Antidoping: dringend testmethode gevraagd voor tramadol
De pijnstiller tramadol staat vanaf begin 2024 officieel op de dopinglijst. Maar er is nog altijd geen officiële testmethode.
Een decennium geleden trokken verscheidene wielrenners aan de alarmbel. Volgens hen gebruikten te veel collega’s pijnstillers tijdens de koers, met name tramadol. De Amerikaan Taylor Phinney zag zelfs een rechtstreeks verband met valpartijen. Van tramadol zou je duizelig en dus minder stuurvast worden. Dat is nooit bewezen, maar het verslavende en prestatiebevorderende effect van tramadol is onmiskenbaar. Renners lijden minder pijn bij intense inspanningen en kunnen zo nog dieper gaan.
Daarom verdiende het product volgens veel experts een plaats op de dopinglijst van het Wereldantidopingagentschap (WADA). Toch hield het WADA de boot af. Het zette tramadol vanaf 2016 alleen op de zogenaamde monitoring list. Dopinglabs zouden wel testen of de pijnstiller in urinestalen aanwezig was, maar alleen om het gebruik in kaart te brengen. Er werd geen straf verbonden aan een positief staal. Het probleem leek zich immers alleen in het wielrennen en het rugby voor te doen.
De Internationale Wielerunie (UCI) ondernam wel actie. Op 1 maart 2019 vaardigde ze een eigen strafreglement uit. Sindsdien is tramadol verboden tijdens wielerwedstrijden. Maar omdat het product niet op de WADA-lijst staat, kan de UCI na een positief geval geen schorsing opleggen. Ze kan wel de resultaten van een renner schrappen in een race waarin die op tramadol is betrapt.
Dalende cijfers
Het verbod wierp meteen vruchten af, zo blijkt uit cijfers die de UCI onlangs bekendmaakte. In 2016 werd in wielerwedstrijden, over alle disciplines heen en in races op de nationale kalenders en de internationale UCI-kalender, in liefst 6,5 procent van de urinestalen tramadol gevonden. Sinds 2019 zakte dat percentage naar 1,1 procent en naar 0,24 procent in 2020 en 2021. Vorig jaar steeg het weer naar 0,59 procent, goed voor 57 positieve gevallen.
Nairo Quintana werd in 2022 uit de Tour gezet nadat hij positief had getest op tramadol.
Toch bestrafte de UCI slechts twee renners, onder wie Nairo Quintana. Tijdens de Tour testte de Colombiaan positief op tramadol. Alle andere testen werden uitgevoerd door het WADA in wedstrijden die niet op de UCI-kalender staan, zoals kermiskoersen. Aangezien het WADA het gebruik van tramadol alleen monitort maar niet bestraft, bleven die positieve renners buiten schot. De UCI kan wel bestraffen omdat het zelf testen uitvoert, los van de WADA-controles. Die gebeuren op basis van de dry blood spot-methode, waarbij één druppeltje bloed volstaat om een product te vinden.
Dat verandert vanaf 1 januari 2024. Dan zet het WADA tramadol op de dopinglijst. Maar nu die datum nadert, duikt er een probleem op bij de WADA-labs die de testen zullen moeten uitvoeren. Professor Peter Van Eenoo, hoofd van het antidopinglab van de UGent: ‘Tot nu toe testten we op de miniemste hoeveelheid tramadol in urinestalen, om het gebruik te monitoren. Aangezien er binnenkort sancties aan vasthangen, moeten we met een drempelwaarde werken. Want als een renner buiten competitie tramadol gebruikt, kan er tijdens een wedstrijd nog een zeer kleine concentratie in de urine zitten. Dat moet je dus vermijden.’
‘Het WADA is nog altijd aan het onderzoeken hoe hoog of laag die drempelwaarde moet zijn, of we naar een afbraakproduct of naar het moederproduct moeten zoeken, en welke methode we moeten gebruiken’, zegt Van Eenoo. ‘Alleen al het testen van zo’n methode in een lab duurt enkele weken. Bovendien moet ze een ISO-accreditatie krijgen. Die audit duurt doorgaans drie maanden. Als het WADA de deadline van 1 januari wil halen, moeten de labs zo snel mogelijk informatie krijgen, liever gisteren dan vandaag. Lukt dat niet tijdig, dan kunnen we stalen van begin 2024 enkele maanden later met de nieuwe methode hertesten, maar dat kost tijd en geld. Lang niet ideaal dus.’