Belgische Touranekdotes: als een levend lijk reed Maurice Dewaele de bergen op
Sinds 14 maart ligt het boek ‘Top 1000 van de Belgische wielrenners’ in de Standaard Boekhandel. Tijdens de Ronde van Frankrijk brengen we elke dag passages uit dit werk. Vandaag: Maurice Dewaele, de Tourwinnaar van 1935.
Maurice Dewaele had wilskracht te koop. Hij toonde het tijdens de voor hem zo succesvolle Ronde van Frankrijk 1929. Dewaele, die in 1927 tweede werd en in 1928 derde, was geen specifieke klimmer, maar hij reed met de besten naar boven. In de Pyreneeën had hij de Tour naar zijn hand gezet toen de Fransman Victor Fontan met de gele trui om de schouders huilend de wedstrijd verliet, nadat hij het frame van zijn fiets brak en de achterstand te groot werd. Dewaele pakte de leiderstrui over en controleerde de wedstrijd in de overgangsritten.
Tot het eten van bedorven voedsel plots alles leek te veranderen. In de nacht voor de rit over de beruchte Galibier zat Dewaele meer op het toilet dan dat hij in zijn bed lag. Uiteindelijk vond men hem ’s ochtends bewusteloos in de badkamer. Geveld door hevige maagkrampen. Hij kreeg twee met suikerwater gevulde bidons en sleepte zich om twee uur ’s ochtends jammerend naar de start voor een etappe van 300 kilometer. Als een levend lijk reed hij de bergen op, vooruitgeduwd door zijn ploegmaats van Alcyon. Daar kon Tourbaas Henri Desgrange niet veel over zeggen want Alcyon was de grootste adverteerder van de organiserende krant L’Auto.
Uiteindelijk verloor Maurice Dewaele in die etappe dertien minuten op ritwinnaar Julien Vervaecke. Hij had een staaltje weggegeven van volharding. Dewaele bleef leider en werd niet meer verontrust. In zijn opinie schreef Desgrange dat Dewaele maar een kleine winnaar was. Rond zijn zege hingen allerhande verhalen over complotten die hem van zijn voetstuk moesten duwen. Er was ook gekonkel tussen ploegleiders. Het heet dat Dewaele uiteindelijk geholpen werd door renners van andere ploegen. Desgrange, die een hekel had aan fabrieksploegen, aanzag het machteloos en organiseerde nog snel een lange ploegentijdrit waarin hijzelf de teams samenstelde. Daaronder een ploeg met de nummers twee tot vijf van het klassement, terwijl Dewaele renners van tweede garnituur aan zijn zijde kreeg. Maar de Oost-Vlaming bleef overeind. Hij werd in zijn woonplaats Maldegem als een vorst ontvangen. Dewaele was door het negativisme van Desgrange in zijn eer gekrenkt. Hij won meteen na Tour de Ronde van het Baskenland waaraan alle grote ronderenners deelnamen. Niettemin werd het daaropvolgende jaar de Ronde van Frankrijk met landenploegen gereden.
Na zijn carrière bouwde Maurice Dewaele een bloeiende fietsenhandel uit waarin op een gegeven moment twaalf mensen werkten. Er was bij hem ook een agentschap van Ford en van de motors Sarolea ondergebracht. Maurice Dewaele stierf op 56-jarige leeftijd aan een maagkwaal. Als eerbetoon aan Maurice Dewaele werd het gemeentelijk sportpark in Maldegem naar hem vernoemd. Aan zijn geboortehuis in Lovendegem werd een gedenkteken geplaatst.
‘Top 1000 van de Belgische wielrenners’ werd geschreven door Jacques Sys, de hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, en uitgegeven bij Lannoo.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier