De ‘vloek van Pasen’: hoe de Belgen zelden winnen op de christelijke hoogdag
Jonas Creteur gaat op zoek naar een markant cijfer van de sportweek.
“Elk wielerseizoen vindt er een verschillende klassieker plaats op Pasen, gezien de wisselende datum van de feestdag. Die valt telkens op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente. En toch: komende zondag, 9 april, wordt voor de tweede opeenvolgende keer Parijs-Roubaix op Pasen gereden. De editie van 2022 was een week uitgesteld, naar paaszondag 17 april, vanwege de Franse presidentsverkiezingen.
Puur toeval dus, maar zo keert de kasseikoers wel terug naar zijn roots. Naast ‘de Hel van het Noorden’ had Parijs-Roubaix nog een bijnaam: ‘La Pascale’. Vanaf de eerste editie in 1896 tot en met 1947 werd de wedstrijd elke keer (behalve in 1924 en 1945) op ‘dimanche pascal’ (paaszondag) georganiseerd.
In het toen erg katholieke Noord-Frankrijk was die periode, na de vasten, de start van allerhande festiviteiten. Daaronder ook de opening van een nieuwe wielerbaan in Roubaix. Uitbaters-spinnerijdirecteurs Théo Vienne en Maurice Pérez vierden dat in 1895 met een pistemeeting en riepen een jaar later een wegkoers in het leven. Die vertrok in Parijs en besloot na bijna 280 kilometer met zes rondjes op de piste. Tussen de start en de finish: veel grind- en zandwegen.
Een sterk deelnemersveld had die eerste Parijs-Roubaix niet. Hij diende vooral als een voorbereidingskoers op de belangrijkere marathonrace Bordeaux-Parijs (591 kilometer), die in 1896 op 23 en 24 mei werd verreden. Daarom werd Parijs-Roubaix een maand vroeger gepland, op paaszondag 19 april. Tegen de zin van het katholieke gezag, dat vreesde dat de gelovigen liever ter piste dan ter kerke zouden gaan. De koers ging alsnog door, en trok zo veel volk dat Parijs-Roubaix sindsdien telkens op Pasen werd georganiseerd, als prelude op Bordeaux-Parijs in mei.
Pas na de Tweede Wereldoorlog werd de traditie losgelaten. Dat bracht de Belgen geen geluk: in de zes volgende paasedities won er een buitenlander. Pas op paaszondag 2009, en ook drie jaar later, stak een landgenoot de kasseitrofee in de lucht: Tom Boonen. Maar in de volgende Parijs-Roubaix op Pasen, in 2022, triomfeerde opnieuw een buitenlander, de Nederlander Dylan van Baarle.
Die Belgische ‘vloek van Pasen’ sloeg in de Ronde van Vlaanderen zelfs nog harder toe: in de laatste negen paasedities was er welgeteld één Belg de beste: Peter Van Petegem in 1999. Als Wout van Aert en co. zondag in Parijs-Roubaix dus weer naast de zege grijpen, weet u waar het (misschien) aan ligt.”