Dylan Teuns: ‘Uit een grote ronde kom ik nooit als een leeg gewrongen dweil’
Dylan Teuns (30)gaat opnieuw voor ritwinst in de Tour. Een interview met dé Belgische renner van het voorjaar, met verwijzingen naar Bob Dylan, de Nobelprijswinnaar Literatuur naar wie hij genoemd is als leidraad.
‘Super, hé, zoals hij dit voorjaar heeft gereden.’ Terwijl Dylan Teuns (30) in het veld achter de in verbouwing zijnde familieboerderij poseert voor de fotograaf, laadt z’n trotse peter in stukken gehakte boomstronken in een kruiwagen. ‘Ik heb zelf ook nog koers gereden, maar tot profrenner heb ik het nooit geschopt. Nu volgen we de prestaties van Dylan op de voet, op tv en als het enigszins kan ook ter plaatse. We waren er bij toen hij zijn eerste etappe won in de Ronde van Frankrijk op euhm … hoe heet die berg nu weer? ( nadat we hem het antwoord influisteren) Juist, La Planche des Belles Filles. Wat een fantastische dag.’
Mocht er geen klassieker op mijn palmares gestaan hebben, dan zou ik na mijn carrière toch diep ontgoocheld geweest.’ DYLAN TEUNS
Nadat hij in 2017 al de Ronde van Polen op zijn naam had geschreven en een jaar later derde was geworden in de Ronde van Lombardije, betekende die Tourritzege in 2019 de internationale doorbraak voor Dylan Teuns. En toch, zo vertelt hij ons in het uitgebreide interview voorafgaand aan de fotoshoot, lijkt hij voor de nationale media en wielerliefhebbers pas dit seizoen dankzij zijn overwinning in de Waalse Pijl tot de absolute top te zijn toegetreden.
I dreamed a dream (1)
Heb je daar een verklaring voor?
Dylan Teuns: ‘Het is iets typisch Belgisch, denk ik. De focus ligt hier vooral op de voorjaarsklassiekers, waarvan er veel bij ons gereden worden. We hebben geen grote ronde, onze renners moeten dan ook klassieke types zijn. De koersen waarvan ik als kind droomde, waren ook de grote eendagswedstrijden in België.’
Waar plaats je die klassieke overwinning ten opzichte van je twee etappezeges in de Tour?
Teuns: ‘Onmiddellijk na de arrivée in Hoei heb ik daar wat weifelende uitspraken over gedaan, maar nu zeg ik stellig dat de Waalse Pijl voor mij de mooiste zege was tot nu toe. Oké, op Le Grand-Bornand kon ik vorig jaar een ontketende Pogacar afhouden, wat mijn winst extra glans gaf, maar ik was wel voorop met een kopgroep. Nu deed ik het vanuit de groep der favorieten, rechtstreeks tegen alle kleppers.’
Met welke ambitie trek je ditmaal naar de Ronde van Frankrijk?
Teuns: ‘Deels zal ik een dienende rol vervullen, omdat de ploeg met één of twee renners klassementsambities koestert, maar hopelijk krijg ik opnieuw mijn kans om een rit te kapen.’
Weet je welke etappe er op vrijdag 8 juli op het programma staat?
Teuns: ( grijnst) ‘Ja, die naar La Planche des Belles Filles, waar voor het eerst sinds 2019 weer een rit in lijn zal aankomen. Die dag gaat wel speciaal aanvoelen voor mij. Het mag altijd natuurlijk, maar het hoeft niet noodzakelijk daar te gebeuren, hoor.’ ( lachje)
Wout van Aert gaat vol voor groen. Mag ons land ook dromen van de bolletjestrui voor Dylan Teuns?
Teuns: ‘Als kind raakte ik tijdens de Tour gefascineerd door de nevenklassementen, omdat er voor het eindklassement toen weinig spanning was – Armstrong won altijd. Ik werd fan van Michael Rasmussen ( die het bergklassement won in 2005 en 2006, nvdr), omdat hij altijd strijd voerde voor de bolletjestrui. Later, toen ik begon te fietsen in de jeugdcategorieën, kon ik, bijvoorbeeld in de Topcompetitie bij de nieuwelingen, geen enkele keer het bergklassement winnen, maar ik werd wel vier keer tweede. De jongen die toen wel won, is nog altijd een van mijn beste vrienden. Als we een avond met de kameraden samenzitten, haalt hij het elke keer aan dat hij de bolletjestrui gewonnen heeft en ik niet. ( lacht)
‘Om terug te komen op je vraag: in die rit naar La Planche des Belles Filles in 2019 ging een vijftal van mijn medevluchters, onder wie Tim Wellens, vol voor de punten. Ik dacht: laat ze maar doen, ik ga me niet moeien. Hoewel de voorsprong nog moest groeien om op een succesvolle vlucht te hopen, liet ik het bergklassement links liggen en zat ik met de ritzege in mijn hoofd. Achteraf was ik blij met die keuze. Mijn insteek zal deze keer hetzelfde zijn, want ik weet hoe slopend het is om voor de bollen te gaan. Mijn ploegmaat Wout Poels is – godverdekke – vorig jaar heel diep gegaan om de trui te winnen, maar dan nog ging Pogacar er uiteindelijk mee aan de haal. Voor Wout was dat erg pijnlijk, hij was héél teleurgesteld.’
I can’t get any sleep (2)
Jij kan een klassement rijden in een grote ronde, zoals je bewees met een twaalfde plaats in de Vuelta in 2019 en een zeventiende in de Tour vorig jaar. Waarom mik je daar niet op?
Teuns: ‘Je moet er drie weken lang elke dag voor zorgen dat je geen tijd verliest. Dat vergt een voorbereiding van vijf, zes maanden. Ik weet niet of ik er dat ooit voor over zal hebben. Dan komen we terug op wat ik net zei: ik heb een grote voorliefde voor de klassiekers, waarvan ik er graag nog een paar op mijn erelijst zou bijschrijven.’
Een grote ronde rijden, in casu de Tour, dat is alles bij elkaar vier weken weg zijn van huis, drie weken hard fietsen, afzien en eenzelfde ritueel volgen. Houd je daarvan?
Teuns: ‘Van huis weg zijn is nu eenmaal part of the job, maar verder voel ik me goed bij de routine van zo’n grote ronde. Bij een kleinere rittenwedstrijd denk je na enkele dagen al aan het einde, maar in de Tour besef je na rit vijf dat er nog zestien volgen. Je komt in een cirkel terecht: opstaan, ontbijten, bus in, starten, koersen, bus weer in, massage, avondeten. Je raakt het zo hard gewend, het wordt een levensstijl. Fysiek houd ik er ook van: het is logisch dat ik nadien wat rust moet nemen, maar ik kom nooit als een leeg gewrongen dweil uit een grote ronde.’
In een grote ronde slaap ik 24 uur meer dan veel andere renners.’ DYLAN TEUNS
Hoe neem je ontspanning tijdens die drie intense weken?
Teuns: ‘Door in de bus naar de start of naar het hotel mijn headset op te zetten en naar muziek te luisteren. Dan sluit ik mij af van alles en iedereen en probeer zo te relaxen.’
Zoals ondertussen waarschijnlijk algemeen geweten, ben je vernoemd naar Bob Dylan. Staat zijn muziek op je playlist?
Teuns: ‘Niet echt, maar af en toe zet ik wel met opzet een liedje van hem op als ik denk: het is weer lang geleden dat ik er nog naar geluisterd heb. Ik luister naar alle genres. Dat kan van rock over dance gaan tot wat er momenteel in de top 50 staat.’
Naast muziek kan slapen jou blijkbaar ook ontspannen. In Het Nieuwsblad lazen we dat je ‘na de Waalse Pijl supervroeg wakker was, wat niet mijn gewoonte is.’
Teuns: ‘Dat klopt, ik ben een langslaper. Ik slaap gemakkelijk tot acht, negen of zelfs tien uur per nacht. In een grote ronde – zo heb ik een keer met een ploegmaat, bij BMC nog, uitgerekend – slaap ik 24 uur langer dan veel andere renners. Maar die ochtend na de Waalse Pijl was ik om kwart na zes boenk wakker, puur van de adrenaline.’
Trying to be so quiet (3)
Over die wedstrijd gesproken: wat zie je zelf als de redenen voor je uitstekende prestaties dit voorjaar, met naast die zege ook top 10-plaatsen in de Ronde Van Vlaanderen, de Amstel Gold Race, de Brabantse Pijl en Luik-Bastenaken Luik?
Teuns: ‘Zoals altijd maakte ik een voorbereiding in mijn hoofd, waarna ik in samenspraak met m’n coach en de ploeg een programma opstelde. Dat liep perfect… tot mijn eerste wedstrijd. Boem erna kreeg ik corona. Tot aan de eerste belangrijke koers in mijn voorjaar, de Ronde van Vlaanderen, ging niets nog zoals gepland. Is er dan een verklaring voor mijn prestaties? Als ik er één moet geven, dan is dat: een soort volwassenheid die mij niet heeft doen panikeren.’
Deed je dat in het verleden wel?
Teuns: ‘In mijn tweede profjaar, in 2016, werd ik ziek op kerstavond, een zware bronchitis. Toen was ik van 24 december tot 25 januari buiten strijd. Na tien dagen liep ik al tegen de muren op, ik begon door te draaien en was zo zenuwachtig als wat. Ook al voelde ik me slecht, toch probeerde ik even op de fiets te kruipen. Dat ging natuurlijk nauwelijks, waardoor de moed nog dieper in mijn schoenen zakte. Nu bleef ik de hele tijd rustig en wachtte ik met trainen tot ik er helemaal klaar voor was.’
Horen we hier een pleidooi, zoals we dat enkele jaren geleden ook bij Greg Van Avermaet al hoorden, om een langere rustperiode in te bouwen?
Teuns: ‘Frisheid heeft mogelijk wel een factor gespeeld, ja. Andere jaren zat ik misschien al een beetje op mijn tandvlees toen ik in Luik aan de start stond. Nu voelde ik het totaal niet dat ik al aan mijn zesde klassieker zat.’
Je werkt ook al een jaar samen met een andere trainer, oud-toprenner Michele Bartoli. In welke mate heeft hij bijgedragen tot het succes?
Teuns: ‘Met mijn vorige coach ( David Baily, nvdr) heb ik ook altijd goed kunnen werken – die samenwerking is om andere redenen stopgezet. Ik zou dus niet alle pluimen op de hoed van Michele willen steken, maar hij heeft zeker een rol gespeeld. Voornamelijk op het mentale vlak is hij belangrijk voor mij. Als iemand met zo’n palmares je raad geeft, dan ga je die blind vertrouwen. Zijn peptalk de dagen voor een koers is misschien niet veel specialer dan die van iemand anders, maar dat die van hem komt, maakt het wel bijzonder. Qua schema’s en dergelijke legt hij een aantal eigen accenten, maar hij heeft mijn trainingspatroon van voordien bestudeerd om dan in dezelfde lijn verder te werken. Hij wilde het roer niet compleet omgooien omdat hij wist dat ik me goed voelde bij m’n eerdere trainingsschema’s.’
I keep believing (4)
Had je zelf verwacht dat je tot zulke prestaties en resultaten in staat was?
Teuns: ‘Ik ben er wel altijd in blijven geloven. Als je als derde kunt eindigen op de Muur van Hoei, dan kan je er winnen ook. ( met lichte krop in de keel) Ik word er wat emotioneel van. Het jaar nadat ik in 2017 derde werd, lag de druk heel hoog. Ik faalde, waarna het lastiger en lastiger werd om elke keer opnieuw te vechten tegen bepaalde twijfels van de buitenwereld. Als je die missie dan tot een succes kunt brengen, dan zorgt dat voor een grote voldoening, voor een ontlading ook. Nu begint dat nog meer door te dringen dan voorheen.’
Wat heeft die overwinning voor jou veranderd?
Teuns: ‘De klassieke zege is nu op zak, dat kan ik afvinken. Mocht die niet op mijn palmares gestaan hebben, dan zou ik na mijn carrière toch diep ontgoocheld geweest zijn. De honger is daarmee natuurlijk nog niet gestild, nu mogen er meer volgen. ( lachje) Daarnaast geeft elke overwinning, dus niet per se die in de Waalse Pijl, het zelfvertrouwen een boost. In de rit die ik won in de Ronde van Romandië kon je zien dat ik weer wat extra vertrouwen had gehaald uit de zege een week voordien.’
Wat betekende de zege voor je status in het peloton?
Teuns: ‘In Luik-Bastenaken-Luik werd dat al duidelijk. Toen ik op La Roche-aux-Faucons vertrok, zaten er drie renners in mijn wiel en niemand wilde overnemen. In Luik vielen de puzzelstukken net niet in elkaar zoals het moest, maar of die andere status dan per definitie een nadeel is, weet ik niet. Bij die wedstrijd komt nu eenmaal meer tactiek kijken dan in de Waalse Pijl. Op de Muur van Hoei zijn het alleen de benen die spreken.’
In het peloton bleef je misschien een beetje onder de radar, maar het waren vooral de media die jouw prestaties de voorbije jaren onvoldoende naar waarde schatten. Bij de verkiezing van de Flandrien, bijvoorbeeld, konden je collega’s niet op jou stemmen, want je behoorde er tot dusver nooit tot de genomineerden. Wat vond je daarvan en waaraan ligt dat, denk je?
Teuns: ‘Het is niet dat het mijn carrière maakt of kraakt, maar ik moet toegeven dat ik het wel jammer vind dat ik ondanks enkele mooie seizoenen nog nooit bij die vijf genomineerden zat. Waaraan dat ligt? Misschien profileer ik me te weinig, maar ik ga mijn persoonlijkheid niet veranderen en plots staan roepen dat ik de beste ben. Voor mij is het goed zoals ik nu in elkaar zit.’
Some speak of the future (5)
Heb je het gevoel dat je binnen het team wel de nodige waardering krijgt? In Luik-Bastenaken-Luik reed de hele ploeg in jouw dienst, maar…
Teuns: ( pikt in) ‘Vorig seizoen waren mijn resultaten onvoldoende om de hele ploeg voor mij te laten rijden. Dat is trouwens ook niet de manier waarop ik wil koersen. Ik hoef niet de enige kopman te zijn, geef mij maar een gedeeld kopmanschap of een vrije rol.’
Maar ze lieten jou wel tegen je zin starten in Parijs-Roubaix en de Ronde van Romandië.
Teuns: ‘Het is wat geven en nemen, hé. Van de elf renners die vooraf aangeduid waren voor de kasseiklassiekers, bleven er maar vier of vijf meer over. Als de manager dan belt op woensdagavond met de vraag of ik toch niet wil rijden, dan doe ik dat zonder morren voor de ploeg. Ze wisten wel dat ik gewoon enkele uren zonder kleerscheuren wou mee koersen en niet de ambitie had om Roubaix te halen.’
Ondanks je prachtige voorjaar zou je – zo lezen we toch – volgend jaar moeten inleveren als je bij Bahrain Victorious wil blijven.
Teuns: ‘Inleveren is niet echt het juiste woord, maar ze staan momenteel niet echt te springen om mij een nieuw contract te geven. Het is nog even afwachten wanneer de beslissing valt over mijn toekomst.’
Op het moment van dit interview is dat nog niet gebeurd, maar als we jou horen zeggen dat je graag het kopmanschap deelt, dan kennen we wel een Belgische World Tourploeg die daarvan al jaren zijn handelsmerk maakt, Quick-Step Alpha Vinyl met name.
Teuns: (lachje) ‘Ja, die rijden zo en ik zou er niet rouwig om zijn om op zo’n manier te koersen. We zullen wel zien wat er uit de bus valt.’
1. Bob Dylan’s Dream, The Freewheelin’ (1963)
2. On a night like this, Planet Waves (1985)
3. Visions of Johanna, Blonde on Blonde (1966)
4. Emotionally Yours, Empire Burlesque (1993)
5. Love Minus Zero/No Limit, Bringing It All Back Home (1965)
‘Evenepoel ga ik nog vaak tegenkomen op mijn pad’
Alle mooie uitslagen ten spijt, was Dylan Teuns ook één keer zwaar ontgoocheld na een voorjaarswedstrijd dit seizoen. ‘Na Luik-Bastenaken-Luik zat de ontgoocheling diep. Geen enkele afbreuk aan de prestatie van Remco Evenepoel – zijn aanzet boven op La Redoute was enorm explosief – maar ik dacht op dat moment: goh, dat is nog ver. Je kon ook zien op de tv-beelden dat ik inschoof bij de renners die reageerden, maar ze plafonneerden. En Evenepoel die je tien seconden geeft, is ontketend, hé. Op La Roche-aux-Faucons pitste ik nog de helft van zijn voorsprong af, maar de samenwerking was zowel voordien als daarna niet zoals verhoopt.’
Zo pakte Teuns naast zijn droomkoers. ‘Maar na de Tour staat ook de Ronde van Lombardije in fluo aangeduid op mijn lijstje. Daar ga ik opnieuw Evenepoel treffen waarschijnlijk – ik ga hem nog vaak tegenkomen op mijn pad – maar we komen goed overeen, dat is plezant.’
‘Mijn passie voor akkerbouw is even groot als die voor de koers’
Wielrennen is niet de enige passie van Dylan Teuns. Als hij thuis is en niet moet trainen, dan doet hij niets liever dan enkele uurtjes met zijn tractor op het veld rijden. ‘Dat is volledig ontstressen voor mij, dan ben ik volledig off. Ja, mijn passie voor akkerbouw is even groot als die voor de koers. Ik heb het van kindsbeen meegekregen, mijn peter nam mij al mee op de tractor toen ik nog geen drie jaar was. Dat zit in mijn aderen, stroomt mee en gaat er nooit meer uit. Jammer genoeg is de timing heel overlappend: wanneer het druk is op het veld, dan is het ook druk op de koers.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier