De coach van Annemiek van Vleuten: ‘Meer dan op cijfertjes focust ze vooral op haar gevoel’

© GETTY - BELGAIMAGE

De een won vorig jaar de gele trui, de ander de groene. Annemiek van Vleuten (40) en Marianne Vos (36) drukken al jaren hun stempel op hun sport. De architect achter hun successen is één en dezelfde man: Louis Delahaije.

LOUIS DELAHAIJE: ‘Annemiek van Vleuten en Marianne Vos zijn fysiologisch heel erg verschillend. Ik liet ooit van beiden een DNA-staal afnemen, in het kader van een onderzoek aan de Universiteit van Maastricht naar genetische factoren die een rol spelen bij sportprestaties. Het resultaat was een feest van herkenbaarheid: de kracht van Marianne, haar explosiviteit, was de zwakke plek van Annemiek, die meer aan de kant van het duurvermogen zat.

‘Ook al kennen we Annemiek vandaag als de ronderenster bij uitstek, in het begin van haar carrière was ze een klassiek renster. Op een dag kwam ze evenwel met de vraag of ze zich ook op het rondewerk kon toeleggen. Dat kon, mits we een aantal dingen terugschroefden, zoals trainingen in het krachthonk en gerichte oefeningen op explosiviteit, en veel meer het accent legden op volume en langere blokken, in combinatie met hoogtetraining.

‘Annemiek is ieder jaar meer gaan trainen. Mede daardoor werd ze uiteindelijk dominant, ergens vanaf 2017, 2018. In het vrouwenwielrennen was het heel ongewoon om zoveel volume te trainen. De teneur was: hun wedstrijden zijn maar half zo lang als die van de mannen, dus hoeven ze ook maar de helft te trainen. Maar als je het aankunt, waarom zou je het volume niet opkrikken? 1500-meterzwemmers trainen ook 25 uur per week voor een wedstrijd van een kwartiertje.’

Een pijl uit een boog

‘Afgelopen jaar stond er bij Annemiek 32.000 kilometer op de teller, bij Marianne 24.000. De meeste jaren zit er zelfs 10.000 kilometer verschil tussen. Toch behoren ze tot hetzelfde peloton en winnen ze allebei. Dat maakt mijn vak zo boeiend: elke sporter is een puzzel en het komt eropaan om maatwerk te bedenken.

‘Toen ik met Marianne begon te werken, eind 2018, kwam ze uit een heel moeilijke periode. In 2015 was ze overtraind geraakt. Ze koerste wel weer, maar ze won niet zoveel meer. Zelf was ik ervan overtuigd dat haar punch niet weg was. De DNA-test bevestigde ook dat Marianne van nature heel explosief is, ze hoeft daar niet op te trainen. Alleen kwam haar punch er in die jaren niet meer uit. Ze was te moe om te punchen.

‘Mijn analyse was dat we haar gewoon fitter moesten krijgen, zodat ze beter herstelde en ook in de wedstrijden zelf minder afzag. Ik stelde haar voor om iets meer omvang te trainen, maar lang niet zoveel als Annemiek, en om rustiger te trainen, zonder intense sprinttrainingen. Die punch zou vanzelf wel komen.

‘Een tweede punt was inspelen op haar grote plichtsbesef. Als Marianne op maandag van plan was om twee uur te gaan trainen, dan deed ze dat, ook al voelde ze zich slecht. Ik zei: ‘Als je moe bent, pak een rustdag en blijf lekker thuis.’ Al na een halfjaar kon ze opeens heel wat meer aan en was ze niet meer zo moe. In de zomer van 2019 won ze La Course in Pau. Dat was de eerste keer dat ik echt die punch weer zag. Niet normaal: ze schoot weg als een pijl uit een boog. Een mooi moment.

‘Als ik Marianne laat trainen zoals Annemiek, is ze binnen de drie maanden overtraind. Als ik Annemiek laat trainen zoals Marianne, is ze binnen de drie maanden ondertraind en komt ze geen poot meer vooruit.

‘Betekent dit dat Marianne veel getalenteerder is dan Annemiek? Het hangt ervan af wat je verstaat onder talent. Als talent is: je stopt er 50 cent in en na elke training komt er 2 euro uitrollen, dan is Marianne een groter talent. Maar als talent is dat je er euro na euro kunt blijven ingooien en dat er elke keer anderhalve euro uitkomt, dan is het Annemiek.’

Antifragiel

‘Nu we inmiddels bijna vijf jaar samenwerken, komt Marianne zelf al eens met het voorstel om een rustdag in te lassen wanneer ze zich wat moe voelt. Ze heeft een fantastisch ontwikkeld gevoel en gebruikt dat ook heel goed. Dat is ook de reden waarom ze, nadat ze overtraind was, haar oude niveau weer heeft opgepakt. Ze voelt haar lichaam nu feilloos aan.

‘Toen Annemiek met mij begon te werken, dacht ze dat ik een dataman was. Dat was het etiket dat ik in de media had gekregen, omdat ik een van de eersten was die met een powermeter werkten en daar eens mee op televisie was gekomen. Toen Annemiek bij mij kwam, was het een grote teleurstelling dat ik helemaal niet zo ben. We hebben veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van een gevoel: als ik deze inspanning lever, hoelang kan ik die volhouden? Ik heb bijvoorbeeld een training: vier keer acht minuten zo hard als je kunt, zonder naar de powermeter te kijken, waarbij de laatste acht minuten even hard moeten zijn als de eerste. Als je dat vaak doet, ontwikkel je over de jaren een gevoel en leer je je lichaam kennen.

Annemiek van Vleuten in de Waalse Pijl van dit jaar. 'Vroeger was ze een klassiek renster.'
Annemiek van Vleuten in de Waalse Pijl van dit jaar. ‘Vroeger was ze een klassiek renster.’ © GETTY

‘Op die manier heeft Annemiek een metamorfose doorgemaakt, van iemand die uit was op cijfertjes naar iemand met een heel goed ontwikkeld gevoel. Tegenwoordig kan zij een tijdrit als de besten indelen. Als ze over de finish rijdt, is de laatste druppel uit de tank, zonder zelfs naar haar wattage te hebben gekeken, alleen maar naar haar trapfrequentie.

‘Ik vind het essentieel om dat gevoel te ontwikkelen. Als trainer ben ik niet slim genoeg om te bepalen welk vermogen jij vandaag kunt rijden. Ik kan wel wat roepen, maar dat hangt af van het weer, de hoogte, wat je de dag ervoor hebt gedaan, hoe je hebt geslapen en wat je hebt gegeten. Terwijl ik jou de best mogelijke trainingsprikkel op dít moment wil geven. Om dat te kunnen, moet je een goed ontwikkeld gevoel hebben. Het idee is dat ik wil dat een sporter niet afhankelijk is van mij of van de omstandigheden. Ik wil dat ze ‘antifragiel’ zijn, zoals Nassim Nicholas Taleb dat zou noemen, een Libanees-Amerikaans auteur wiens werk me heeft geïnspireerd.’

Marianne Vos in Parijs-Roubaix dit jaar. 'Ze beheerst alle aspecten van de sport.'
Marianne Vos in Parijs-Roubaix dit jaar. ‘Ze beheerst alle aspecten van de sport.’ © GETTY

Gek plan

‘Annemiek en Marianne zijn niet alleen fysiologisch heel verschillend, het zijn ook twee verschillende persoonlijkheden. Annemiek is meer de fietsster, Marianne meer de wielrenster. Annemiek houdt veel meer van het fenomeen fietsen en daarnaast is ze heel goed in wielrennen. Marianne zal ook wel heel haar leven blijven fietsen, maar ik denk geen al te lange tochten meer.

‘Marianne is nog veel meer begaan met het spelletje. Ze wint zelden of nooit omdat ze de beste is, maar omdat ze het totaalconcept wielrennen zo goed beheerst: hard fietsen, explosiviteit, positie kiezen, tactisch onderlegd zijn… Annemiek wint gewoon omdat ze de beste is. Ze rijdt iedereen uit het wiel. Dat was ook het bizarre aan haar wereldtitel in Australië: ze wint die wedstrijd niet omdat ze de beste is, maar omdat ze het geluk heeft dat er een paar concurrentes haar nog terugbrengen, ze een ingeving krijgt om te demarreren, en blijkbaar ook nog de power heeft om dat te doen.

‘Die late aanval was precies het tegenovergestelde van wat we oorspronkelijk hadden bedacht: aanvallen op Mount Keira, met nog meer dan 125 kilometer te rijden. Ik had haar daarvoor een citaat van Pippi Langkous gestuurd: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’ Alleen was er dan die elleboogbreuk in de ploegenestafette, waarna ze besloot om de wegrit in dienst te rijden van Marianne.

‘Ik maak in mijn coaching wel vaker gebruik van spreuken. Voor het WK in Yorkshire bijvoorbeeld hadden we een hashtag #gekplan. Annemiek had bij de verkenning gezien dat er maar één manier was om die wedstrijd te winnen: met een aanval op een klim op 105 kilometer van het einde (wat haar ook zou lukken, nvdr). Als er weer eens een lange training op de agenda stond, stuurde ik haar die hashtag, zo ging die een eigen leven leiden. Het feit dat er een uitdagend plan is, motiveert Annemiek.’

Gruwelijk sterke Vollering

‘Annemieks drijfveer is om zichzelf voortdurend te verbeteren – niet om koersen te winnen, dat is slechts een gevolg. Na het seizoen zitten we altijd samen om te kijken hoe ze een nog betere wielrenster kan worden. Afgelopen winter was het verbeterpunt: explosiever worden, zodat ze in de klassiekers weer echt kon demarreren.

‘Onze aanpak omhelsde twee facetten. Om te beginnen moesten de sprintjes, die in het verleden ook wel deel uitmaakten van haar trainingen, nu met volle inzet gebeuren en werden ze een belangrijk onderdeel. Daarnaast hebben we de blokjestraining verkort. Gingen we vroeger meer de kant uit van vier tot acht minuten, dan deden we nu meer tussen dertig seconden en twee minuten.

‘Aan haar waarden op training kon je zien dat haar explosiviteit was verbeterd. Aan haar wedstrijden ook: in de Waalse Pijl noteerde ze dit jaar op de Muur van Hoei haar snelste tijd en hoogste vermogen ooit. Alleen, het was onvoldoende om te winnen. Er was dit voorjaar dus helemaal niets aan de hand met Annemiek, de concurrentie was gewoon verbeterd.

‘Dat zat er ook aan te komen: Demi Vollering, Lotte Kopecky en – toen ook nog – Marta Cavalli kwamen vorig jaar al opzetten. De marge die Annemiek nog had, was veel kleiner dan die van iemand van 25. Vollering is op dit moment gewoon gruwelijk sterk. Kopecky idem: een fantastische wielrenster.’

Geen dag meer fris

‘Ook met Marianne zat ik afgelopen najaar samen. We hadden niet echt verbeterpunten, de slotsom was gewoon: ga zo door. Maar in de winter was ik een paar keer op een cross en zag ik al snel: dit is Marianne niet. Ze moest opboksen tegen een fantastische nieuwe generatie, met Puck Pieterse, Fem van Empel en Shirin van Anrooij, maar met haar techniek en ervaring had Marianne wel mee moeten kunnen doen. Nu kwam ze er gewoon niet aan te pas. Dat had alles met haar been te maken. Een vernauwde liesslagader beperkte haar, zeker op de zwaardere parcoursen. Toen hebben we besloten om die te laten behandelen en haar titel op het WK veldrijden niet te verdedigen.

LOUIS DELAHAIJE
LOUIS DELAHAIJE © BELGAIMAGE

‘In de klassiekers hadden we alles op Parijs-Roubaix gezet, de andere wedstrijden stonden in het teken daarvan. Parijs-Roubaix was ook met afstand haar beste wedstrijd, met wat minder pech en meer steun had ze kunnen winnen. Maar de klassiekers brachten niet wat we ervan hadden gehoopt.

‘Na Parijs-Roubaix is Marianne ruim twee weken geen dag meer fris geweest. Ze is nog steeds snel moe, waarschijnlijk een gevolg van ooit overtraind te zijn geweest. De afspraak was dat ze pas weer gingen trainen op het moment dat ze ’s morgens opstond en het gevoel had dat haar batterijen weer vol waren. Dag na dag was dat niet het geval, in zoverre dat ik me begon af te vragen of het wel verstandig was om de Vuelta te rijden. Ik had mezelf de donderdag als deadline gesteld om dat gesprek met haar te voeren. De Vuelta begon vier dagen later. Die donderdagochtend appt ze me: ‘Hey Louis, ik voel me hartstikke goed vandaag.’ (lacht) Dan wordt ze in de eerste rit in lijn door Charlotte Kool geklopt en baalt ze als een stekker. Vervolgens wint ze nog twee ritten. Terwijl ik me de week voordien nog zat af te vragen of ze wel moest deelnemen. Marianne blijft me verbazen.’

Grote rondes

‘Annemiek behaalde de eindzege in die Vuelta, maar laat ons eerlijk zijn: Vollering was de beste. Ik had wel verwacht dat Annemiek de laatste rit zou winnen. De avond voordien had ik haar dat ook aan de telefoon gezegd: ‘Op Lagos de Covadonga gaat Demi je er niet afrijden.’ Dat was dus een verrassing. (lacht) Schijnbaar had de rit van de dag ervoor er heel zwaar ingehakt. Daar waren haar waardes echt top, maar ze was duidelijk niet voldoende hersteld. Anderzijds: zet je daar de Vollering van vorig jaar in de plaats, had Annemiek waarschijnlijk wel gewonnen.

‘Of me die ‘nederlaag’ zorgen baart richting Giro en Tour? Helemaal niet. De Vuelta kwam één week na de klassiekers en reed ze met een voorbereiding gericht op explosiviteit. Zoals voorzien zijn we na de Vuelta overgeschakeld op ons vertrouwde plan van hoe we grote rondes voorbereiden. Momenteel zijn we weer bezig met veel omvang, langere blokken, hoogtestages.

‘Annemiek maakt zeker weer een goede kans op de eindzege in de Tour. Maar de verschillen van vorig jaar gaan we niet meer zien. En met Vollering is er in ieder geval nog minstens één andere topfavoriete.’

Achilleshiel

‘Voor Marianne zit eindwinst in een grote ronde er niet meer in, ook al won ze in het verleden drie keer de Giro. Haar liesslagader is haar achilleshiel. Als je haar ziet lossen in de Strade Bianche, is dat de reden. Daarom wint ze ook geen Luik- Bastenaken-Luik of Waalse Pijl meer, wat ze in principe nog wel zou moeten kunnen. Maar dat been loopt op langere beklimmingen gewoon vol. De overweging is om toch nog eens opnieuw te opereren, maar dat zou dan in het tussenseizoen zijn.

‘Vorig jaar in de Tour had ze overigens ook heel veel last van haar been. Toch wint ze twee ritten en de groene trui, zestien jaar inmiddels nadat ze voor het eerst bij de elite wereldkampioen werd. Marianne moest er in 2015 overtraind tussenuit op het moment dat het vrouwenwielrennen heel erg in ontwikkeling was. Ze keerde terug in een sport waarvan het niveau zoveel hoger was geworden. Het feit dat ze zich weer aan dat niveau heeft weten aan te passen, vind ik nog het knapste van allemaal.’

‘Annemiek en Marianne gunnen elkaar alles’

Dat hij de trainer is van de beste twee wielrensters van de afgelopen jaren, blijft Louis Delahaije (56) ‘een beetje surrealistisch’ vinden: ‘Mensen van dat niveau die hun lot voor een deel in mijn handen leggen, dat blijft bijzonder.’

Apart is het hoe dan ook dat twee toprensters dezelfde trainer hebben hoewel ze een verschillende broodheer dienen en geregeld ook met elkaar de degens moeten kruisen. ‘Maar dat is nooit een probleem geweest’, zegt Delahaije. ‘Integendeel, het is juist mooi hoe ze daarmee omgaan. Annemiek en Marianne gunnen elkaar alles, het zijn goeie vriendinnen. Annemiek is Marianne nog altijd dankbaar voor de kans die ze destijds van haar kreeg. Toen Annemiek nog helemaal aan het begin van haar carrière stond, schreef ze Marianne een sollicitatiebrief om bij haar in de ploeg te komen (bij DSB Bank – Nederland Bloeit in 2009, nvdr). Marianne heeft haar toen die plek gegeven.’

De samenwerking tussen Delahaije en Van Vleuten ontstond eind 2012. ‘Ik was toen technisch manager bij Rabobank. Dat jaar was de vrouwenploeg erbij gekomen. Harold Knebel, in die tijd algemeen directeur, vroeg of ik eens met twee rensters wilde praten. Annemiek heeft toen zelf gevraagd of ik haar wilde begeleiden. Marianne zat nog in de fase dat ze geen trainer nodig had.’

Het was op aanraden van Van Vleuten dat Vos zes jaar later alsnog bij Delahaije ging aankloppen. ‘Annemiek zag de struggle bij Marianne, nadat ze overtraind was geraakt: ‘Je moet eens met Louis praten, die is helemaal niet zo dwingend en zit er helemaal niet zo bovenop als jij dat niet wilt.’ Marianne is langsgekomen en er was meteen een klik.’

Partner Content