Geen prijzengeld op het WK: gravelracen doe je (nog) voor de eer

In grotere wedstrijden sta je met bekende profs van de weg aan de start, zoals Belgisch en Europees kampioen gravel Jasper Stuyven. © Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Op het WK gravel, komende zondag tussen Halle en Leuven, valt geen euro prijzengeld te verdienen. Toch boomt de wielerdiscipline.

Het WK gravel is pas aan zijn derde editie toe, na twee WK’s in het Italiaanse Veneto in 2022 en 2023. Twee jaar geleden omarmde de Internationale ­Wielerunie (UCI) de steeds populairdere discipline – rijden op onverharde wegen – met een eigen Gravel World ­Series, waar renners zich konden kwalificeren voor het WK. In de huidige jaargang bestonden die Series, naast het WK en EK (dat ook in Vlaams-Brabant, in Oud-Heverlee, plaatsvond) uit ruim twintig wedstrijden. Grotendeels in West-Europa, maar ook met twee manches in Australië en één in de VS, Canada, Kenia, Zuid-Afrika en Australië.

De organisatie van een deel van die races is, zoals het EK en WK, in handen van het ­Belgische evenementenbureau Golazo. Dat bedrijf speelde in België ook in op het boomende gravelracen met de Bolero Gravel Series, een regelmatigheidscriterium van vier wedstrijden.

Naar Amerika

Opvallend genoeg krijgen de winnaars, zelfs op het WK, geen euro prijzengeld. Dat is wel het geval voor de Gravel Earth Series, een reeks die bestaat uit een twintigtal manches in onder meer Chili, Mexico, ­IJsland, Kenia, Finland, Litouwen en de VS. De eersten bij de mannen en vrouwen ­strijken 2500 euro op, in totaal 12.500 euro per gendercategorie. Renners die meer geld willen verdienen moeten naar de bakermat van het gravelracen, de VS.

‘Wanneer de sector economisch meer gewicht krijgt, groeien die prijzenpotten waarschijnlijk mee.’

In de Life Time Grand Prix, een serie van zeven races, staat er een prijzenpot van 300.000 dollar (270.000 euro) op het spel, te verdelen ­tussen mannen en vrouwen. De winnaars krijgen elk 30.000 dollar, de tweede en ­derde 24.000 en 20.000 dollar. Naar ­Amerikaanse normen zijn dat geen vetpotten. In UNBOUND, de ‘Superbowl of Gravel’, valt er zelfs niets te rapen. Prijzengeld is er slechts in drie van de zeven ­wedstrijden van de Life Time Grand Prix (van 500 tot 2500 dollar), en dan nog alleen voor de elite­categorie. Amateurrenners moeten, zoals voor de meeste grote ­wedstrijden in Europa, veelal stevige registratiekosten betalen.

Betalen voor belevenis

‘Dat beperkte prijzengeld is niet onlogisch’, zegt hoogleraar sportmarketing Wim Lagae (KU Leuven), die in zijn boek ­Sneller, groter, gekker de evolutie van de sportbusiness beschrijft. ‘De levenscyclus van een “product”, ook in de sport, moet eerst een onderzoeks-, ontwikkelings- en introductiefase doorlopen. Daarna volgt een groeifase, en vervolgens een maturiteitsfase. Het gravelracen bevindt zich nog in het eerste stadium van de groeifase. Wanneer de sector meer economische ­body krijgt, met schaalvergroting gekoppeld aan lagere kosten, zullen die prijzenpotten waarschijnlijk mee groeien.’

Gravelracen heeft volgens Lagae heel wat troeven. ‘Je kunt het vergelijken met triatlon. In de ironmans, en zelfs voor de kortere afstanden, willen de “age-groupers”, de amateurs die per leeftijdscategorie worden ingedeeld, flink betalen voor de belevenis. Die “age-groupers” zie je terug in het gravelracen, dat ook zijn eigen ­subcultuur heeft. Met een barbecue voor en na, veel entertainment, een heel relaxte sfeer. In grotere wedstrijden sta je zelfs met bekende profs van de weg aan de start. En het grootste deel van de race speelt zich af in de natuur, weg van het onveilige openbare verkeer.’

Het ‘ecosysteem’ van het gravelracen is nog veel breder, zegt Lagae. ‘Fabrikanten van fietsen, onderdelen en kledij hebben een nieuwe lucratieve afzetmarkt gevonden, en richten zelfs eigen semiprofessionele ­gravelteams op, zoals het Belgische Ridley of Classified. Organiserende steden, zoals Leuven, kunnen hun groene omgeving in de kijker zetten. Het is ook minder omslachtig dan een grote wegkoers of zelfs een triatlon op poten zetten, omdat ze minder openbare wegen hoeven af te sluiten. Ook voor organisatiebureaus als Golazo is het een nieuw verdienmodel. En ook de UCI heeft door de organisatievergoedingen voor WK’s een nieuwe inkomstenbron, en een etalage voor zijn sponsors.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content