Het Italiaanse wielrennen: ‘Coppi en Bartali huilen in hun graf’
Na het forfait van Fabio Aru en de dood van Michele Scarponi kreeg het Italiaanse wielrennen een nieuwe uppercut na de dopinggevallen van Stefano Pirazzi en Nicola Ruffoni. Meer dan ooit ligt Il ciclismo uitgeteld op het canvas.
Tientallen keren heeft VRT-commentator Renaat Schotte ze de voorbije jaren uitgesproken, de woorden ‘Tutti pazzi per Pirazzi’. Vrij vertaald: ‘Helemaal gek van Pirazzi’. Omdat de Italiaan, tot groot jolijt van Schotte en de tifosi, bij elke kilometer bergop uit het peloton wegknalde als een Italiaanse scooter.
Een opgezette scooter, zo blijkt nu, want betrapt op groeihormoon, samen met Bardiani-CSF-ploegmaat Ruffoni, onlangs nog winnaar van twee ritten in de Ronde van Kroatië. Dat is geen donderslag bij een roze hemel, want in de kleinere Italiaanse teams zijn de dopinggevallen in het laatste decennium talrijk: Paride Grillo, Emmanuele Sella, Matteo Priamo, Mattia Gavazzi… Verleid door epo, cera, cocaïne…
Minder Italiaanse teams
Omgekeerd evenredig daalde het aantal wielerteams in de Laars: dit jaar is er, voor het eerst, zelfs geen enkele Italiaanse WorldTourploeg. Ook in de nochtans heilige Giro d’Italia werd de groen-wit-rode spoeling steeds dunner. Organisator RSC Sport deelde voor de 100e editie vier wild cards uit, waarvan slechts twee aan Italiaanse ploegen: Bardiani-CSF (van Pirazzi en Ruffoni) en Wilier-Selle Italia.
Ook het Russissche Gazprom-Rusvelo en het Poolse CCC Sprandi werden geselecteerd, ten nadele van onder meer Androni-Giocattoli, het team van de bekende ploegleider Gianni Savio. Straal genegeerd omdat die te weinig Italiaanse jongeren zou opleiden, en omdat hij in opspraak kwam in een zaak waarin renners moesten betálen, of een sponsor moesten meebrengen, om in zijn ploeg te mógen rijden.
Minder Italiaanse renners
Met slechts twee Italiaanse teams aan de start daalde ook het aantal renners: 45 van de 197, en na het verdwijnen van Pirazzi en Ruffoni nog 43 op 195, of amper 22 procent. Het laagste aantal in de geschiedenis van de Giro. De voorbije tien edities lag het gemiddelde op 56,7 Italianen, van 1997 tot 2006 zelfs op 86, of het dubbele van de 100e editie.
In 1997, twintig jaar geleden, telde het Giropeloton zelfs 132 Italiaanse renners, verdeeld over onder meer 15 (!) Italiaanse ploegen. Het was de tijd dat de Giro nog de Ronde van en voor de Italianen was, met steevast een Italiaanse winnaar en vijf, zes Italianen in de top tien. In 2000, de editie die Stefano Garzelli won, bestond de volledige top vier zelfs uit erfgenamen van Fausto Coppi.
Hopen op Nibali
Het aantal Italianen in de top tien in de voorbije drie edities? Amper 2 in 2014 (eindzege Quintana) en 2015 (eindzege Contador), welgeteld 1 in 2016: eindwinnaar Vincenzo Nibali – al had die zijn triomf te danken aan de val van Steven Kruijswijk.
Gezien het steeds sterker wordende en meer internationale deelnemersveld – de voorbije drie edities telde de top tien van de Giro telkens acht verschillende nationaliteiten – is de kans reëel dat de Haai van Messina ook deze keer, als eenzame Italiaan, de eer van de tifosi hoog zal moeten houden. Of Domenico Pozzovivo zou zijn beste klimmersbenen moeten terugvinden. Die is kopman bij… het Franse AG2R, zoals Nibali betaald wordt door Bahreinse petrodollars…
Coppi, Bartali, Girardengo, en andere campionissimi, ze huilen in hun graf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier