
De Ronde van Vlaanderen: ‘Wij zijn hoeders van erfgoed, maar we mogen geen folklore worden’
De Ronde van Vlaanderen is sportief erfgoed, big business en een jaarlijks volksfeest dat de Vlaamse Ardennen wereldwijd op de kaart zet. Philippe Willequet, burgemeester van Kluisbergen, en Tomas Van Den Spiegel, ceo van organisator Flanders Classics, over de troeven en uitdagingen van Vlaanderens Mooiste.
Veel wielertoeristen die ooit de Paterberg zijn opgefietst, hebben vast al eens uitgerust op de twee banken boven op de top. De spreuken, in het hout gekerfd, vatten de inspanning en het decor perfect samen: ‘De Paterberg bestijgen betekent zweten en hijgen.’ En: ‘Geniet hier van het zicht op het landschap dat voor je ligt.’ Genieten is een understatement, want het panorama van de Vlaamse Ardennen is – zeker op deze zonnige voormiddag, eind maart – adembenemend.
Tomas Van Den Spiegel, die als gedreven wielertoerist de steile bult in Kluisbergen al dikwijls heeft beklommen, is telkens weer onder de indruk. Ook vandaag, wanneer hij voor de fotoshoot om zich heen kijkt. ‘Ik denk vaak: hier zou ik me thuis kunnen voelen.’ Burgemeester Philippe Willequet glimt: ‘Toeristen die hier voor het eerst komen, vertellen me dikwijls: “Wat een mooie streek!” Wij zien dat soms niet meer, omdat we hier wonen, maar het is echt zo.’
Willequet droeg daar zelf toe bij. Hij was, als schepen van Openbare Werken, verantwoordelijk voor de aanleg van de Paterberg in 1983. De legende zegt dat een jaloerse boer eigenhandig de kasseien aanlegde, geïnspireerd door de nabijgelegen Koppenberg. Maar dat klopt volgens Willequet niet.
‘De Kwaremont en de Paterberg kennen ze overal, van Australië tot Amerika.’
Philippe Willequet, burgemeester van Kluisbergen
‘Het was een aardeweg, enkel geschikt voor tractoren. We wilden hem asfalteren, maar mijn vriend Paul Vande Walle, die bovenaan woonde, raadde kasseien aan. “Handiger om met de auto naar beneden te rijden.” Esthetisch zou het ook mooier zijn. De kasseien kostten wel meer dan asfalt, maar de gemeenteraad heeft dat vrij vlot goedgekeurd. Een gouden zet, al zeg ik het zelf.’ Drie jaar later passeerde de Ronde van Vlaanderen voor het eerst over de 375 meter lange kasseiklim. Sinds de verhuizing van de finale van de koers naar Kluisbergen/Oudenaarde in 2012 wordt de Paterberg, waarvan de naam afstamt van het Franse ‘pâture’ of ‘weide’, zelfs twee keer beklommen.
Wordt de winnaar van de E3 Classic straks ook de winnaar van de Ronde van Vlaanderen?
Kind van de Kwaremont
De burgemeester is een kind van de helling waarmee de Paterberg een twee-eenheid vormt in de finale van ‘Vlaanderens Mooiste’: de Oude Kwaremont. ‘Mijn ouderlijk huis lag in de Ronde van Vlaanderenstraat, boven op de Nieuwe Kwaremont (de brede asfaltweg, die naast de Oude Kwaremont loopt, nvdr). Ik ging er ook naar het dorpsschooltje. Iets verderop lag d’Oude Hoeve, het wielercafé dat mijn tante, Georgette Huysman, 55 jaar heeft uitgebaat. Ze is eind vorig jaar op haar 100e gestorven. Op dezelfde dag als haar idool Rik Van Looy, een bijzonder toeval.’
Willequet verhuisde later naar het Kwaremontplein, waar hij, op de hoek, intussen 50 jaar woont. Steekt hij zijn arm uit het raam, dan kan hij de renners – bij wijze van spreken – aanraken, wanneer ze drie keer tussen een mensenmassa naar boven klimmen. ‘Het verschil met mijn jeugdjaren is groot. We stonden langs de kant, op de Kwaremont, toen de koers één keer passeerde, zwaaiden naar de renners, en dat was het. Beleving? Heel weinig.’
Van Den Spiegel haalt een anekdote aan die de evolutie illustreert. ‘Elk jaar nodigen wij in de viptent op de Kwaremont na de koers vier zussen uit die er zijn opgegroeid. Zij vertellen altijd hoe de Ronde toen een familie-uitje was, een picknick langs de weg, met amper volk. Nu is het een massa-event.’
Dat heeft Kluisbergen mede te danken aan het lussenparcours dat in 2012 werd ingevoerd. ‘Dat vonden wij natuurlijk fantastisch’, zegt Willequet. ‘Het centrum en de aankomst van de Ronde van Vlaanderen liggen wel in Oudenaarde, maar Kluisbergen is het middelpunt van de wedstrijd. De mannen rijden 39,7 kilometer op ons grondgebied – of vijftien procent van het parcours. Nergens is dat meer.’
De Ronde zet zo Kluisbergen, en vooral zijn twee iconische hellingen, wereldwijd op de kaart. ‘Onlangs, op reis in Gran Canaria, ontmoette ik twee Nederlanders’, vertelt Willequet. ‘Ik zei dat ik afkomstig was van Kluisbergen. “Waar ligt dat?” vroegen ze. “Het is het centrum van de Ronde van Vlaanderen.” “Aha, de Kwaremont!”, luidde het meteen. Die, en de Paterberg, kennen ze overal, van Australië tot Amerika.’
Fietsbrug: van droom naar kortere finale
Als het van Tomas Van Den Spiegel afhangt, zal dat ook zo blijven. ‘De huidige finale, met de lussen, garandeert sportief spektakel waarin de besten al van vroeg kunnen aanvallen. Het is ook veel veiliger, want zo vermijd je de chaos van mensen die met de wagen het parcours afsnijden om de renners zo veel mogelijk te zien.’
De ceo van Flanders Classics ziet slechts één verbeterpunt. ‘Om over de Schelde te raken, moeten we na de laatste klim van de Paterberg de drukke brug van Kerkhove nemen. 13 kilometer, op een saaie steenweg die weinig toevoegt aan het sportieve verloop. De eerste renner boven op de Paterberg is zeven op de tien keer de eerste aan de finish, of zat op zijn minst al in het eerste groepje.’
Er is nochtans een mogelijke oplossing. Van Den Spiegel noemt het zelfs een droom. ‘Er bestaan al sinds 2009 plannen voor een fietsbrug ter hoogte van Melden, tussen Kluisbergen, Wortegem-Petegem en Oudenaarde. Dat zou de Schelde ontsluiten voor fietsers en de top van de Paterberg dichter bij de eindstreep brengen, op 6 à 7 kilometer, in plaats van 13. Met die brug kom je via smalle weggetjes langs de terreinen van de Royal Golf Club pas op anderhalve kilometer van de aankomst op de steenweg. Dat zou de finale nog mooier maken, zowel qua spanning als qua omgeving. Maar zo’n brug is complex – schepen moeten eronderdoor, ze mag niet te steil zijn voor fietsers – en vraagt een flinke investering. Hopelijk kunnen we er ooit met alle betrokken partijen werk van maken.’
De Ronde van Vlaanderen: zo zwaar dat de Paterberg vaak géén scherprechter is
Steeds meer buitenlanders
Zo’n fietsbrug over de Schelde zou ook het fietstoerisme in de streek een extra boost kunnen geven. Al floreert die al door de Ronde. Het is volgens Willequet de beste toeristische promotie voor de Vlaamse Ardennen. ‘Kluisbergen heeft er veel baat bij. De laatste tien jaar zijn er 500 tot 600 bedden – Airbnb, vakantiewoningen – extra gecreëerd. Mensen komen hier fietsen, wandelen, mountainbiken… De middenstand profiteert, op de dag van de Ronde, maar nog meer op de 364 andere dagen.’
‘We zagen daarnet twee Nederlanders de Paterberg oprijden’, zegt Van Den Spiegel. ‘Die slapen en eten hier. Zo kweek je een fanbase die vaak terugkomt. Eerst als wielertoerist, daarna voor de Ronde – of omgekeerd. Het zijn communicerende vaten.’ Een formule die ook in het buitenland aanslaat. ‘Twee derde van de 15.000 wielertoeristen die op zaterdag de Ronde rijden komt van over de landsgrenzen. Nederlanders, Fransen, Britten, Amerikanen… dat aantal stijgt elk jaar. Het Rondemerk groeit internationaal. Door de covidcrisis, die het fietsen wereldwijd populairder heeft gemaakt. Door meer aansprekende vedettes als Pogacar, Van der Poel, Van Aert, Kopecky. En door onze investeringen in het totale product, veiligheid, duurzaamheid, de héle beleving. Zodat mensen elk jaar na de Ronde zeggen: “Volgend jaar zijn we er weer bij.” Dan is voor mij de Ronde geslaagd.’
De Ronde is ook een feest voor verenigingen van Kluisbergen. ‘Ze organiseren activiteiten en pikken een graantje mee, weliswaar met goeie afspraken’, zegt Willequet. Van Den Spiegel vult aan: ‘Een lokale vereniging mag iets doen voor haar werking, maar een ondernemer die op eigen houtje de Ronde commercieel exploiteert? Dan moeten we aan tafel zitten. Het is een evenwicht: de Ronde is van iedereen, maar het is wel een beschermd merk.’
Wat dan met de grote viptenten op de flanken van de Kwaremont? ‘Slechts een op de honderd fans is vip’, nuanceert Van Den Spiegel. ‘De grond huren we van landbouwers, via vaste langetermijnafspraken. Hospitality is een belangrijke pijler, maar we waken erover dat de Ronde een volksfeest blijft. We zouden meer vips kunnen toelaten. Dat doen we bewust niet.’ Willequet knikt. ‘We bereiken grenzen, maar het evenwicht is stabiel. We hebben een kleine 7000 inwoners. Op de dag van de Ronde tafelen hier 10.000 tot 12.000 mensen. Dan is Kluisbergen het grootste restaurant van België.’
‘Op de dag van de Ronde tafelen hier 10.000 tot 12.000 mensen. Dan is Kluisbergen het grootste restaurant van België.’
Philippe Willequet, burgemeester van Kluisbergen
Kwaremont botste op zijn grenzen
Met het succes komen ook uitdagingen, zoals de veiligheid van renners en publiek. ‘Een Kwaremont zonder dranghekken, zoals vroeger, is nu ondenkbaar, en daar ben ik blij om’, zegt Willequet. Van Den Spiegel bevestigt: ‘Met Flanders Classics focussen we erg op veiligheid: alle verkeersmeubilair is afgeschermd, we zetten 2000 seingevers in, en ook meer dan honderd motoren, die niet meer in de race maar buiten het parcours de renners inhalen. In 2025 kun je dat niet meer organiseren zoals in 2005.’
Daarbij hoort ook het beheren van het publiek. ‘Vorig jaar hebben we een limiet bereikt, vooral op het eerste stuk van de Oude Kwaremont en op het Kwaremontplein’, vertelt Van Den Spiegel. ‘Dit jaar willen we de massa beter spreiden. Als de limiet nadert, zullen we ingrijpen: hier komt niemand meer bij. Het blijft openbaar domein, geen stadion. We promoten wel een alternatief: een groter fandorp, met extra beleving, recht tegenover de viptenten, in het tweede deel van de klim.’
‘De Ronde, en vooral de Kwaremont, werd het slachtoffer van zijn succes’, zegt Willequet. ‘Vanaf 10 uur ’s ochtends is nochtans alles hermetisch afgesloten. Enkel pendelbussen en fietsers raken er nog. Pure noodzaak, om chaos te vermijden. Vroeger reden auto’s af en aan om de koers te volgen – onhoudbaar en onveilig.’
800.000 tot 1 miljoen toeschouwers
Tomas Van Den Spiegel benadrukt welk huzarenstuk het is om elk jaar de Ronde in goede banen te leiden. ‘Flanders Classics heeft een veertigtal werknemers, maar bij de totale organisatie van de Ronde zijn er indirect 4000 tot 5000 mensen betrokken. Seingevers, opbouwers van het parcours en de randevenementen, cateraars… Alleen al bij de start in Brugge worden er enkele honderden mensen ingeschakeld. Als je een buitenlander die niets van de koers kent zou meenemen achter de schermen, hij zou niet weten wat hij ziet. Maanden van voorbereiding en vele meetings, met soms vijftig man, gaan eraan vooraf.’
Van Den Spiegel vergelijkt de Ronde met de Gentse Feesten, maar dan op één dag, en verspreid over tientallen kilometers. ‘Uit gsm-signalen hebben we berekend dat er elk jaar zo’n 800.000 tot 1 miljoen fans langs de kant van de weg staan. De commandopost van hulp- en veiligheidsdiensten is ook indrukwekkend: tientallen mensen achter schermen. En toch valt de puzzel telkens weer in elkaar. Koersen organiseren, dat zit in onze Vlaamse genen.’
Voor de gemeente Kluisbergen is de belasting minder groot. ‘Een tiental mensen op de dag van de Ronde, vooral voor signalisatie’, zegt Willequet. ‘Plus brandweer en politiezone. Het is beperkt, maar essentieel. Intussen is dat een geoliede machine.’
‘Flanders Classics heeft een veertigtal werknemers, maar bij de totale organisatie van de Ronde zijn er indirect 4000 tot 5000 mensen betrokken.’
Tomas Van Den Spiegel, ceo Flanders Classics sinds 2018.
De Koppenberg schrappen of niet?
Na al het voorbereidende werk is de dag van de Ronde voor beiden niet meer zo stressvol. ‘Al moet je bereikbaar zijn voor onverwachte zaken – een ontsnapte hond, een actie van een groepering’, vertelt Willequet. Van Den Spiegel herkent dat alerte gevoel: ‘Een goede Ronde is er een waarbij ik amper word opgebeld. Vorig jaar liep dat anders. Mijn gsm stond roodgloeiend. De kasseien van de Koppenberg lagen er nat en glad bij, door de regen. Laten we de renners passeren of niet? Vooral bij de vrouwenkoers was het spannend – zouden ze boven raken? Uiteindelijk, na overleg met de teams en veiligheidsdiensten, ging het door. Er stonden 8000 mensen op de Koppenberg. Dan kun je niet zomaar die helling schrappen. Zo creëer je nog meer chaos.’
Bij problemen coördineert Van Den Spiegel niet vanaf één punt, maar vanuit de wagen. ‘Ik vertrek aan de start in Antwerpen of Brugge, rijd voor het peloton uit om de sfeer op te snuiven, stop aan de Kwaremont voor de tweede en derde passage en haast me dan naar de finish voor de aankomst van mannen en vrouwen. Het is werken én genieten.’
Ook voor Willequet: ‘Ik blijf thuis. Mijn zoon organiseert een feest in onze achtertuin met vrienden, kinderen en kleinkinderen. Ik ga ook naar het Kwaremontplein voor de sfeer. Ik ben geen fanatieke wielerfan die alles volgt, maar de finale mis ik niet.’
Moderniseren, maar ziel niet verliezen
Van Den Spiegel is trots op de Ronde, maar wil ook blijven evolueren met de grootste Vlaamse wielerwedstrijd, en bij uitbreiding het hele professionele wielrennen. ‘Er is meer interesse van grote investeerders dan vijf jaar geleden. Met Flanders Classics trekken we mee aan One Cycling, een project dat er vroeg of laat komt. Het moet een koepelstructuur naar het model van Formule 1 worden met een meer gestroomlijnde kalender en meer duels tussen de beste renners. In een snel wijzigende sportwereld moeten we opletten dat sporten, die in het verleden geen concurrent waren voor het wielrennen, ons niet voorbijstreven. We mogen geen folklore worden.’
Hij benadrukt echter het evenwicht. ‘One Cycling kan de sport structureren en álle partijen financieel sterker maken: renners, ploegen en organisatoren. Anderzijds mag de Ronde haar unieke identiteit niet verliezen. We zijn hoeders van erfgoed, en dat blijft. Op dat vlak hebben we één groot voordeel: de formule 1 of het voetbal kunnen hun grands prix of toernooien verhuizen naar landen die het meest betalen. Met de Kwaremont, de Paterberg, de hele Vlaamse Ardennen, kun je dat niet.’ Willequet knikt: ‘De hellingen, de kasseien, dat is ons onwrikbare decor, onze trots. Sterren zoals Pogacar komen daarvoor naar hier. Dat maakt de Ronde zo bijzonder.’
Tomas Van Den Spiegel
1978: Geboren in Gent.
Professioneel basketbalspeler van 1995 tot 2013, onder meer bij BC Oostende en verschillende Europese topclubs als Fortitudo Bologna, CSKA Moskou en Real Madrid.
Won met CSKA Moskou twee keer de Euroleague.
Voorzitter ULEB (Union of European Leagues of Basketball) sinds 2016.
Bestuurder FIBA Europa sinds 2016.
Partner Sporthouse Group sinds 2017.
CEO Flanders Classics sinds 2018.
Bestuurder RSC Anderlecht sinds 2023.
Bio Philippe Willequet
1951: Geboren in Ronse.
Begon in 1988 met zijn broer Koen het aardappelbedrijf Willequet Quality Potato Products, dat hij in 2011 verkocht.
Sedert 1989 burgemeester van de fusiegemeente Kluisbergen, voor de partij Gemeentebelangen.
Is samen met Koenraad Degroote (Dentergem) de langste zittende burgemeester van Vlaanderen.