De ‘vloek van de tricolore trui’: hoe 7 ex-Belgische kampioenen op tragische wijze om het leven kwamen

Jos Boons, die in 1967 de snelste was op het BK, stierf op 57-jarige leeftijd. © Belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Jonas Creteur gaat op zoek naar een markant cijfer van de sportweek.

In het wielrennen is ‘de vloek van de ­regenboogtrui’ een bekende mythe. In het verleden beleefde de regerende wereldkampioen vaak een slecht seizoen, ofwel had hij brute pech. Het bekendste voorbeeld is Jempi Monseré, die in 1971 tijdens een kermiskoers tegen een auto ­botste en stierf.

Minder bekend is dat ook de Belgische kampioenentrui tot (veel) ellende heeft geleid. Remco Evenepoel, die eind juni 2023 de nationale wegtitel behaalde, kan erover meespreken. Door een val in de laatste Ronde van het ­Baskenland mocht hij zijn voorjaarsdoelen opbergen, en raakte ook zijn voorbereiding op de Tour verstoord. Dat is nog klein bier in vergelijking met hoe de ‘vloek van de tricolore trui’ toesloeg bij zeven voormalige Belgische kampioenen in de jaren nadat ze hun ­nationale titel veroverd hadden.

Zo stierf Paul Haghedooren, die in 1985 de trui pakte, in 1997 door een hartaderbreuk tijdens een ­jogging op het strand van Knokke, op zijn pas 38e. Nog twee jaar ­jonger was Valère Ollivier toen hij in 1958 ook door een hartaderbreuk werd geveld, negen jaar ­nadat de Roeselarenaar nationaal kampioen was geworden.

De 42-jarige Omer Verschoore, winnaar van het BK in 1912, stierf op de wereldtentoonstelling van 1931 in Parijs, toen hij geplet werd tussen een muur en een tractor. Georges Lemaire viel ­vijftien maanden na zijn Belgische titel in 1932 zwaar in het nationaal interclubkampioenschap en overleed twee dagen later, op zijn 28e, aan de gevolgen van een schedelbreuk.

Generatiegenoot Louis ­Duerloo leek meer geluk te hebben toen hij na zijn zege in het BK van 1933 ook de Ronde van Vlaanderen won, maar hij zou in 1977 verdrinken tijdens een ­vakantie in Spanje. In 1975 overleed ook Emiel Van Cauter, de Belgische kampioen van 1955, in het buitenland. Na een korte profcarrière zette hij een bloeiende zaak op in caféspelen, maar op zijn 43e overleed hij in Thailand. Volgens de politie zou een drugsbende met hem afgerekend hebben.

Dé pechvogel is Jos Boons, die in 1967 de snelste was op het BK. Twintig jaar daarna raakte de Kempenaar als arbeider van Tessenderlo Chemie zwaar verbrand in het gezicht toen naast hem een leiding met zwavelzuur ontplofte. Het kostte Boons 28 (!) operaties voor hij enigszins was hersteld. Maar Murphy bleef hem achtervolgen: in 2000 knalde de 57-­jarige Antwerpenaar in slecht weer tegen de oplegger van een vrachtwagen. Hij stierf ter plaatse. Boons verving op zijn vrije dag een zieke collega en zou ­enkele maanden later met pensioen gaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content