Bovenal bemin ’t plezier: hoe Tom Pidcock uitgroeide tot een duizendpoot op de fiets
‘Tigger’ (‘Teigetje’) werd Thomas Pidcock als peuter liefkozend genoemd, omdat hij in het rond stuiterde zoals het vriendje van Winnie-the-Pooh. Twintig jaar later springt hij nog altijd, maar nu van de ene wielerdiscipline naar de andere. Met ongezien succes.
We schrijven 19 september 2017. Tom Pidcock behaalt in het Noorse Bergen de wereldtitel tijdrijden bij de junioren. Het klapstuk van een jaar waarin hij op vele terreinen naar de zege flitst, zoals op het WK cyclocross en in Parijs-Roubaix. Vader Giles beseft definitief dat zijn zoon niet zomaar een talentje is. Wel een potentiële wereldtopper, gezien de spectaculaire en meedogenloze manier waarop Tom als natural born winner excelleert. Giles vertelt dat ook aan zijn zoon, hoe rooskleurig diens wielertoekomst oogt. Die antwoordt met uitgestreken gezicht: ‘Pa, ik ben niet eens begonnen. I’m still just having fun.’
Goed vijf jaar later is het vermoeden van Giles uitgekomen en heeft zoon Tom effectief de lift naar het penthouse van het internationale wielrennen genomen. In meerdere gebouwen zelfs, als olympisch kampioen mountainbike, wereldkampioen veldrijden én winnaar van de prestigieuze Tourrit op Alpe d’Huez. Een ongeziene trilogie in de wielergeschiedenis. En hoewel de prestatiedruk en zijn salaris verveelvoudigd zijn, huldigt Pidcock nog altijd hetzelfde gebod: bovenal bemin ‘t plezier.
Die manier van zijn sport beleven en zijn overdosis talent heeft hij te danken aan de genen en de opvoeding van zijn ouders. Moeder Sonja Harper is immers een voormalig veldloopster en vandaag een fitnesscoach, vader Giles vertegenwoordigde Groot-Brittannië als renner op de World Student Games en nam sporadisch deel aan veldritten. Begin jaren 90 verhuisde hij zelfs naar Bretagne. Als lid van de Bretoense amateurploeg AC Milizac won Giles er, als sprinter, onder meer de GP de la Ville de Quimper in 1991.
Zijn overdosis talent en de beleving van zijn sport heeft Tom Pidcock te danken aan de genen en de opvoeding van zijn ouders.
Wanneer acht jaar later zijn zoon Tom geboren wordt, duurt het ook niet lang eer die begint te fietsen in en rond hun huis in Roundhay, ten noorden van Leeds. Al heeft Tigger wel moeite om zijn voeten op de pedalen te houden. Moeder Sonja moet ze zelfs vastbinden met een touw. Wanneer hij zelfstandig kan fietsen, maakt hij de voetpaden onveilig langs het parcours van de lokale wedstrijden waaraan zijn vader deelneemt. Wanneer Giles in 2006, op zijn 39e, de Classic-wedstrijd van de Otley Cycle Race wint, voor duizenden enthousiaste thuisfans in Yorkshire, is de bijna zevenjarige Tom definitief verkocht.
Zo vuil mogelijk
Niet veel later start hij in zijn allereerste koers, op het Castle Combe Circuit in Wiltshire. Door een kettingbreuk is een meisje, Pfeiffer Georgi (huidig prof bij DSM), hem te snel af. Maar in zijn tweede wedstrijd, een scratch op de piste in de West Riding Track League, is het wel raak. Mede dankzij zijn grote behendigheid op de fiets, aangeleerd door met vrienden en zijn drie jaar jongere broer Joe in de tuin en in het nabijgelegen Roundhay Park te ravotten. Hun doel: niet de snelste zijn, maar zo vuil mogelijk worden. Op de heenweg naar en de terugweg van school maakt Tom ook telkens een ommetje langs het park om er zijn jumps in te oefenen. En op de Kerr Mackie Primary School vermaakt hij met allerhande trucs zijn medeleerlingen, tot hun groot jolijt.
In het weekend leeft Pidcock, als renner van Lichfield City Cycling Club en vervolgens van Aire Valley Racing Team, zich uit in pistewedstrijden en circuitraces op de weg. Goed voor negen zeges in drie jaar (2008-2010). Een veelwinnaar wordt hij echter vooral vanaf 2011, met dertien zeges. Twee seizoenen later steekt hij zelfs zeventien keer de handen in de lucht.
Nog meer opzien baart de vijftienjarige in 2014, onder meer met een zege in de Lewis Balyckyi Memorial, een criterium tegen … volwassenen. Een jaar later wint hij onder meer de Classic-wedstrijd van de Otley Cycle Race. Negen jaar na de eerste zege van vader Giles, die intussen de wedstrijd zelf organiseert. ‘Een héél speciaal moment’, aldus Tom. Zijn zegehonger is zo groot dat Giles die af en toe probeert te stillen met een leugentje om bestwil. ‘Neen, Tom, er zijn geen wedstrijden dit weekend. Ga gewoon met de club trainen.’
Pidcocks immense potentieel blijft niet onopgemerkt. Hij krijgt een plekje in de British Cycling Junior Academy, en bij de PH-MAS Oldfield/Paul Milnes Cycles-ploeg. Intussen heeft de jongeman uit Yorkshire ook het veldrijden ontdekt. Liefde op het eerste gezicht, want hij wint zijn eerste cyclocross, op… een mountainbike. Een voorproefje van een copieuzer menu de volgende winter (2015/16). Daarin steekt Pidcock voor het eerst het Kanaal over, met de ferry. Goed voor een achtste stek op het EK voor junioren in Huijbergen, nadat hij op de laatste startrij is begonnen en als eerstejaars een zestigtal crossers heeft voorbijgestoken, zónder de juiste tubes. Voor de geboren winnaar in Pidcock echter niet zo speciaal: ‘Iedereen zei: ‘Amazing!’ Maar ik dacht: oké, cool. Niets meer.’
Tweeënhalve maand later maakt de Engelsman opnieuw de overtocht met de ferry, deze keer voor het WK in Heusden-Zolder, eind januari 2016. De generale repetitie op de Wereldbekermanche in Hoogerheide verloopt gesmeerd – tweede achter Jens Dekker – maar in de regenboograce grijpt hij naast het podium, als vijfde. Pidcock kijkt de volgende dag wel zijn ogen uit tijdens de elitewedstrijd. Boven op een loopbrug, waar hij is opgeklommen, ziet hij hoe Wout van Aert de wereldtitel pakt, voor liefst zestigduizend toeschouwers. Hij probeert de finish te filmen met zijn smartphone, maar die weigert dienst – te veel lawaai. Die belevenis inspireert de Brit nog meer: dit wil hij ook.
Geen ‘loose cannon’
Toch blijft ook op de weg het winnaarsvuur branden. In de zomer van 2016 behaalt hij twee zeges in de Junior Tour of Wales, een etappeoverwinning in de Acht van Bladel in Nederland en eendagszeges in de Premio Santa Isabel (Spanje) en in La Philippe Gilbert (België), de Luik-Bastenaken-Luik voor junioren.
Als vijftienjarige baart Tom Pidcock opzien met een zege in een criterium tegen volwassenen.
De voorbode van een veldritseizoen waarin Pidcock outstanding is: hij wint onder meer in Zonhoven (in zijn eerste echte zandcross) en op het EK in Pontchâteau (na thuis in Engeland een hele week te hebben getraind op… de piste). Alleen na de Wereldbekermanche in Zeven staat hij niet op het hoogste podiumtrapje: ‘pas’ derde, na een valpartij. Uitgerekend de enige cross waar zijn coach en mentor Seth Smith niet aanwezig is. Smith speelt een grote rol in de ontwikkeling van zijn poulain, die nochtans de reputatie heeft een loose cannon te zijn, een onhandelbare speelvogel. Maar volgens Smith is Pidcock uiterst respectvol, leergierig en volwassen.
Eind januari 2017 resulteert dat ook in een eerste wereldtitel cyclocross, in Bièles. Er worden zelfs drie Union Jacks gehesen, met Daniel Tulett en Ben Turner als tweede en derde. Voor het trio een zeer emotionele race, afgewerkt met een zwarte armband. Een week voor het WK is immers Charlie Craig in zijn slaap gestorven, na een hartfalen. Die was net eindwinnaar van de Britse U16 National Trophy Cyclo-Cross Series geworden. Net na de finish en op het podium vloeien dan ook veel tranen. Ook bij Pidcocks ouders, die de ingekaderde rood-wit-blauwe skinsuit en het regenboogshirt van hun zoon later in de gang van hun huis en in diens slaapkamer zullen hangen.
Na dat WK zet Pidcock zijn zinnen op een nieuw hoofddoel: Parijs-Roubaix voor junioren. Ook daar mikt hij meteen in de roos, na een solo van 15 kilometer, van op Carrefour de l’Arbre. Op de piste in Roubaix wel slechts vier seconden overhoudend op Daan Hoole en Mathias Larsen. Reden: de vele high fives die hij heeft uitgedeeld aan het publiek.
Tigger houdt immers ook van show. Zijn nieuwe idool, na Bradley Wiggins en Mark Cavendish in zijn jongere jaren, is niet toevallig Peter Sagan. Net als de Slovaak pakt hij immers graag uit met opvallende zegegebaren. Zoals zijn Superman-imitatie op het nationaal crosskampioenschap: buik op het zadel, rechterarm naar voren wijzend, de benen evenwijdig met het asfalt – vakkundig ingeoefend op training. Dan al is Pidcock bewust bezig met zijn imago, ook op Instagram.
Dat hij even behendig en explosief is als Sagan óp de fiets, toont Pidcock net voor zijn achttiende verjaardag (30 juli 2017). Op het Britse National Circuit Race Championship voor elite klopt hij na een fenomenale sprint van 500 meter, door de bochtige straten van Sheffield, veel oudere profs van continentale teams. Een van de hoogtepunten van een succesvolle wegcampagne, met ook eindwinst in de Tour of Wales en in de vermaarde Zwitserse rittenkoers Grand Prix Rüebliland. De kers op de taart volgt met goud op het WK tijdrijden in Bergen. Enigszins verrassend, gezien zijn tengere lichaamsbouw, maar niet voor Pidcock. In de zomer liet hij in de windtunnel van fietsenfabrikant Ridley zijn tijdritpositie, skinsuits en aeroschoenen testen. En in de aanloop naar het WK laste hij wekelijks een trainingssessie op de tijdritfiets in. Team Skymanager Dave Brailsford, die in Bergen Pidcock voor het eerst ontmoet, is onder de indruk.
In dienst van Sven Nys
Pidcock heeft dan niet alleen een tweede regenboogshirt beet, maar ook een nieuw tweejarig contract als veldrijder, bij het Belgische Telenet-Fidea Lions. Teammanager Sven Nys had wel verschillende gesprekken nodig om de jongeman, zijn ouders en manager te overtuigen. Aan ambitie sowieso geen gebrek. Op de ploegvoorstelling zegt de Brit dat hij als eerstejaarsbelofte direct wereldkampioen wil worden, om daarna zo vlug mogelijk de titel bij de profs te veroveren. Sven Nys zucht: ‘Hoe ga ik hem in godsnaam intomen?’
Pidcocks debuutseizoen als belofte is niettemin een succes: meteen eindwinst in de Wereldbeker, en zeges in lastige crossen als in Gavere en op de Koppenberg. Het seizoen eindigt wel op een sisser, wanneer hij in Hoogerheide ten val komt. Hij eindigt er na een sterke comeback nog als tweede, maar door de naweeën van de crash komt hij er op het WK in Valkenburg niet aan te pas: slechts vijftiende, ver na winnaar Eli Iserbyt. Naar eigen zeggen voor het eerst in zijn carrière bevangen door de stress, omdat hij onvoldoende fit was.
Na een deugddoende revanchezege in Middelkerke – Pidcock klopt er wereldkampioen Iserbyt – hervat de Brit half april op de weg. Als lid van Team Wiggins, de continentale wielerformatie van ex-Tourwinnaar Bradley Wiggins waar zijn persoonlijke manager Andrew McQuaid optreedt als Team Representative. Een voorbode van een vervroegd vertrek bij Telenet-Fidea Lions. In het volgende crossseizoen (2018/19) draagt Tigger immers de kleuren van zijn eigen T(om) P(idcock) Racingteam, dat koerst onder de vlag van Trinity, opgericht door McQuaid.
Volgens Sven Nys verliest hij zijn goudhaantje omdat hij financieel niet hetzelfde kan bieden. Want, vermoedt hij: ‘Team Sky is in de dans gesprongen.’ Wat Pidcock en zijn entourage altijd hebben ontkend. ‘Tom heeft nooit voor het financiële gekozen. Trinity had niets te maken met Team Sky’, zegt Kurt Bogaerts, de ex-sportdirecteur van de Ierse An Post-Chainreactionploeg die, gezien zijn goeie contact met McQuaid, vanaf de herfst van 2018 Pidcocks vaste begeleider wordt.
Met crosstechnische ondersteuning van Rudy De Bie, de voormalige Belgische bondscoach, mixt de negentienjarige Engelsman dat seizoen crossen bij de elite en de beloften. Ondanks een mooie vierde plaats in Gavere, na Mathieu van der Poel, Toon Aerts en Wout van Aert, betaalt hij bij de profs wel leergeld. Het maakt hem iets geduldiger: ‘Het zal nog even duren vooraleer ik hun niveau haal. Maar mijn ambitie, ooit wereldkampioen worden, blijft intact.’ Zijn hoofddoelen bij de U23-categorie maakt Pidcock wel waar: goud op het EK in ’s-Hertogenbosch en op het WK in het Deense Bogense, telkens voor zijn grote rivaal Eli Iserbyt.
In het daaropvolgende wegseizoen (2019) blijft het veelzijdige talent van de duizendpoot opspatten: als eerste renner ooit wint hij na de junioreneditie van Parijs-Roubaix (2017) ook de wedstrijd voor beloften. En zonder val in de slotkilometer van de Ronde van Vlaanderen had hij allicht ook die kasseiklassieker op zijn naam geschreven. In de zomer voegt Pidcock daar een eindzege in de Tour d’Alsace bij, inclusief winst op La Planche des Belles Filles. Met zijn 1,70 meter en 58 kilogram kan hij immers ook klimmen.
Zijn twee hoofddoelen in de zomer en het najaar draaien echter uit op grote teleurstellingen: in de Ronde van de Toekomst belandt Pidcock na een slipper in de dalende slotkilometer van de zesde rit tegen een boordsteen. In het ziekenhuis ontwaakt hij met een geblutst gelaat, enkele gebroken tanden en een hersenschudding. Zijn geposte foto en bijschrift op Instagram is de flegmatieke Pidcock ten voeten uit: ‘Ik herinner me niets van de val, maar ik weet wel nog wat Instagram is.’ Met als slotboodschap: ‘I’ll live to fight another day.’
Vechten om tijdig klaar te raken voor de race waar de negentienjarige belofte al maanden van droomt: het WK bij hem thuis, in Yorkshire. Ondanks een gebrekkige voorbereiding van slechts twee weken en een pijnlijke knie is zijn ambitie duidelijk: winnen! Dat lijkt te lukken, tot hij vijftig meter voor de finish stilvalt in de sprint en nipt naast het podium strandt. Te overmoedig geweest voor eigen publiek. Pidcock is zo pissed off dat hij na de diskwalificatie van Nils Eekhoff zelfs zijn bronzen medaille eerst niet wil ophalen. Een medewerker die hem richting het podium stuurt, krijgt een fikse por. ‘De beste herinnering – door alle aanmoedigingen onderweg – én de grootste teleurstelling uit mijn carrière’, aldus Pidcock. Een immense ontgoocheling die hij tijdens een lange nacht wegspoelt met gin, mojito en wodka.
Leren verliezen
Ondanks aanslepende tandproblemen (als gevolg van zijn val in de Ronde van de Toekomst) vindt de Brit in het daaropvolgende veldritseizoen (2019/20) aansluiting met de top bij de elite: podiumplaatsen in klimcrossen op de Koppenberg, in Overijse en Baal, plus zilver op het WK in Dübendorf, na een oppermachtige Van der Poel. Weliswaar afgewisseld met opvallende dipjes, zoals op het EK, waar hij pas als achtste eindigt. ‘Tom moet nog leren verliezen, want bij de jeugd heeft hij dat nooit gekend’, aldus ploegleider Kurt Bogaerts.
Winnen doet Pidcock wel weer in de zomer van 2020, na de coronalockdown. In verschillende disciplines: eind augustus domineert hij de Baby Giro, goed voor drie ritzeges én eindwinst. Begin oktober wordt hij wereldkampioen mountainbiken bij de beloften én pakt hij goud op het WK E-mountainbike. Ook dat pad wil hij immers voortaan bewandelen, met het oog op de uitgestelde Olympische Spelen van Tokio. Vanaf maart 2021 als lid van Team INEOS Grenadiers, dat in september 2020 de langverwachte transfer heeft aangekondigd.
Omdat de Brit in het voorjaar op de weg hoopt te schitteren, wordt zijn veldritprogramma in de winter van 2020/21 beperkt tot veertien crossen. Hij behaalt zijn eerste grote zege in Gavere, waar hij Mathieu van der Poel een zeldzame nederlaag toedient, maar blijft daarnaast op ereplaatsen steken. Op de weg zet hij wel een stapje vooruit, met een sprintzege tegen Wout van Aert in de Brabantse Pijl. In de Amstel Gold Race is de volgorde omgekeerd, zo blijkt uit de fotofinish, al is Pidcock er nog altijd zeker van dat hij toen gewonnen heeft.
Pidcock lacht om zijn eerste sleutelbeenbreuk door op Instagram een foto van zichzelf te posten, volledig ingepakt in beschermende bubbeltjesplastic.
Enkele weken later maakt Pidders (zijn andere bijnaam) zijn grote profdebuut in het mountainbiken. En hij mist zijn entree niet: vijfde in de Wereldbekermanche Albstadt en winst in Nove Mesto, waar hij alle toppers, inclusief Van der Poel, op een hoopje rijdt. De hoop op een olympische medaille wordt steeds reëler. Tot hij begin juni 2021 bij een botsing met een auto op training zijn sleutelbeen breekt – zijn eerste breuk ooit. Pidcock kan erom lachen, want enkele dagen later post hij op Instagram een foto van zichzelf. Volledig ingepakt in bubbeltjesplastic, om hem te beschermen in de aanloop naar de Spelen.
Zodra zijn sleutelbeen is geheeld, begint hij aan een inhaalrace. Met het oog op de vochtige hitte in Tokio beult hij zich af in een zelf gebouwde hittekamer in zijn appartement in Andorra, trainend bij 43 graden en een luchtvochtigheid van 90 procent. Loodzwaar, maar hij wordt beloond met het allerhoogste: een olympische titel.
Het doet Pidcock nog meer dromen. Van een nieuwe, nooit gerealiseerde trilogie: wereldkampioen worden in het veld, het mountainbiken én op de weg – het liefst in hetzelfde jaar. Deel één lukt al eind januari in Fayetteville, waar de INEOS-renner zijn eerste gouden medaille op het WK voor elite verovert, bij afwezigheid van Van der Poel en Van Aert. In augustus behaalt hij wel de Europese mountainbiketitel, na twee eerdere overwinningen in de Wereldbeker, maar grijpt hij naast de regenboogtrui op het WK in Les Gets: slechts vierde – een combinatie van een slechte startpositie, technische fouten en materiaalpech.
Diep ontgoocheld zegt Pidcock vervolgens af voor het WK op de weg in Australië. Mentaal niet meer op te brengen na een druk seizoen. Waarin hij wel een ander hoogtepunt beleefde: zijn ritzege in de Tour op Alpe d’Huez, als jongste ooit. De kiem van een droom om ooit vol voor de gele trui te gaan. Maar nog niet meteen, pas na de Spelen van Parijs 2024.
Tot dan wil het fietsende Teigetje van het veld naar de weg en het mountainbiken blijven springen. En zoveel mogelijk winnen, met altijd weer hetzelfde leidmotief: ‘Have fun. ’
Pidcocks palmares in 5 cijfers
173 zeges in zijn hele carrière (sinds 2008)
7 mondiale titels (6x goud op WK, 1x op de Olympische Spelen)
8 zeges in het veldrijden (elitecategorie)
6 zeges in het mountainbiken (elitecategorie)
2 zeges op de weg (elitecategorie, +1.1/2.1)