Coach Tim Merlier: ‘Niemand had kunnen voorspellen dat Tim dit ooit zou bereiken. Ik ook niet’

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Zelden of nooit viert wielercoach Erwin Borgonjon ’s avonds mee als een van zijn renners heeft gewonnen, maar na de Belgische titel van Tim Merlier trok hij per uitzondering wel naar Wortegem-Petegem. Onderweg blikte hij voor Sport/Voetbalmagazine terug op het hobbelige pad dat de kersverse kampioen de laatste weken heeft afgelegd.

Hoe verrassend is deze Belgische titel voor u, na de verstoorde aanloop van Tim Merlier?

Erwin Borgonjon: ‘Verrassend, in die zin dat Tim inderdaad geen perfecte voorbereiding achter de rug had. Daarvoor was die te kort, na de revalidatie van zijn diepe elleboogwonde in Parijs-Roubaix. Bovendien ook verstoord door een verkoudheid in de Ronde van Slovenië (van 15 tot 19 juni, nvdr.).

‘Hij was er in de eerste twee ritten helemaal niet goed, mede door de hitte. Pas op de derde dag begon hij zich beter te voelen. Zo niet, dan hadden we afgesproken dat hij zou afstappen. Gelukkig kon Tim uitrijden, dat was op zich al een opsteker. Fysiek – om voldoende kilometers in de benen te hebben – en zeker ook mentaal.

‘Daarna hebben we de keuze gemaakt om richting het BK zo veel mogelijk te rusten: een trainingsweek van amper tien uur, met wel een belangrijke intensieve training op donderdag: een vijftal VO2 Max-blokjes van twee minuten, ‘submaximaal’ dus net boven de anaerobe drempel (wanneer een renner ‘in het rood gaat’, nvdr). Plus een achttal full-out sprints van vijftien seconden, en extra snelheidskilometers achter de brommer.

‘Daarna was Tim heel tevreden: hij wist dat het goed zat, dat hij fysiek klaar was voor het BK. Als er al twijfels waren na de Ronde van Slovenië, dan waren die verdwenen.’

Hoelang waren jullie al bezig met het BK?

Borgonjon: ‘Het was hét doel na zijn val in Roubaix en de revalidatie van zijn elleboogwonde. Aan de hand van een plan waarvan we de krijtlijnen toen al hadden vastgelegd. Met horten en stoten, want in de eerste trainingen moest hij zelfs naar huis terugkeren, het ging niet.

‘Vervolgens heeft Tim een blok van vier weken afgewerkt, waarvan drie op hoogte: eerst thuis in een hoogtetent, daarna tien dagen op Tenerife. Ook daar was het devies: niet veel intensiteit, niet te veel kilometers – de aanpassing aan de hoogte kost al energie genoeg.

‘Daar heeft Tim de basis gelegd. En toen hij na een dubbel Belgisch weekend, ondanks enkele valpartijen, derde werd in de Elfstedenronde, wisten we dat hij weer in een opwaartse curve zat – in Brugge had hij zelfs kunnen winnen.

‘Dan kwam die terugslag met de verkoudheid in Slovenië. Gelukkig is die niet erger geworden en door voldoende te rusten in de week voor het BK, bleek hij net op tijd klaar.

‘Tim verkeerde nog niet in topvorm, maar zijn conditie was wel voldoende om op een vlak BK mee te strijden én te sprinten voor winst. Op een heuvelachtiger parcours was het wellicht moeilijker geweest.

‘Al mag je de lastigheidsgraad van het BK in Middelkerke niet onderschatten: 48 km per uur gemiddeld (het op een na snelste BK ooit, na 2015, met 48,4 km per uur). Heel zwaar. Dat zag je ook aan zijn wattages in de eindsprint: 1310 watt over vijf seconden, 1208 watt over twaalf seconden. Minder dan bijvoorbeeld in Nokere Koerse, waar hij ook won, maar niet zo vermoeid was: 1455 en 1308 watt over vijf en twaalf seconden.’

Merlier zei na de finish dat hij met u bepaalde sprintscenario’s had doorgenomen. Welke scenario’s? En waren die afgestemd op ploegmaat Jasper Philipsen?

Borgonjon: ‘Het doel daarvan was om Tim uit te dagen, hem te doen nadenken: wat ga je doen als je op 250 meter van de meet moet aangaan? Wat ga je doen als je later moet beginnen, en van achteren moet komen? Met namen hebben we geen rekening gehouden. Ook niet met Philipsen, neen.

‘Als een renner dat op voorhand visualiseert, dan kan hij op het moment zelf, in gelijk welk scenario, een fractie eerder een beslissing nemen. En die fractie kan bepalend zijn voor winst of verlies.

‘Dat heeft in Middelkerke misschien geholpen, want toen zijn ploegmaat Taminiaux als lead out-man iets te vroeg afhaakte, op ruim 200 meter, heeft Tim niet geaarzeld. En net in die eerste meters maakte hij het verschil.

‘Ik heb al vaker gezegd dat hij dat moet uitspelen, die lange sprint. Tim heeft al koersen verloren omdat hij te lang twijfelde. Terwijl dat zijn grootste kracht is. Hij heeft niet de absolute topsnelheid en haalt niet de piekwattages van andere topsprinters, maar kan het heel lang volhouden.’

Wordt zijn killersinstinct onderschat? Als Merlier zich een doel stelt, mikt hij vaak raak. Zelfs in deze moeilijke omstandigheden, gezien zijn aanstaande transfer naar Quick-Step, en zijn ‘vrije rol’ bij Alpecin-Fenix op het BK.

Borgonjon: ‘Zeker, Tim kan héél gefocust naar een doel toeleven. Die focus zie je ook terug in de laatste kilometer, waar hij vaak de juiste beslissingen neemt. Natuurlijk twijfelt hij dikwijls, zoals veel atleten. En ideaal was deze situatie met zijn ploeg zeker niet. Tim kan daar echter mee omgaan omdat hij geleerd heeft om vertrouwen te hebben in zijn voorbereiding, in zijn trainingen en zijn coach.

‘Door dat onderlinge vertrouwen slaagt Tim erin om het maximale uit zichzelf te halen, om stress en druk goed te kanaliseren en te relativeren. En toe te slaan wanneer het moet.’

Wat vindt u van zijn niet-selectie voor de Tour? En de keuze van Alpecin-Fenix voor Jasper Philipsen?

Borgonjon: ‘Ik wil me daar als coach niet mee bemoeien. Het enige wat ik kan doen, is Tim fysiek en mentaal klaarstomen voor het programma dat hij wel mag en kan rijden. En ook daar opportuniteiten in te zien.

‘Omdat hij niet deelneemt aan de Tour, kan Tim nu even wat stoom aflaten, om daarna op te bouwen richting het tweede deel van de zomer en het najaar. Daar zal hij frisser zijn dan na een slopende Tour. Al had hij er, zoals vorig jaar, wel een rit kunnen winnen.

‘Het EK in München en de daaropvolgende Vuelta zou nu een optie kunnen zijn, maar Tims specifieke programma ligt nog niet vast.’

In welke mate heeft Merlier zo’n grote ronde, die hij – in tegenstelling tot de Giro en Tour vorig jaar – volledig kan uitrijden, nodig om nog een stapje vooruit te zetten?

Borgonjon:‘Als Tim aan de Vuelta mag deelnemen, zou ik dat zeker toejuichen. Het zou hem beter uitkomen dan als hij, zonder die elleboogblessure, de Giro had gereden, na een druk voorjaar.

‘Hoeveel progressie hij daarmee kan maken, is moeilijk exact te bepalen. Drie weken koersen, doorbijten in lastige bergritten, zou alleszins zijn taaiheid opkrikken. Waardoor hij de finales van lastige wedstrijden misschien iets beter kan verteren en minder het koersverloop moet ondergaan.

‘Vergeet niet dat Tim dit jaar al Gent-Wevelgem had kunnen winnen, als dat groepje met Girmay en Stuyven niet voorop was gebleven (Merlier was de snelste van het achtervolgend pelotonnetje, nvdr). Soms moet je het geluk hebben dat het koersscenario in jouw voordeel uitdraait, zoals in Middelkerke.’

Bij Quick-Step zal hij volgend voorjaar allicht beter gesteund worden in de finales van klassiekers als Gent-Wevelgem.

Borgonjon: ‘Over zijn nieuwe ploeg kan ik geen uitspraken doen, maar dat Tim de capaciteiten heeft om zo’n koers te winnen, dat staat vast.’

Had u gedacht dat hij dit ooit zou bereiken, toen u in 2014 met hem begon te werken?

Borgonjon: ‘Neen, ik had totaal geen idee. Ik wist alleen dat Tim in de cross had laten zien dat hij heel snel was, maar tussen dat en wegkoersen op het allerhoogste niveau winnen… Weinigen die dat hadden durven te voorspellen.

‘Daarom is het zo mooi dat het onderlinge vertrouwen dat we in elkaar hebben gesteld, dit heeft opgeleverd. Een trainer heeft vooral impact op lange termijn en in het huidige wielrennen is het niet vanzelfsprekend om lang aan een renner ‘gekoppeld’ te blijven. Dat is ons toch gelukt.

‘Het is de kunst om ook in moeilijke periodes het vertrouwen te behouden. Zoals dit seizoen, gezien de omstandigheden. Tim wint daarin niettemin twee WorldTourkoersen (rit in Tirreno-Adriatico en Brugge-De Panne nvdr.), Nokere Koerse én het BK, voor de tweede keer. Veel renners zouden daarvoor tekenen, voor hun héle carrière.

‘Al wil ik mijn rol als coach zeker niet overroepen. Zoals ik gisteren al tweette, naar een citaat van ex-atletiekcoach Mon Vanden Eynde: ‘De trainer maakt de atleet, de atleet maakt de trainer!’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content