De wielermomenten van 2022, deel 2: de glimlach van Primoz
Vier van onze journalisten kozen hun opmerkelijkste wielermoment van het jaar. Deel 2: de elfde rit in de Tour de France.
Het is de avond na de Touretappe met aankomst op de Col du Granon, waar Jonas Vingegaard de macht heeft gegrepen en de achilleshiel van de onoverwinnelijk gewaande Tadej Pogacar doorboord werd. In het hotel proosten ze bij Jumbo-Visma op een memorabele rit. De kersverse geletruidrager houdt een korte speech en daarna gaan de glazen de lucht in.
Even zwenkt de camera naar Primoz Roglic. Die lijkt oprecht en intens te genieten van het succes van zijn teamgenoot, over wie hij al eind 2020 (!) binnen de ploeg zei dat die in staat is om ooit de Tour te winnen. Een renner die hij daarna als een grote broer onder zijn hoede neemt en die hij met druk leert omgaan. Op die 13e juli 2022 resulterend in een eerste gele trui voor Vingegaard. En elf dagen later in Tourwinst, zoals Roglic het anderhalf jaar eerder heeft voorspeld.
Nota bene slechts enkele maanden nadat de Sloveen zijn gele trui in extremis is kwijtgeraakt, op La Planche des Belles Filles. Dan ook nog niet wetend dat hij de volgende twee edities niet eens zal uitrijden. In 2021 gaat Roglic in de derde rit immers zwaar tegen de grond na een vermeende ‘bodycheck’ van Sonny Colbrelli, om vijf dagen later geradbraakt uit de race te stappen. Nadat hij wel de uitgeregende Alpenetappe naar Le Grand Bornand heeft afgewerkt, als op twee na laatste van het peloton. ‘Opgeven was verstandiger, maar veel mensen moedigden me aan’, vertelt de Jumbo-Vismarenner, die vervolgens in de camper van zijn vrouw overnacht en de dag erna blikjes bier uitdeelt aan voorbijgangers. Glimlachend, want hij wil de Tour met een mooie herinnering achter zich laten.
Roglic wint daarna zijn derde Vuelta, maar ziet op 6 juli 2022 zijn gele droom voor de derde keer op rij uiteenspatten. In de kasseirit naar Arenberg omvergekegeld door een losgeraakte strobaal. Hij breekt twee ruggenwervels, maar die diagnose wordt binnen zijn team niet gesteld, zelfs niet onderzocht. En dus moet Roglic voort ploegen. Hoewel hij vergaat van de pijn, speelt hij een cruciale rol in de Jumbo-Vismaputsch aan de voet van de Galibier. Herhaaldelijke aanvallen met Vingegaard lokken geletruidrager Pogacar uit zijn kot. Waardoor die uiteindelijk kraakt op de Col du Granon, geveld door een hongerklop, de hitte en het Nederlandse masterplan.
Zelf komt Roglic als 19e boven, op ruim 11 minuten, aan de zijde van ploeggenoot Sepp Kuss. Net voor de finish legt hij met glinsterende ogen zijn arm op de schouder van de Amerikaan, de andere vuist gebald. Blij voor zijn ‘kleine broer’ Jonas, ook ’s avonds bij de viering in het hotel. Ondanks zijn eigen pijn, die hem uiteindelijk dwingt om de Tour te verlaten.
De gele trui zal de Sloveen misschien niet meer winnen, maar één doel heeft hij wel al verwezenlijkt: dat hij later herinnerd zal worden als de renner die na elke tegenslag telkens bleef vechten. Voor het team en voor zichzelf.
Met de glimlach.