Trainen zoals Pogacar en een sterkere ploeg: dit is hoe Remco Evenepoel in 2025 de Tour kan winnen

Remco Evenepoel schudt de hand van Tadej Pogacar. Kan hij hem ooit kloppen in de Tour de France? © AFP via Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Remco Evenepoel finishte na een zeer bevredigend debuut als derde in de Ronde van Frankrijk. De mentaliteit om de Tour te winnen heeft hij al. De fysieke capaciteiten om écht te kunnen wedijveren met Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard nog niet. Maar die kunnen misschien nog komen.

‘Remco heeft twee belangrijke opdrachten: zich, tegen zijn natuur in, zo veel mogelijk sparen en vooral proberen om een slechte dag te vermijden. Zoals in de Vuelta vorig jaar, toen hij bijna een halfuur verloor. Met het oog op volgende deelnames is zo’n constante lijn over drie Tourweken cruciaal. Zeker in de zware bergetappes, met meerdere hoge cols – het grote vraagstuk voor Remco.’ Aldus sprak Johan Bruyneel voor de Tour in Knack.

Drie weken later heeft Evenepoel die vraagstukken met verve opgelost. ‘En alle critici de mond gesnoerd’, benadrukte zijn teammanager Patrick Lefevere. Het waren nochtans terechte vragen waar zijn renner zelf ook mee worstelde. Zo bleek onder meer na de rit naar Isola 2000, van afgelopen vrijdag. Gezien de hoogtemeters (4400), gecombineerd met de grote hoogte van de cols (drie van boven de 2000 meter), én het tijdstip, in de derde week van de Tour, was dat de zwaarste etappe van deze editie. Evenepoel moest er Tadej Pogacar laten gaan, zoals in alle bergritten, maar kon er wel een mindere Jonas Vingegaard op sleeptouw nemen en zijn derde plaats in het algemene klassement zo goed als veiligstellen.

‘Dit is een sleutelmoment in mijn carrière. Ik stelde mezelf gerust over mijn capaciteiten’, zei Evenepoel achteraf. Hij had in bijna drie weken koersen geen enkele mindere dag beleefd, had zijn limieten perfect ingeschat en was nooit te onstuimig geweest. Alleen zaterdag liep hij op de Col de la Couillole op een counter van Vingegaard, na een vergeefse aanval op diens tweede plaats. Daarvoor had Evenepoel ook alle ruimte, zonder risico om zijn podiumplaats kwijt te raken. Het mislukte, maar hij had het zich achteraf beklaagd als hij het niet had gedaan.

De Schepdaalnaar vermeed niet alleen een slechte dag, hij haalde bergop ook zijn beste niveau ooit – nog beter dan in de Vuelta van 2022 die hij won. Een niveau waarmee hij de beste jongere van de Tour 2024 werd en waarmee hij zelfs de edities van 2020 en 2021 had kunnen winnen. En waarmee Evenepoel alle concurrenten, op Pogacar en Vingegaard na, op liefst 9 minuten en 45 seconden of meer heeft gezet. Voor een nog groter verschil tussen het nummer drie en vier moet je al terug naar 1936, toen Félicien Vervaecke bijna 15 minuten voorsprong had op Pierre Clemens.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Evenepoel stootte echter op twee ex-Tourwinnaars die sinds 2021 hun niveau nog een flink stuk hebben opgeschroefd. Pogacar het voorbije jaar zelfs nog het meest, tot het hoogste level dat een renner ooit heeft bereikt.

De harde realiteit is dat Evenepoels achterstand op de Sloveen over drie weken opliep tot 9 minuten en 18 seconden. Dat is veel, zeer veel. In het grote merendeel van de voorbije edities had niemand achteraf durven te zeggen dat een renner die zo ver van de gele trui finishte ooit een reële kans op eindwinst zou maken.

Nog marge

Wil dat zeggen dat Evenepoel de Ronde van Frankrijk nooit zal winnen? Nee. In zijn geval moet je een paar belangrijke kanttekeningen maken. Eerste nuance: deze Tour was weliswaar de vijfde grote ronde waaraan Evenepoel deelnam, inclusief twee opgaves in de Giro, maar het was pas zijn eerste start in de Ronde van Frankrijk. In de laatste 40 jaar won niet toevallig alleen Tadej Pogacar, in 2020, de Tour bij zijn debuut.

De Vlaams-Brabander is ook nog altijd pas 24. Sinds 1984 waren alleen Pogacar (21 en 22), Egan Bernal (22), Alberto Contador (24), Jan Ullrich (24) en Laurent Fignon (23) jonger dan 25 toen ze de gele trui in Parijs aantrokken. Meer zelfs: sinds 2000 haalden alleen Pogacar (23 en 24), Vingegaard (24), Thibaut Pinot (24), Nairo Quintana (23) en Andy Schleck (24) als min 25-jarigen nog het podium, als tweede of derde.

Evenepoel zelf zei dat hij nog marge heeft. Niet alleen op het vlak van ervaring of door zijn nog jonge leeftijd. Progressie kan hij vooral nog boeken door een betere voorbereiding. Die was voor deze editie niet optimaal, na zijn val op 4 april in de Ronde van het Baskenland. Hij was weliswaar niet zo zwaar geblesseerd als Jonas Vingegaard, maar moest ook een conditionele achterstand ophalen. Dat bleek begin juni in het Critérium du Dauphiné, waarin hij wel de tijdrit won, maar ‘pas’ zevende werd in het algemene klassement. Nog niet scherp genoeg: er moest nog twee kilo af.

Dat lukte in de twintig dagen tot de Tourstart – het verschil tussen de bollere en de ingevallen kaken van Evenepoel is groot – maar ideaal is dat niet. Dat kan beter gespreid worden over een langere periode. Door zelfs misschien nog een tikje lager te zakken qua gewicht: Evenepoel staat nu weliswaar al scherp, met een heel laag vetpercentage, maar kan nog minder functionele spiermassa, op het bovenlichaam en de bovenbenen, kwijtraken.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Naast dat gewicht haalde de Schepdaalnaar zaterdag, na de rit met finish op de Col de Couillole, nog een ander punt aan. ‘Pogacars en Vingegaards motor is zoveel groter dan de mijne. Ik denk dat ik nog heel veel specifieke training nodig heb om hen bergop te kunnen volgen of aan te vallen.’

Hoe hoog Evenepoels niveau ook was, op elke slotbeklimming verloor hij, vaak rond de grens van de 4000 hoogtemeters, tijd op Pogacar (los van de bonificaties): 35 seconden in Valloire (na de Galibier), 25 seconden in Le Lioran, 1 minuut en 10 seconden op Pla d’Adet, 2 minuten en 51 seconden op Plateau de Beille, 1 minuut en 42 seconden op Isola 2000 en 53 seconden op de Col de la Couillole.

Trainen zoals Pogacar

Die specifieke training is wat Tadej Pogacar dit jaar heeft gedaan, door in het voorjaar het explosievere eendagswerk en het aantal competitiedagen te beperken en langere trainingsperiodes op hoogte in te lassen, om zijn aerobe basis te verbreden. De Giro, met weinig tegenstand, was voor hem zelfs een ideaal ’trainingskamp’ om richting de Tour conditioneel nog beter te worden, en later ook anderhalve kilo overboord te gooien.

Qua programma heeft Evenepoel dit jaar al de juiste keuzes gemaakt. Op zijn menu stond voor de Tour de Ronde van Algarve, Parijs-Nice, Ronde van het Baskenland, Amstel Gold Race, Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik en het Critérium du Dauphiné. Het klassieke drieluik viel in het water door zijn val in het Baskenland, maar op zich was dat een wedstrijdschema dat vooral is gericht op het langere klimwerk. Daar zal Evenepoel ook volgend seizoen voor moeten opteren. Zónder klassieke uitstapjes naar bijvoorbeeld de Ronde van Vlaanderen (waar voor 2025 sprake van was).

Wel een verbeterpunt: méérdere hoogtestages, ook vroeg in het seizoen. Dit jaar ging hij alleen op hoogte voor en na het Critérium du Dauphiné (Sierra Nevada en Isola 2000). Hoe mentaal belastend zo’n stage ook is, het is absoluut noodzakelijk geworden. In het geval van Evenepoel om zijn VO2 Max (en zo zijn functionele uithoudingsdrempel) te verhogen en zijn VLAMax (indicatie van het explosieve vermogen van een renner en hoe dat in verhouding staat met de anaerobe uithoudingsdrempel) te verlagen, zodat hij bergop langer kan meegaan met Pogacar en Vingegaard. Ook de bewegingsefficiëntie van zijn nu zeer aerodynamische positie op de fiets, door het verleggen van zijn zwaartepunt naar voren, kan mogelijk winst opleveren. Niet op het vlakke, wel in de cols.

Eerzuchtige Pogacar

Als Evenepoel de Tour wil winnen, moet hij minstens de komende twee jaar all-in gaan om zijn profiel als klassementsrenner te versterken, en zijn eendagsprofiel af te bouwen. Compromissen mag hij daarin niet maken. Gezien zijn opmerking over hoe hij ‘daar de komende winter aan zal werken’, lijkt Evenepoel dat ook te beseffen.

Het probleem voor de Schepdaalnaar is dat hij moet opboksen tegen twee extreem getalenteerde renners. Zelfs als hij de ene kan verslaan, door beter te zijn, of omdat een van de twee valt, ziek wordt of (weer) een verstoorde voorbereiding achter de rug heeft, dan is de kans reëel dat de andere wel een hoger niveau haalt.

Op een terugval van Pogacar en Vingegaard moet hij de komende jaren ook niet rekenen. De Sloveen is 25 en de Deen is 27, en zullen elkaar blijven motiveren om nog te verbeteren of – in het geval van Pogacar – minstens op hetzelfde topniveau te blijven. De olijke en vrolijke ‘Pogi’ is bovendien eerzuchtiger dan velen inschatten. Hij zal niet stoppen eer hij vele records heeft gebroken, en onbetwist als de grootste aller tijden zal worden bestempeld, zélfs beter dan Eddy Merckx.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Misschien zullen Evenepoels kansen een beetje stijgen in een Toureditie met minder hoogtemeters, een meer klassiek profiel en meer vlakke tijdritkilometers. Helaas voor hem is de tijd voorbij dat Tourorganisator ASO meerdere lange, volledig vlakke tijdritten van 40 kilometer of meer inlast. Zelfs in een tijdrit met een heuveltje, zoals in Gevrey-Chambertin, was Evenepoel ‘slechts’ 12 seconden sneller dan Pogacar, en 37 seconden rapper dan Vingegaard. Grote tijdswinsten zal hij op die twee, zelfs in zijn specialiteit, niet boeken. De Tour winnen zoals de Spaanse chronospecialist Miguel Indurain dat in de jaren negentig deed zal niet lukken.

Switch qua mentaliteit

Positief is dat Evenepoel qua mentaliteit wel de volledige switch naar het rondewerk heeft gemaakt. Ceo Patrick Lefevere vertelde in interviews hoe maniakaal zijn kopman bezig was geweest met de recuperatie voor en na de ritten.

In andere interviews over Evenepoel kwam telkens terug hoe hij veel rustiger is geworden. In woorden, voor de camera’s, en in daden, op de fiets, vond hij drie weken lang de juiste balans, zelfs in de hogedrukpan die de Tour elk jaar weer is. Toen Vingegaard op de klim naar Isola 2000 aan zijn achterwiel bleef plakken, raakte hij niet gefrustreerd en vertelde hij na de finish dat hij dat moet accepteren. Dat was in het verleden weleens anders.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat de altijd relativerende en kalme ploegleider Tom Steels een belangrijke rol speelde in deze Tour is daar niet vreemd aan. Net als de rol van Mikel Landa naast de fiets. In de Tourgids van Knack Sport vertelde de rustige Spanjaard dat hij zijn ervaring probeert door te geven aan Evenepoel. Door te benadrukken dat je in een grote ronde de krachten moet sparen en altijd moet denken aan morgen. Zijn Belgische ploeggenoot heeft op dat vlak goed geluisterd.

Pas in 2025 de echte evaluatie

Conclusie: pas volgend jaar zullen we definitief kunnen inschatten of Evenepoel een reële kans maakt om ooit de Tour te winnen, in de veronderstelling dat hij, Pogacar en Vingegaard voor en tijdens de Tour gezond blijven en niet vallen. Als de Soudal Quick-Steprenner met een nog specifiekere voorbereiding zijn kloof van nu ruim negen minuten op Pogacar kan verkleinen tot twee à drie minuten, of zelfs meer, dan mag hij ook in 2026 en later dromen van de gele trui. Dat zei Patrick Lefevere zelfs al voor de Tour: ‘Pas in 2025 kan je de échte evaluatie maken.’

Lefevere heeft nu de bevestiging gekregen wat Evenepoel kan, als ronderenner, en zal het team rond hem nog moeten versterken. In deze Ronde van Frankrijk volstond het zeer verdienstelijke werk van zijn ploegmaats, omdat Evenepoel vooral het UAE Team Emirates van Pogacar moest volgen. Mikel Landa was, op zijn 34e, bijzonder sterk en eindigde op een vijfde plaats in het algemene klassement, maar heeft weinig cruciaal kopwerk voor zijn leider moeten verrichten: in de zaterdagrit naar de Col de la Couillole, 2,7 kilometer, de dag ervoor op de klim naar Isola 2000 2,5 kilometer. Aan het eindresultaat van zijn ploeggenoot heeft dat echter niks veranderd.

Mikel Landa leidt voor Remco Evenepoel in de rit naar Isola 2000. © Getty Images

Vindt Lefevere middelen?

Dan kan wel het geval zijn als Evenepoel ooit op het niveau komt waarmee hij een meer dan reële kans maakt op de eindzege in de Tour en met zijn team zal moeten opboksen tegen de superploegen van Pogacar en Vingegaard. Die zullen in dat geval ook op een andere manier, met hun hele team, tégen Evenepoel beginnen te koersen.

De vraag is of Lefevere daar op korte en langere termijn de financiële middelen voor zal vinden, in de wedloop van de steeds grotere budgetten. Bij niet alleen UAE Team Emirates en Visma-Lease a Bike, maar ook bij andere teams die multinationals voor vele jaren aan zich hebben gebonden (RedBull-BORA-hansgrohe, Lidl-Trek, AG2R-Décathlon, zelfs Astana met een nieuwe kapitaalkrachtige Chinese sponsor).

In maart 2025 zit Lefevere met zijn drie hoofdsponsors (Soudal, Quick-Step en Specialized) samen om te praten over hun verbintenis na 2026. Eind dat seizoen loopt nota bene Evenepoels contract af. Als Lefevere hem überhaupt voordien aan zijn contract kán houden…

Bij welke ploeg dan ook: de Schepdaalnaar heeft nog veel werk voor de boeg als hij ooit Tadej Pogacar, de Merckx van zijn tijd, én Jonas Vingegaard wil kloppen in de Tour de France. Ja, de kans is klein, maar niemand die nú al met zekerheid kan zeggen dat dat onmogelijk is.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Partner Content