De winstkansen van Mathieu van der Poel op het WK veldrijden: variërend van 93 tot 99 procent

1 februari 2015: de pas twintigjarige Mathieu van der Poel wordt voor het eerst wereldkampioen veldrijden bij de profs, in Tábor. © BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

De kans is heel groot dat Mathieu van der Poel (29) zondag in Tábor voor de zesde keer wereldkampioen veldrijden wordt bij de elite. Maar hoe groot? Twee opvallende vaststellingen maken die inschatting iets concreter.

Het is 23 oktober 2011. Voor het eerst in zijn veldritcarrière neemt de zestienjarige junior Mathieu van der Poel deel aan een Wereldbekerwedstrijd, in het Tsjechische Tábor. Het is zelfs zijn allereerste cross buiten België of Nederland. Twee weken nadat Wout van Aert hem in Hamme voor het eerst in zijn carrière heeft verslagen, is Van der Poel oppermachtig. Hij springt als een acrobaat over de balken en soleert naar de zege, met twintig seconden voorsprong op de Fransman Quentin Jauregui. Daan Hoeyberghs mag als derde mee op het podium, Wout van Aert finisht als zevende.

Het parcours in Tábor zit, mede door de balkenpassage op een hellend stuk, de technisch zeer onderlegde Van der Poel als gegoten. Het jaar erna (2012), bij de tweedejaarsjunioren, wint hij opnieuw, met zelfs veertig seconden voorsprong op Quinten Hermans. En ook als eerstejaarsbelofte (in 2013) triomfeert hij in Tsjechië, drie tellen voor zijn huidige ploegmaat Gianni Vermeersch.

Ook bij de profs blijft Tábor hem geluk brengen. In 2015, in zijn eerste volledige seizoen als jonge prof, behaalt de net twintig jaar geworden Van der Poel meteen de wereldtitel, als jongste wereldkampioen ooit bij de elite. Twee jaar later, in november 2017, is het opnieuw prijs in Tábor. Weer op een kampioenschap, deze keer de strijd om de Europese trui. Na zijn eerste Wereldbekerzege bij de jeugd en zijn eerste regenboogtrui bij de elite is ook dat voor Van der Poel een primeur bij de profs.

In de twee volgende jaren blijft hij ongeslagen in Tábor: winst in de Wereldbekermanches in 2018 en 2019. Omdat hij nadien zijn veldritkalender beperkt, start hij er daarna niet meer. En blijft zijn zegeaantal aan de rivier Luznice staan op zeven stuks, op zeven deelnames.

Mathieu van der Poel op het podium van de Wereldbekercross voor junioren in Tábor, 23 oktober 2011. Het is zijn eerste overwinning ooit in de Wereldbeker, en zijn veldritzege buiten Nederland en België. © BELGAIMAGE

Alleen pech fataal?

Een ongeslagen status in één cross (waarin hij minimaal drie keer startte) is zelfs voor de veelvraat Van der Poel uitzonderlijk, zeker als je ook de jeugdcategorieën meerekent. Alleen in Gieten heeft MvdP ook nooit verloren, op zelfs negen races. Maar daartoe behoren wel geen Europese of wereldkampioenschappen, zoals in Tábor, alleen Superprestigemanches.

Van der Poel kan komende zondag in Tábor zijn honderdprocentscore dus verlengen. Al is niemand vooraf honderd procent zeker van winst. Een zware valpartij of materiaalpech op een plaats ver van de materiaalpost kan ook de Nederlander nekken. Zeker in een cross waarin de verschillen nooit groot zijn geweest. In de laatste zestien edities van de ‘gewone’ veldrit in Tábor bedroeg de kloof tussen de winnaar en de tweede slechts één keer meer dan veertien seconden.

Op het WK en het EK dat Van der Poel won, in respectievelijk 2015 en 2017, was zijn voorsprong ook slechts 15 en 23 seconden. En ook bij zijn zeges in de Wereldbekermanches in 2018 en 2019 bleef de kloof (heel) beperkt: vijftien en… nul seconden op respectievelijk Michael Vanthourenhout en Eli Iserbyt.

Bij zijn laatste deelname en winst in Tábor, in 2019, had wereldkampioen Van der Poel weinig overschot op Eli Iserbyt. © BELGA

In geval van ernstige pech geen geruststellende voorsprongen. Je kan dus verwachten dat Van der Poel zondag niet zal afwachten, en zo vlug mogelijk zo veel mogelijk voorsprong zal willen nemen om elk risico uit te sluiten. Het goede nieuws voor Van der Poel is dat het parcours in Tábor er minder droog en hard bij ligt dan verwacht. Met zijn fysieke overschot moet hij op de zompige ondergrond dus makkelijker een kloof kunnen uitbouwen, zeker op de cruciale zone voor en na de balken.

Geen Wout van Aert

Nog een voordeel voor Van der Poel: de concurrent die zelfs van een kleine hapering kan profiteren is er niet bij: Wout van Aert. Dat bewees de Kempenaar onlangs in Benidorm toen Van der Poel eerst met zijn ketting sukkelde en daarna tegen een paal reed. In crossen zónder zijn eeuwige rivaal aan de start is Van der Poel niet ongeslagen, maar veel scheelt het niet: daarin won hij 66 keer op 77, of 86 procent. Als je de eerste crossmaanden bij de elite van Van der Poel in 2014 niet meerekent (tot en met Overijse op 7 december), is het rapport nog straffer: 64 op 69, of 93 procent.

Amper vijf nederlagen dus in veldritten waarin Van Aert niet startte: in Hoogerheide 2017 (winnaar Lars van der Haar), in Ronse 2019 (Toon Aerts), in Gavere 2020 (Tom Pidcock), in Boom 2022 (weer Pidcock) en in Val di Sole 2022 (Michael Vanthourenhout). In Hoogerheide had Van der Poel een complete offday en werd hij slechts 24e, in Ronse en Gavere botste hij op een betere renner, in Boom viel hij op zijn knie en op de sneeuw van Val di Sole wilde Van der Poel niet veel risico’s nemen. In de 64 andere veldritten waarin Van Aert niet deelnam was hij dus de beste.

Zondag in Tábor opnieuw, het eerste WK bij de elite mét Van der Poel en zónder Van Aert? De kans is heel groot. Op basis van deze vaststellingen tussen 93 en 99 procent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content