Eindzege van Remco Evenepoel in Parijs-Nice zou uitzonderlijk zijn voor Soudal Quick-Step
Als Remco Evenepoel deze week Parijs-Nice wint, dan zou hij de transitie van Soudal Quick-Step van een klassieke naar een rondeploeg extra in de verf zetten.
Opvallende vaststelling na de jongste Omloop Het Nieuwsblad: voor het eerst in de teamgeschiedenis, sinds 2003, eindigde geen enkele renner van Soudal Quick-Step in de top twintig. Yves Lampaert werd… 21e. Deels te wijten aan valpartijen van kopmannen Julian Alaphilippe en Kasper Asgreen, maar op de cruciale momenten waren zij niet mee. Dat was de dag erna ook zo in Kuurne-Brussel-Kuurne, al redde Luke Lamperti er als zevende de eer. Ook in de Strade Bianche kwam Soudal Quick-Step niet in het stuk voor: Alaphilippe viel, Asgreen finishte pas als veertigste. Ook dat was het slechtste teamresultaat ooit in de Italiaanse koers.
Sinds de zege van Fabio Jakobsen in Kuurne in 2022 heeft Soudal Quick-Step, mede door de terugval van Alaphilippe en Asgreen, amper één (semi)klassieker in het Vlaamse voorjaar gewonnen: Nokere Koerse in 2023, met Tim Merlier. Met winst in Luik-Bastenaken-Luik moest Remco Evenepoel twee keer het voorseizoen redden. De kans is reëel dat hij dat dit jaar, met ook de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl op zijn programma, weer zal doen. Of zelfs deze week al in Parijs-Nice. Een eindzege zou opnieuw de transitie van Soudal Quick-Step naar een rondeploeg illustreren. Een team dat al twintig klassieke monumenten op zijn erelijst heeft staan, maar tot dusver slechts één eindoverwinning behaalde (Paolo Bettini in Tirreno-Adriatico 2004) in de zeven belangrijkste rittenkoersen van een week. In Parijs-Nice, de rondes van Catalonië, Baskenland, Romandië, Zwitserland en het Criterium du Dauphiné staat de teller nog op nul. Van de in totaal slechts tien rittenkoersen in de WorldTour die Quick-Step sinds 2003 won, gingen er bovendien drie naar Evenepoel, waaronder de Vuelta in 2022. Het was zijn eerste grote rondezege en ook die voor de ploeg.
Manager Patrick Lefevere liet in het verleden, tot voor de opkomst van Evenepoel, de klassementsrenners dan ook veelal links liggen. ‘Te duur en een te groot dopingrisico’, klonk het. Pas later haalde hij af en toe zo’n type binnen. Rigoberto Uran finishte als tweede in de Giro van 2014, Dan Martin eindigde in de Rondes van Frankrijk 2016 en 2017 als negende en zesde, de jonge Enric Mas werd tweede in de Vuelta van 2018 en in de Tour van 2019 steeg Julian Alaphilippe boven zichzelf uit, met een vijfde stek. In de hoop dat Evenepoel ooit beter doet, zal Lefevere voortaan wel een groot deel van zijn budget spenderen aan versterkingen voor het rondewerk, zoals met de transfer van Mikel Landa. En moet hij hopen dat jongeren als Luke Lamperti en de veelbelovende Paul Magnier rap doorbreken zodat zijn team in de kasseiklassiekers niet verder wegzakt.