Het mythische zegerecord van Eddy Merckx blijkt niet te kloppen
Jonas Creteur gaat op zoek naar een markant cijfer van de sportweek.
Na de val en opgave van Mark Cavendish kwamen de cijfers 34 en 35 in de Tour de France niet meer ter sprake. Het eerste getal staat voor het aantal ritten dat hij en Eddy Merckx in ’s werelds grootste wielerkoers hebben gewonnen. Het tweede voor een nieuw record, waar Cavendish wel degelijk van droomde. Een record dat de Brit niet meer zal kunnen aanscherpen, tenzij hij zijn pensioenplannen opbergt en volgend jaar opnieuw naar de Tour trekt. En het cijfer 35 weer zal worden opgerakeld.
Al even mythisch is het cijfer 525, het aantal overwinningen op de weg die Merckx in zijn hele carrière zou hebben behaald, waarvan 80 in de jeugdcategorieën en 445 bij de profs. Getallen die zijn gebeiteld in het geheugen van veel wielerliefhebbers, en ook in elk historisch wielernaslagwerk worden vermeld. In 2012 verscheen zelfs het boek Merckx 525. En nog altijd kunnen wielertoeristen een Eddy Merckx-fiets kopen van het type 525.
Wielerhistorici Jan De Smet en Patrick Feyaerts, die verhalen publiceren in het digitale wielermagazine Waaiers, vroegen zich af of dat mythische cijfer wel klopt. Niet alle bronnen zijn 100 procent correct of volledig, zeker over een tijd waarin van internet in de verste verte nog geen sprake was. Dus doorplozen ze maandenlang artikels van Belgische en buitenlandse kranten, wielerencyclopedieën en boeken over Eddy Merckx. Op zoek naar elke zege die de Kannibaal vanaf zijn eerste koers als nieuweling, op 16 juli 1961 in Laken, tot zijn laatste wedstrijd als prof, op 19 maart 1978 in de Omloop van het Waasland, heeft veroverd.
Daarop stelden ze een lijst samen aan de hand van strikt afgelijnde criteria over wat ze wel of niet als een overwinning beschouwen, met name in criteriums/omniums met allerhande proeven, in koppel/ploegentijdritten en in nevenklassementen. En alleen op de weg, niet op de piste of in het veld, want ook daarover kan verwarring bestaan.
Na hun monnikenwerk kwamen De Smet en Feyaerts uit op 79 zeges bij de jeugd en 442 bij de profs, 521 in totaal. Een verschil dus van vier overwinningen in vergelijking met 525, door zeven overwinningen te schrappen, en er drie nieuwe bij te voegen. Zelfs met de versoepeling/verstrenging van enkele criteria kwamen De Smet en Feyaerts nooit uit op 525.
Het is niet het enige cijfer dat ze hebben weerlegd. Ook de vaak aangehaalde 493 zeges van dat andere Belgische wielericoon, Rik Van Looy, kloppen volgens hen niet. Na hun opzoekingen telden ze op het palmares van de Keizer van Herentals 474 overwinningen op de weg, waarvan 107 bij de jeugd en 367 bij de profs. Of hoe ook in het wielrennen dubbel- en triplechecken van bronnen tot verrassende resultaten kan leiden.