De leider in Remco Evenepoel: ‘Ik heb geleerd ook voor mijn ploegmaats te zorgen’
Als voetballer was Remco Evenepoel kapitein bij Anderlecht, PSV en de Rode Duivels. De geboren leider ontpopte zich ook in zijn wielercarrière tot een voorbeeldige kopman. Hoe heeft hij dat proces zelf ervaren en zich op dat vlak bijgeschaafd? Een exclusief gesprek voor de Girogids van Knack Sport.
Het is een van de favoriete uitspraken van Patrick Lefevere: ‘L’équipe est toujours à la hauteur de son leader.’ Een ploeg presteert altijd op het niveau van haar leider. Als die het goede voorbeeld geeft, excelleren ook zijn ploegmaats, weet Lefevere. Hij heeft in zijn carrière als ploegleider en manager veel echte en pseudoleiders zien passeren. Een vergelijking maken met Remco Evenepoel of een ranking opstellen vindt hij wel moeilijk. ‘Omdat de huidige, jonge generatie – niet alleen Remco – zich anders opstelt dan tien, twintig, dertig jaar geleden. Toen spraken en dachten jonge profs anders, ze stelden zich terughoudender op.
‘Als ik één naam moet noemen, dan die van Paolo Bettini. Zelfde postuur, altijd een uitgesproken mening in teammeetings, maar steevast met respect verkondigd. Paolo kon, zoals Remco, zijn ploegmaats ook enorm goed motiveren. Omdat hij vaak deed wat hij gezegd had: ‘Ik kan winnen vandaag.’ Heel belangrijk, want je mag nog de beste leider naast de fiets zijn en de beste speeches afsteken, als je het óp de fiets niet waarmaakt, blijft daar weinig van over. Ook Remco combineert het alle twee.
‘De manier waarop hij zijn ploeg tijdens de Vuelta drie weken, onder grote druk, op sleeptouw genomen heeft, was uitzonderlijk voor een 22-jarige. Nog meer dan in zijn dankspeeches of peptalks toont hij dat in het dagelijks contact met iedereen van de ploeg. Ik heb al eens renners moeten terechtwijzen omdat ze onbeschoft waren tegen een mecanicien of soigneur, met Remco zal dat niet gebeuren.’
Na mijn val in Lombardije heb ik ondervonden hoe belangrijk het is dat iemand je vertrouwen inspreekt. Dat probeer ik nu zelf ook te doen.
Remco Evenepoel
Het zijn de kwaliteiten van een leider en teamplayer die Lefevere al opmerkte in december 2020, toen zijn renner revalideerde na zijn zware val in Lombardije. ‘Hoewel hij nog niet mocht meetrainen en alleen kon wandelen en zwemmen, stond hij erop om mee te gaan op de teamstage. Je zag zijn hart bloeden toen hij zijn ploegmaats zag trainen, maar hij wilde ervoor en erna wel bij hen zijn. Meepraten en lachen aan tafel. Tonen dat hij een van hen was. Zoals ook net voor zijn val, toen hij na de zware crash van Fabio Jakobsen in een rit van de Ronde van Polen een straffe solo van goed 50 kilometer afrondde en aan de finish Fabio’s rugnummer bovenhaalde. Vooraf had hij aan onze persverantwoordelijke gevraagd of die hem dat kon bezorgen. Een bewijs van zijn grote emotionele betrokkenheid bij zijn ploegmaats. Uiteraard heeft Remco daarna als leider veel moeten leren, maar toen zag ik al dat het op dat vlak goed zat.’
Al lang voor hij renner werd, bleek de Schepdaalnaar in de wieg gelegd als leider. Toen hij begon te voetballen bij de duiveltjes van Anderlecht, op zijn zesde, werd hij daar kapitein, net zoals in alle daaropvolgende jeugdcategorieën, terwijl hij nooit de beste speler van zijn team was. Heeft dat te maken met de opvoeding van zijn ouders, beiden zelfstandigen die een eigen zaak leiden? Met het feit dat Evenepoel enig kind is en dus rap vriendjes moest maken? Of met nog iets anders? Vader Patrick kan er niet meteen de vinger op leggen. Behalve dat het ‘genetisch bepaald’ is. En dat die eigenschap als kapitein in het voetbal meteen bovendreef. ‘Remco regelde graag alles. Waren zijn ploegmaats niet gefocust? Dan nam hij het woord. Hadden ze een slechte match gespeeld? Dan zei hij: ‘We gaan nog enkele rondjes extra lopen.’ Moest er na de training materiaal worden opgeborgen? Dan nam hij het voortouw. Een betwistbare beslissing van de ref? Dan ging hij met hem in discussie. Bij Anderlecht werd hem dat, als kapitein, zo geleerd. Ook om het niet té scherp te laten overkomen. Soms was Remco te véél leider, hij zaagde weleens. Vooral omdat hij wilde dat iedereen zich honderd procent inzette zoals hij. Maar hij deed het allemaal om goed te doen. Hij zat ook altijd in met de jongens die het op financieel vlak minder breed hadden. Naar een voetbalkamp op Anderlecht nam hij eens veel eten van thuis mee. ‘Ik heb gewoon veel honger, mama’, zei hij. Maar achteraf bleek dat Remco dat eten uitdeelde aan de voetballertjes die het met een halflege brooddoos moesten stellen. Hij was toen pas zes jaar.’
Bewuste leider
Remco bevestigt de verhalen van zijn vader wanneer we hem spreken tijdens zijn hoogtestage op Tenerife, in aanloop naar de Ronde van Catalonië. ‘Mijn leiderscapaciteiten zullen inderdaad in mijn genen zitten, maar ik heb ook veel geleerd als kapitein in het voetbal. Al was ik daar wel iets brutaler, omdat je het opneemt tegen ‘de vijand’. Toch was ik me daar in de eerste jaren niet echt van bewust. Ik deed mijn taak als aanvoerder, zonder erbij na te denken. Pas toen ik op mijn elfde naar PSV ging en er na een jaar al tot kapitein werd benoemd, begon ik dat steeds meer te beseffen: leider zijn zit in mij. Want een Belg die bij een Nederlandse topclub de aanvoerdersband mag dragen, vanzelfsprekend is dat niet, hé. Zeker niet op die leeftijd, wanneer het drummen is voor de plaatsjes en er veel jaloezie heerst.’
Toen Remco Evenepoel op zijn zeventiende de switch naar het wielrennen maakte, kwam zijn sterke, dankbare karakter ook daar tot uiting. Bijvoorbeeld in de Giro della Lunigiana, zijn eerste Italiaanse rittenkoers, die hij in augustus 2018 met de nationale juniorenploeg reed. Evenepoel won er als kopman van Team Belgium het eindklassement (zie kader). Dat liet hem niet onberoerd, zegt hij: ‘Bij de junioren is het uitzonderlijk dat de bondscoach, Carlo Bomans, één onbetwiste leider aanduidt. Ook voor het WK in Innsbruck een maand later (waar Evenepoel ook met brio won, nvdr). Ik vond het heel speciaal dat mijn ploegmaats me toen zo geholpen hadden, dus verzon ik een smoesje. Een ex-klasgenoot was zogezegd bezig met een project waarbij hij onderzocht welke gsm’s jongens van zeventien, achttien jaar hadden. Dus vroeg ik aan mijn teamgenoten: ‘Welke gsm hebben jullie?’ Ik was immers van plan om hen een hoesje te schenken met een foto van de groep. Op een feestje dat ik na het WK gaf, heb ik hen dat geschonken, samen met een regenboogshirt van Balen BC (zijn toenmalige ploeg, nvdr). Niet veel junioren doen dat. Ik vond het echter niet meer dan normaal dat ik iets zou terugdoen.’
Na de Vuelta heb ik aan al mijn ploegmaats en stafleden cadeaus gegeven. Ook degenen met wie ik minder gewerkt had. Ik wilde daarin geen onderscheid maken.
Remco Evenepoel
Ook als piepjonge prof acteerde Evenepoel als een natuurlijke leider, maar het duurde wel enkele jaren eer hij in die rol doelbewust op zijn acties en reacties begon te letten. ‘Tot ik écht kopman werd bij Quick-Step en in elke ronde of eendagskoers voor de zege ging, begin 2022 ongeveer.’ Niet toevallig na een jaar vol ups en downs, als gevolg van zijn lange revalidatie na zijn val tijdens Il Lombardia, de zomer voordien. In die periode leerde Evenepoel niet alleen zijn lichaam beter kennen, maar kreeg hij ook op mentaal vlak nieuwe inzichten, onder meer door enkele boeken over psychologie te lezen. Zoals Master your Mindset van de Nederlandse Pool Michael Pilarczyk, over de kracht van juiste of verkeerde gedachten en hoe je door je mindset te herprogrammeren die gedachtepatronen kunt doorbreken, zodat je ook op mindere of chaotische momenten ‘kapitein van je ziel’ blijft.
‘Daaruit heb ik geleerd dat ik voor mezelf, maar ook ten opzichte van mijn ploegmaats, alle negatieve stress moet proberen te vermijden’, zegt Evenepoel. ‘Dat ik daarvan telkens iets positiefs moet proberen te maken. Een kantelpunt op dat vlak was Il Lombardia eind 2021, mijn eerste deelname na mijn val het jaar ervoor. De voorbereiding verliep vlekkeloos: vijfde in de Ronde van Emilia en winst in de Coppa Bernocchi. De nacht voor Lombardije sliep ik echter slecht en ook de dag zelf zat ik niet goed in mijn vel. Te veel stress. Tijdens de wedstrijd at en dronk ik te weinig en op veertig kilometer van de finish moest ik lossen. Toch ben ik daarna blijven vechten en eindigde ik nog als achttiende. Niet het resultaat waar ik op gehoopt had, maar ik vond na een ontgoocheling voor de eerste keer meteen rust in mijn hoofd. ‘Remco, door omstandigheden gewoon een mindere dag. Volgende keer beter.’ Als je de benen niet hebt, kun je doen en zeggen wat je wilt, dat zal niets meer veranderen. Je draait beter de knop om.’
Geen excuses meer
Die mindset trok Evenepoel door in 2022, vanaf dan als ‘bewuste’, minder egoïstische leider. Ook in de manier van omgaan met zijn ploeggenoten. ‘In Tirreno-Adriatico en de Ronde van Zwitserland was ik in de aangeduide etappes niet op de afspraak. Vroeger had ik de neiging om de fout dan in externe oorzaken of bij andere personen, mijn ploegmaats, te zoeken. Die heeft mij te weinig uit de wind gezet, of ik was slecht gepositioneerd… Dergelijke goedkope excuses. Maar na die ritten schoof ik niet de schuld in de schoenen van mijn teamgenoten, omdat ik weet dat ze hun handen voor mij in het vuur steken en door de muur willen gaan om mij in de meest ideale positie te krijgen.’
Een ander voorbeeld: zijn val in de twaalfde etappe van de Vuelta, toen hij op een kleine vijftig kilometer van de aankomst onderuit ging in een bocht en na de finish, duidelijk hoorbaar via de oortjes ‘sorry, guys’ tegen zijn ploegmaats zei. ‘Na een verkeerde communicatie over mijn bandendruk gleed mijn voorwiel weg en pakte ik ook Ilan Van Wilder mee. Mijn fout: ik sneed die bocht te scherp aan. Gelukkig hadden we niets gebroken, maar het leverde wel een hoop extra stress op. Bovendien moest Louis Vervaeke zich daardoor laten uitzakken vanuit de kopgroep en konden we onze tactiek niet meer volgen. Daarom dus die verontschuldigingen. Als leider moet je durven je fouten toe te geven.’
De fysieke last die Evenepoel van die val ondervond, hield hij zelfs voor een stuk verborgen voor zijn ploegmaats. ‘Ik wilde hun en mijn zelfvertrouwen niet aantasten door daarover te veel te klagen. Weer diezelfde mindset: positief blijven. Ik heb als leider geleerd dat ik niet alleen voor mezelf moet zorgen, maar ook voor het moreel van mijn ploegmaats. Na mijn val in Lombardije heb ik ondervonden hoe belangrijk het is als iemand je vertrouwen inspreekt. Dat probeerde ik nu ook zelf te doen.’
Daarom toonde Evenepoel de ochtend van de voorlaatste rit in de Vuelta niet te veel dat hijzelf ook erg gestresseerd was en zijn benen zwaar aanvoelden. ‘Ik vreesde zelfs: ik ga alles verliezen vandaag.’ Hij deed het tegengestelde: in de bus met een peptalk het zelfvertrouwen van zijn ploegmaats opkrikken. ‘Ik gaf bijna elke dag een speech, maar die was wel iets langer, ja. (lacht) Ik heb benadrukt dat we vooraf nooit hadden durven te dromen dat we op dat moment de rode leiderstrui zouden hebben. Dat onze Vuelta al geslaagd was, wat er in die laatste belangrijke etappe ook zou gebeuren. Ik heb ook gezegd dat andere ploegen meer schrik van ons moesten hebben dan wij van hen. We hadden de hele Vuelta al gecontroleerd, zelfs met twee vroege uitvallers (Pieter Serry en Julian Alaphilippe, nvdr). Waarom zou die laatste rit, waarin iedereen moe is, dan anders verlopen? Het moest een dag worden waarop we geschiedenis zouden schrijven, voor de ploeg, voor onszelf, voor ons land.’
Opvallend: Evenepoel bereidde die speech niet voor. ‘Zoals mijn spreekbeurten op school. Toen kon ik ook al goed dingen uit mijn duim zuigen. (lacht) Ik zie af en toe weleens zo’n ‘motivatiefilmpje’ op sociale media passeren, maar ik ga daar geen speciale, Engelstalige quotes uit halen. Zo’n boodschap voor mijn ploegmaats moet natuurlijk overkomen, recht uit het hart. Ik denk er wel over na óf ik iets ga zeggen, want ik wil mijn teamgenoten geen negatieve druk geven. Ik had echter niet de indruk dat dat het geval was. Integendeel, ze apprecieerden het enorm. Dat hebben ze mij achteraf ook gezegd.’
Toen ik op mijn elfde naar PSV ging en er na één jaar al tot kapitein werd benoemd, begon ik te beseffen: leider zijn zit in mij.
Remco Evenepoel
De wereld verbazen
Al bij de start in Madrid had Evenepoel in de bus het geloof van zijn ploegmaats in hem versterkt. ‘Ik zei vol overtuiging: ‘Al mijn prijzengeld is voor jullie, wat er ook gebeurt. En als ik win, komt er nog iets bij. Wij zijn een groep vrienden. Ik denk dat we de wereld kunnen verbazen.’’
De Quick-Stepkopman deed later ook hetzelfde tijdens de race, zo blijkt uit de docuserie Wolfpack op Amazon Prime. Verscheidene keren hoor je hem in de oortjes roepen dat hij zich goed voelt. In de regenetappe naar Pico Jano, waar hij zijn eerste slag sloeg: ‘De benen zijn super! Ik wil voor de zege gaan.’ In de achttiende rit naar Alto del Piornal, die hij won: ‘Ik ben heel sterk! Klaar om op alles te reageren.’ In de voorlaatste, zeer stresserende etappe: ‘Wij zijn beter dan Movistar. Kop omhoog en let’s go!’ En na een aanval van zijn enige overblijvende concurrent, Enric Mas: ‘Geen probleem! Iedereen is kapot! Iedereen is kapot!’
Evenepoel zelf haalt nog een ander voorbeeld aan: hoe hij voor en tijdens het WK in Wollongong Pieter Serry aanvuurde, zijn ploegmaat die in de Vuelta bijzonder ontgoocheld had moeten opgeven wegens een coronabesmetting. ‘Bij de viering van mijn eindzege in Madrid zei ik al tegen Pieter: ‘Kop niet laten hangen, hé. Er komt nog een belangrijk doel aan.’ En op het WK is hij effectief drie keer door de muur gegaan toen we samen vooraan zaten en ik hem toeriep dat ik dezelfde benen had als tijdens Luik-Bastenaken-Luik. ‘Ik ga rijden tot de voet van Mount Pleasant’, zei hij. ‘Verder, Pieter! Verder!’, moedigde ik hem aan. En zo hield hij het een stuk langer vol. Het deed me na de koers extra veel plezier om te zien hoe blij hij was.’
Evenepoel benadrukte na zijn wereldtitel dan ook dat zijn succes een collectieve triomf was, niet toevallig een jaar nadat hij bekritiseerd werd voor zijn te aanvallende rol op het WK in eigen land. Ook in de Vuelta viel op hoe hij na een ritzege zelf de champagneglazen ronddeelde aan tafel en hoe hij in de bus en in de vele interviews zijn ploegmaats steevast bedankte. Al tijdens de ploegenpresentatie in Utrecht benadrukte hij, toen hijzelf luid werd toegejuicht, dat zijn teamgenoten evenveel steun van het publiek verdienden. Drie weken later stond de kersverse winnaar van de Vuelta erop dat zijn ploegmaats met hem op het podium in Madrid zouden verschijnen, hoewel dat tegen het protocol indruist. Toch steekt er volgens Evenepoel één moment bovenuit: ‘De groepsfoto met niet alleen alle renners maar ook alle stafleden van de ploeg op de ochtend van de slotetappe. Zij hadden er, op hun manier, ook alles aan gedaan om mij te doen winnen.’
Hij beloonde al dat werk met enkele meer persoonlijke cadeaus, die hij uitdeelde op de afsluitende seizoensmeeting met de ploeg, of later. Evenepoel somt ze trots op: ‘Een rood leidersshirt van de Vuelta en een regenboogtrui, een rood espressokopje en een wit met de regenboogstrepen, de nieuwste GoPro, plus een txapela, de Baskische muts die ik na mijn zege in de Clásica San Sebastián kreeg. Die heb ik aan ál mijn ploegmaats en alle stafleden gegeven. Ook degenen met wie ik minder gewerkt had. Ik wilde daarin geen onderscheid maken.’
Meelopen met de verzorgers
Leuk, die cadeaus, maar Evenepoel hecht meer waarde aan het dagelijks contact. Niet alleen met teamgenoten, ook met het omkaderend personeel. Iets wat hij van Patrick Lefevere geleerd heeft. ‘Patrick leidt op een andere, scherpere manier, omdat hij een business runt en dus harde beslissingen moet nemen. Ik moet daarentegen meer een groep vrienden rond mij creëren. Toch staat ook bij Patrick de teamspirit voorop, vooral het onderlinge respect. Dat kan ik als kopman met die cadeaus tonen, maar nog beter door een simpele ‘merci’ naar een mecanicien of soigneur te sturen, door ’s avonds eens in de bar een halfuurtje te blijven plakken en een praatje te slaan, door darts met hen te spelen of samen naar een voetbalmatch te kijken. Of door de verzorgers te vergezellen bij hun ochtendjogging, zelfs al lopen die te traag voor mij’, lacht hij.
Voor Evenepoel zijn sommigen zelfs vertrouwenspersonen geworden, aan wie hij zijn ziel kan blootleggen. ‘Mijn echte gedachten vertellen aan de buitenwereld, dat gaat niet. Wat ik ook zeg, er komt altijd commentaar op. Gelukkig kan ik dat met die mannen wel bespreken. Soms zelfs in lange, diepgaande conversaties, waarin ze ook hun gevoelens en privéproblemen met mij delen. Zo word je echte vrienden.’
Dat bleek ook toen Evenepoel tijdens de laatste kilometer van zijn solo in de Clásica San Sebastián plots door de oortjes riep: ‘Phil, deze is voor jou, maat!’ Een boodschap voor ploegdokter Philip Jansen in de volgwagen, die in zijn privéleven moeilijke dagen meegemaakt had en zichtbaar ontroerd was door de woorden van de renner. Het viel ook Patrick Lefevere op: ‘Alle kopmannen bedanken na een groot succes hun ploegmaats en het personeel, maar aan zóiets persoonlijks denken, nadat je 45 kilometer alles hebt gegeven, dan ben je een échte menselijke leider.’
In het spoor van ex-Girowinnaars en Tadej Pogacar
Eind augustus 2018. De wielercarrière van de junior Remco Evenepoel is amper een jaar en vijf maanden oud. Toch heeft hij in geen tijd hoge ogen gegooid. Met als climax het EK eind juli 2018 in Brno, waar hij in de tijdrit 24 seconden sneller is dan zijn huidige Soudal Quick-Stepploegmaat Ilan Van Wilder en in de wegrit de tegenstand vermorzelt: een solo van 83 kilometer, met een voorsprong van liefst 9 minuten en 44 seconden. Ook in rittenkoersen is de Schepdaalnaar dat jaar buiten categorie: eindwinst in de Vredeskoers, de Trophée Centre Morbihan, de GP Patton en Aubel-Thimister-Stavelot, telkens dankzij een of ander straf solonummer.
Het grootste doel van het jaar moet echter nog komen: het WK in Innsbruck, eind september. Als voorbereiding daarop trekt Evenepoel met de Belgische nationale ploeg voor het eerst naar Italië, om deel te nemen aan de Giro della Lunigiana, een vermaarde rittenkoers. Een concreet resultaat legt bondscoach Carlo Bomans, met oog op het WK, zijn renners echter niet op. Ook tactische richtlijnen zal hij niet meegeven. ‘Ze moesten die zélf bespreken, zodat ze leerden hoe ze een ronde moesten aanpakken’, vertelt Bomans.
Hij weet uit ervaring immers dat wanneer Evenepoel aan de start verschijnt, hij áltijd wil winnen – en dat ook bijna altijd doet. Waardoor de kans groot is dat het Belgische team, met verder Ilan Van Wilder, Xandres Vervloesem, Aaron Van der Beken, Steven Pattyn en Henri Vandenabeele, de leiderstrui zal moeten verdedigen.
Na de eerste korte rit, in de voormiddag, is het al zover. In de finale raakt Evenepoel na een gevaarlijke, natte afdaling voorop met de Italianen Federico Guzzo, Giosuè Crescioli, Martin Nessler en de Israëliër Edo Goldstein. Behalve de Belg geen toppers, maar wel renners die in het regenweer het meeste risico’s durfden te nemen. Inclusief Evenepoel, die op korte tijd veel progressie heeft gemaakt in het afdalen. ‘Op een voorafgaande stage in de Vogezen met de Belgische wielerbond zette Remco iedereen al onder druk, terwijl hij tijdens eerdere stages die daaltechniek duidelijk nog niet onder de knie had’, vertelt Ilan Van Wilder. ‘Die vooruitgang bleek ook al in die eerste etappe.’
Evenepoel vlamt met zijn vier medevluchters naar de finish in Lerici. In de slotkilometer rijdt hij zó hard op kop, zittend in het zadel, dat Guzzo en co hem niet meer kunnen passeren. Van een echte sprint is nooit sprake.
Ondanks dat succes zal de dag voor de volbloedwinnaar in Evenepoel een zure nasmaak hebben. De 3,5 kilometer korte klimtijdrit naar Castelnuova Magra, die na de middag wordt gereden, legt winnaar Karel Vacek één seconde rapper af dan de Europese kampioen. Die is boos, want op zijn fietscomputer heeft hij een andere tijd geklokt dan de juryleden, die handmatig de tijden hebben opgemeten. Evenepoel doet bij hen nog zijn beklag, maar dat blijkt zinloos.
De volgende dag neemt hij al revanche in de etappe naar Fiumaretta. Op de laatste klim rijdt hij weg met zeven andere renners, onder wie Xandres Vervloesem en Ilan Van Wilder. Die laatste heeft er, na een val in het begin van de koers, nochtans een helse achtervolging op zitten. ‘Op een bepaald moment reed ik zelfs tussen het gewone wegverkeer, áchter de bezemwagen. In een juniorenkoers, zeker in Italië, kan dat allemaal. Gelukkig kon ik net voor de slotklim weer aansluiten.’
Twee kilometer voor de finish doet Van Wilder zelfs een tactische meesterzet. ‘Op een rotonde reed Remco op kop, en ik in tweede positie. Bij het uitdraaien liet ik een gat vallen. Meer had Remco niet nodig om solo naar de finish te vlammen. Als je hem tien meter gaf, was hij niet meer bij te halen. Ook omdat Xandres en ik meteen op het wiel sprongen van de renners die reageerden.’
Na afloop van de derde rit is Evenepoel minder blij: op de bijzonder steile slotklim naar Casette, met in de laatste kilometer een piekpercentage tot ruim twintig procent, is Karel Vacek hem weer te snel af. Met dank aan de kleinere versnelling waarmee de Tsjech naar boven fietst, een 34×28, terwijl Evenepoel zijn 39×28 op de steilste stukken minder vlot rond krijgt. ‘Vacek kwam uit voor het Italiaanse Team Giorgi. Zij wisten hoe de slotklim eruitzag. Wij moesten voortgaan op het routeboek, maar daar stond alleen het gemiddelde percentage op. Vandaar de verkeerde keuze qua verzet’, vertelt bondscoach Carlo Bomans.
‘Remco was na de rit een beetje gefrustreerd. Ook omdat we hem voor de slotklim niet ideaal in positie hadden kunnen brengen, door een plotse scheur in het peloton. Maar hij was rap weer afgekoeld’, vertelt Vervloesem.
In de laatste etappe, naar Casano di Luni, zet Evenepoel de puntjes op de i: op de eerste noemenswaardige helling, goed 60 kilometer voor de eindstreep, knalt hij alleen weg. Zijn collega’s zien hem pas terug aan de finish. ‘Toen ik aanviel, bleven enkele renners op honderd meter hangen, maar ik zei tegen mezelf: blijf pushen, blijf pushen, vroeg of laat zullen ze opgeven. En uiteindelijk gaven ze ook op’, vertelt Evenepoel na de aankomst.
Zijn voorsprong van ruim een minuut heeft hij niet eens nodig om de eindwinst in zijn eerste Italiaanse rittenkoers op zak te steken. De tweede in het algemene klassement volgt immers op 2 minuten en 33 seconden. Zijn naam: Ilan Van Wilder, Evenepoels rechterhand in de komende Giro d’Italia. Alsof het voorbestemd is.
Opvallend ook: de Schepdaalnaar voegde zich bij enkele illustere namen op de erelijst van de Giro della Lunigiana. Onder wie liefst vijf latere winnaars van de Ronde van Italië (Franco Chioccioli, Gilberto Simoni, Damiano Cunego, Danilo Di Luca en Vincenzo Nibali) en naast Nibali nog een ex-winnaar van de Tour de France: Tadej Pogacar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier