sporza – we hebben ze herbekeken – bij geen enkele passage van Van der Poel te zien dat de groep effectief met bekers bier en of urine heeft gegooid. Tenzij ze het deden in de voorlaatste ronde toen de regisseur één keer de achtervolgers in beeld bracht.
Of het echt is gebeurd, valt dus niet met zekerheid te zeggen, maar als de versie van de Nederlander klopt (wat je kunt afleiden uit zijn retweet), dan blijft wel het feit dat hij met voorbedachten rade heeft gespuwd. En dus niet in een impulsieve reactie. Dat is wat hij zelf maandag voor de veldrit in Baal vertelde voor de camera’s (zie filmpje vanaf 1’05”):
‘Ik heb er geen spijt van. Ik wist op voorhand dat het niet de beste manier was om zoiets op te lossen. Ik wist dat het op beeld ging staan, maar ik denk dat ik ook niet zomaar alles moet en kan laten gebeuren. Uiteraard is het niet het slimste. Het gaat het zeker niet oplossen, maar niks doen gaat het ook niet oplossen.’
Van der Poel zei dus – twee dagen na het incident, toen alle emoties waren gekalmeerd – níét dat hij spijt had van zijn fluim, wel dat hij er op voorhand, tijdens de cross, over had nagedacht. Dat hij bewust koos voor ‘niet de beste manier en niet de slimste manier’, maar voor een reactie om het ‘op te lossen’, goed wetende dat het in beeld gebracht zou worden.
Dat opteerde hij dus boven het aanklagen en veroordelen van het idiote gedrag in het interview na de race. Of boven even stoppen bij de toeschouwers, zonder uithaal of spuwen, zoals Nys dat indertijd deed in Loenhout. Met een voorsprong van 35 seconden had hij zich zelfs een korte stop kunnen permitteren. Zo had hij wel op een slimme manier een sterk statement kunnen maken en maatregelen zoals in Koksijde kunnen afdwingen.
Bij een hartslag van 190 een fluim spuwen in een moment van frustratie mag dan wel begrijpelijk en menselijk zijn, daar bewust over nadenken, het ook uitvoeren én daar twee dagen later zonder schroom over vertellen, is laakbaar en ongepast voor iemand met een voorbeeldfunctie als Van der Poel.
Slimmer handelen
Een minder populaire renner had veel meer kritiek gekregen en misschien ook een zwaardere straf dan de boete van 250 Zwitserse frank die de wedstrijdjury hem oplegde. Van der Poel krijgt clementie omdat hij zo’n kampioen is, omdat hij een zeer aangename en sympathieke kerel is die uit zichzelf geen vlieg kwaad zou doen, en omdat geen enkele atleet hoort uitgejoeld te worden, laat staan met urine te worden besprenkeld. Maar dat betekent niet dat hij dingen mag doen, zelfs niet uit frustratie of uit een gevoel van onrecht, die geen enkele, verstandige ouder zijn kind zou aanpraten.
Van der Poel moet beseffen dat hij idioten het best op hun plaats zet door zichzelf niet tot hun niveau te verlagen, maar door slimmer en kalmer te handelen. En als dat niet lukt in het heetst van de strijd – wat, nogmaals, niet helemaal onbegrijpelijk is – dat dan op zijn minst te proberen in de communicatie achteraf. Dan pas zal hij bij zo’n incident altijd winnen, en niet ook een klein beetje een verliezer zijn.
Kinderen zien hem als een idool. Zij moeten hem imiteren als ‘Matje’, de goedlachse renner die op alle terreinen bovenmenselijke dingen kan. Niet als ‘Matje’, de spuwer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier