Gevaarlijke Tourfinish: organisator ASO heeft het nog altijd niet begrepen
De hele wielerwereld schreeuwt om meer veiligheid voor de renners, maar Tourorganisator ASO volhardt in de boosheid. De finish van de rit met aankomst in Bayonne was weer een voorbeeld van hoe het niet moet.
Laten we beginnen met het ‘goede’ nieuws: ondanks de razendsnelle, hectische eerste Touretappes zijn er tot dusver ‘maar’ twee uitvallers door valpartijen. In de eerste rit gingen Enric Mas en Richard Carapaz tegen de vlakte in een niet eens gevaarlijke afdaling. De eerste gaf op met een breuk van het schouderblad, de tweede reed nog door maar kwam niet meer aan de start van de tweede rit: barst in de knieschijf. Dat de EF Education-renner überhaupt voortfietste met zo’n blessure was op zich al absurd, maar ook dat is helaas eigen aan het wielrennen.
Toch klopte Tourorganisator ASO zich op de borst. De verantwoordelijke van de veiligheid en bewegwijzering tweette gisteren over de honderden gevaarlijke punten die waren aangegeven in de eerste twee ritten in Spaans Baskenland. Met de melding dat hij en zijn team met veel enthousiasme ook in Frankrijk aan de slag zouden gaan. Al dan niet rechtstreeks gevolg: ook in de derde rit vielen er geen zware crashes te bespeuren, ook niet in de sprint.
Parcoursbouwer Thierry Gouvenou had vooraf benadrukt dat hij de finishlijn in Bayonne op de brede Avenue d’Aquitaine had gelegd. Niet meer in het centrum, op de Allées Paulmy – zoals in 2003, toen de Tour voor de laatste keer in de stad arriveerde. ‘Gezien de snelheid waarmee de renners vandaag fietsen, en het verkeersmeubilair dat de laatste twintig jaar is aangelegd, was die locatie niet veilig geweest. Daarom dus deze nieuwe aankomst, ideaal voor een koninklijke sprint’, aldus Gouvenou.
Op die nieuwe aankomst, nog altijd dicht bij het centrum en ter hoogte van een parking van het grote bioscoopcomplex van Bayonne, kwam die ‘sprint royal’ er inderdaad. Met Jasper Philipsen als winnaar, die het voorbereidende werk van zijn sprinttrein perfect afrondde.
Helaas werd de zege pas twintig minuten later bekrachtigd door de wedstrijdjury. Die debatteerde wel erg lang over het manoeuvre van de Belg: hij zou van zijn lijn zijn afgeweken en zo Wout van Aert hebben gehinderd.
Dat was echter vooral te wijten aan de chicane in de laatste honderden meters: eerst een flauwe bocht naar links, gevolgd door een flauwe bocht naar rechts, op nauwelijks 75 meter voor eindstreep. Philipsen deed daarbij wat elke sprinter zou doen: de kortste weg kiezen, weliswaar zonder te bruusk naar rechts uit te wijken. Van Aert moest zo wel stoppen met sprinten. Ook omdat hij, geprangd tussen Philipsen en de dranghekken, de armen van een toeschouwer had geraakt.
Te lang overleg
Op concurrent Fabio Jakobsen na vond geen enkele analist of ex-renner dat de Belg iets verkeerds had gedaan, zeker geen manoeuvre dat een diskwalificatie verdiende. Toch discussieerde de jury daar liefst twintig minuten over. Zo lang moesten Philipsen, zijn vriendin Melanie en alle kijkers thuis wachten op een verdict.
Hoewel het een mooi beeld opleverde met ook Tadej Pogacar, die samen met Philipsen de beelden bestudeerde op een smartphone, is die periode van beraadslaging belachelijk lang. Dat krijg je aan geen enkele sportmarketeer of mogelijke sponsor verkocht. Laat staan aan kijkers die, al dan niet via de Netflixserie Unchained, voor het eerst naar de Tour kijken. En die hadden al een slaapverwekkende sprintersrit van ruim vier uur achter de kiezen, als ze het al zo lang hadden volgehouden.
Dat Philipsen uiteindelijk niet werd gediskwalificeerd, was volkomen terecht. Alleen Tourorganisator ASO had zo’n diskwalificatie verdiend: hij had voor de zoveelste keer de safety guide van de Internationale Wielerunie (UCI) genegeerd. Die heeft begin 2021 – in de nasleep van de zware valpartij van Fabio Jakobsen in de Ronde van Polen 2020 – nieuwe richtlijnen uitgevaardigd, onder meer over dranghekken en de laatste rechte lijn. Die moest voortaan ‘zo lang mogelijk’ zijn, ‘ten minste 200 meter’.
Dat was in Bayonne zeker niet het geval. Het officiële routeboek geeft wel 200 meter aan als lengte van ‘la ligne droite’, maar in werkelijkheid was die dus niet langer dan 75 meter. Toch werd dat goedgekeurd door de safety manager die elke raceorganisator, sinds de nieuwe veiligheidsrichtlijnen van 2021, moet aanstellen.
Dat is vragen om problemen, zeker als je twéé flauwe bochten in de laatste honderden meters legt. Gelukkig was Wout van Aert zo verstandig genoeg om niet in het gat tussen Philipsen en de dranghekken te duiken. Minder risicoschuwe sprinters hadden het misschien wel gedaan, met een zware valpartij tot gevolg. In dat geval was Philipsen allicht wél gediskwalificeerd. In het wielrennen oordeelt de jury immers te vaak op basis van de gevolgen, niet op basis van de actie op zich.
Al even absurd was de uitleg van parcoursbouwer Thierry Gouvenou aan Sporza. Volgens hem was er niet gevallen, en is dat toch ‘vrij zeldzaam voor een eerste massasprint in de Tour.’ Dus zag hij het probleem niet. ‘Volgens mij zijn er vaker valpartijen bij een rechte finish dan met een bochtje’, beweerde hij zelfs domweg, zonder schaamte.
Onveilige drankhekken
Niet alleen de laatste rechte lijn, ook de dranghekken waren allerminst veilig. Die waren door de druk van de toeschouwers hier en daar verschoven, waardoor er poortjes uitstaken. Dat die niet meer werden rechtgezet voor de sprint is schuldig verzuim.
Bovendien is de hellingsgraad van de drankhekken niet groot genoeg om de armen van de toeschouwers ver genoeg van de sprintende renners te houden. Dat Van Aert een fan met een smartphone raakte, is helaas ook niet nieuw. Het gebeurt zowat elk jaar.
Toch blijft de ASO volharden in de boosheid. Van de kunststof dranghekken van de firma Boplan, die in Vlaamse koersen al hun nut hebben bewezen, is er nog altijd geen sprake. Volgens Thierry Gouvenou zijn die ‘misschien’ veiliger, maar zouden er zes à zeven extra vrachtwagens nodig zijn om die te vervoeren. ‘We moeten ook aan onze ecologische voetafdruk denken’, klinkt het. Voor een organisator die elke dag tientallen vips in helicopters laat rondvliegen, is dat een uiterst hypocriet en leugenachtig antwoord.
Tourbaas Christian Prudhomme zat nochtans aan de tafel van de persconferentie aan de vooravond van de Tour, toen alle partijen van de wielerwereld het nieuwe SafeR-project aankondigden. Dat moet het aantal ernstige crashes in het wielrennen drastisch terugdringen. Onder meer door de mentaliteit bij organisatoren en renners te veranderen, en de bewustwording aan te scherpen.
Ondanks de initiatieven die de ASO al heeft genomen (onder meer met vangnetten in de afdalingen van rit 14 en 17) lijkt die bewustwording nog niet helemaal doorgedrongen. En zo schoot de Tourorganisatie zichzelf alweer in de voet. Gelukkig zonder ernstige gevolgen deze keer, maar het blijft ontoelaatbaar.
Een ding is zeker: de intiatiefnemers van SafeR hebben nog véél werk voor de boeg.
Tour de France 2023
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier