Florian Vermeersch en Brent Van Moer geven Lotto-Soudal weer een toekomst
Na Brent Van Moer eerder dit seizoen beukte ook ploegmaat Florian Vermeersch in Parijs-Roubaix de poort tot de wereldtop open. Geduld blijft geboden, maar in de woestijn van negatieve berichten bieden zij de Lotto-Soudalploeg eindelijk uitzicht op een oase. En het is geen fata morgana.
In het interview na de finish noemde winnaar Sonny Colbrelli hem ’that rider from Lotto-Soudal’. Of de Italiaan even niet op zijn naam kon komen, of hem effectief niet kende: geen idee. Maar het geeft wel aan hoe verrassend de tweede plaats van Florian Vermeersch was, niet alleen voor zijn collega’s, ook voor de internationale wielervolgers. Ja, de Belg had wel brons veroverd op het jongste WK tijdrijden bij de beloften. Maar dat hij op een leeftijd van 22 jaar en 206 dagen, in de zwaarste Parijs-Roubaix in vele jaren, twééde zou worden, als jongste coureur in de top twee van de Helleklassieker sinds Bruno Wojtinek (22 jaar en 40 dagen) in… 1985? Weinigen die daar veel centen op hadden durven te verwedden.
Nochtans was het vertrouwen binnen de Lotto-Soudalploeg in de Oost-Vlaming er wel degelijk: zie naar zijn rugnummer 2, als eerste coureur na Philippe Gilbert, die als titelverdediger nummer 1 droeg. Vermeersch’ opdracht: meeglippen in een vroege vluchtersgroep. En zoals Gilbert en Degenkolb hem vooraf inpeperden: altijd blijven rijden, waar je ook belandt.
De grote goesting van de jongeman om door de modder te dwangarbeiden – ‘De regen? Ach, dat is mindset. You have to embrace it’ – en zijn onuitputtelijke krachtenarsenaal leverden uiteindelijk een uitslag op gelijk aan zijn rugnummer. En ‘wat als’-vragen, ook bij de zichtbaar ontgoochelde Vermeersch, toen hij op het podium met een pruilgezichtje naar de kasseisteen keek die Sonny Colbrelli boven het hoofd stak.
Wat als hij niet 44 kilometer lang met de Nederlander Nils Eekhoff voor de vroege vluchtersgroep had gereden, en het meeste kopwerk had verricht? Wat als hij daar, en later in de diepe finale, toen hij alleen vooruit was met Mathieu van der Poel en Colbrelli, zich wat meer had gespaard? Had hij dan wel gewonnen? En Colbrelli geklopt in de sprint – het scheelde uiteindelijk een hele fietslengte?
We zullen het nooit weten. Vermeersch zelf had ook van niets spijt: ‘Ik zou het opnieuw zo doen.’ Want, benadrukte hij: ‘Ik rij graag aanvallend’ – perfect passend in de nieuwe generatie van aanvalslustige coureurs.
Klassieke droogte
Perfect passend ook in het nieuwe plaatje van Lotto-Soudal, dat sinds dit jaar meer dan ooit inzet op jeugd, gescout in het buitenland, of komend uit de eigen belofteploeg, zoals Vermeersch.
Een team dat nu eindelijk weer een renner heeft die in het klassieke voorjaarswerk kan uitblinken. De laatste podiumplaats van de Lottoploeg in Parijs-Roubaix was dan ook geleden van de zege van Peter Van Petegem in 2003. En in de Ronde van Vlaanderen was Jürgen Roelandts, in 2013, de laatste die op het podium eindigde, als derde. Sindsdien volgden alleen nog zeges in semiklassiekers als Dwars door Vlaanderen (Jens Debusschere, 2016), de Strade Bianche en de Brabantse Pijl (Tiesj Benoot en Tim Wellens, 2018).
Mede door de mislukte toptransfers van Philippe Gilbert en John Degenkolb (samen goed voor één zege sinds 2020) moest sprinter Caleb Ewan de laatste drie jaar voor net niet de helft van de zeges zorgen (23 van de 47 sinds 2019). Thomas De Gendt sprankelde daarnaast af en toe als ontsnappingskoning en geregeld pikte ook Tim Wellens zijn zege mee, maar ook zij botsen dit jaar op een nieuwe generatie toptalenten.
Lotto-Soudal gleed dit seizoen zo af naar een beschamende 19e plaats in de huidige World Ranking, als pas vierde Belgische ploeg. Ook de berichten over de sluimerende onvrede over teammanager John Lelangue, over het grote personeelsverloop en het afscheid van ploegleiders Marc Sergeant en Herman Frison, gaven geen positief beeld.
Werkersmentaliteit
Maar zie, in de modder van de Hel schitterde plots Florian Vermeersch. In navolging van de 23-jarige Brent Van Moer, dat andere jeugdproduct van de U23-ploeg dat dit jaar al imponeerde met een ritzege in de Dauphiné en een net-niet-etappeoverwinning in de Tour de France. Zonder een heupbreuk, opgelopen bij een val in augustus, had hij zelfs al deel uitgemaakt van de Belgische WK-selectie.
Vermeersch en Van Moer zijn bovendien twee evenwichtige, nuchtere en intelligente jonge kerels die niet vlug in de valkuil van de vroege roem zullen trappen. Groot gebracht immers met een werkersmentaliteit: de ene als student geschiedenis aan de UGent en als parttime gemeenteraadslid in Lochristi, de andere als zoon van ondernemer Jo Van Moer, bekend van het bedrijf Van Moer Logistics. Een mentale uitlaatklep die op langere termijn zeker kan renderen, in een tijd waarin de druk op sporters groter is dan ooit.
Het is allerminst garantie op een vaste stek bij de wereldtop, zeker in een nieuwe lichting met nog veel andere toptalenten begiftigd met een nog grotere explosiviteit. Maar Vermeersch en Van Moer bieden, naast de 19-jarige Waal Arnaud de Lie (die volgend jaar prof wordt), hun ploeg wel nieuwe fundamenten om de komende jaren op te bouwen, vakkundig gegidst door afhakende ‘oudjes’ als Gilbert en De Gendt.
Zo heeft Lotto-Soudal toch weer een toekomst, op nog kortere termijn dan voorzien. En dat kwam geen moment te vroeg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier