Annemiek Van Vleuten: ‘Ik ben klassementsrenner tegen wil en dank’
Toen ze in het voorjaar door Lotte Kopecky en Marta Cavalli enkele keren naar de dichtste ereplaats werd verwezen, vroegen sommigen zich al af of het rijk van Annemiek van Vleuten tanende was. Maar ook op haar 39e streeft de Nederlandse er nog altijd naar zichzelf en haar team te verbeteren. Het doel: eindwinst in Giro én Tour.
Drie keer geopereerd aan een liesslagader, drie uitsteeksels van een ruggenwervel gebroken, een hersenschudding in de olympische wegrit in Rio, een gebroken knie op het WK in Innsbruck en een schouder- en dubbele bekkenbreuk in Parijs-Roubaix vorig jaar. Annemiek van Vleuten leek haar portie tegenslag al wel te hebben gehad, maar eind april kreeg ze er nog een schepje bovenop: een val op training met een polsbreuk en operatie tot gevolg, vier dagen nadat ze met winst in Luik-Bastenaken-Luik alsnog een uitroepteken achter haar klassieke voorjaar had geplaatst.
Van Vleuten zou evenwel Van Vleuten niet zijn mocht ze niet al snel weer het vizier op de toekomst hebben gericht. Nauwelijks veertien dagen later was de Nederlandse al onderweg naar Andorra voor een trainingskamp met Movistar, de start van haar opbouw naar de zomer. Van Vleuten gaat voor de dubbel Giro-Tour en voert voor beide wedstrijden onveranderd de favorietenlijstjes aan.
Eens te meer moest je een beroep doen op jouw intussen befaamde veerkracht.
Annemiek Van Vleuten: ‘Het was natuurlijk wel vervelend dat ik door zo’n ongelukkige val in de lappenmand lag terwijl ik ernaar uitkeek om eens twee weken thuis te chillen. Ik moest daardoor in mei ook het geplande blok Spaanse koersen schrappen. Maar ik ben iemand die meer dan gemiddeld in staat is om te accepteren wat je niet onder controle hebt en me daar niet negatief door te laten beïnvloeden. Dat zit in de genen. Ik zag dat bijvoorbeeld ook bij mijn vader toen hij ziek was. En mijn moeder is ook zo. Na de dood van mijn vader heb ik haar nooit horen klagen dat het zielig was om alleen te zijn of zo. Nee, zij focust op wat er wél nog kan en probeert daar weer iets moois van te maken. Niet dat wij überpositivo’s zijn, soms is het leven gewoon shit, maar wij proberen wel vooruit te kijken.’
Op de dag dat het moet gebeuren word ik wakker met een steen op mijn maag. Of maak er maar vijf stenen van.’
Annemiek Van Vleuten
Laten we dat inderdaad doen. De Tour voor vrouwen viert straks zijn wedergeboorte. Spring jij daarvoor een gat in de lucht?
Van Vleuten: ‘Ja en nee. Voorheen werd er veel ophef over gemaakt dat we geen Tour voor vrouwen hadden, waar ik af en toe dacht: kijk even welke mooie koersen we wél hebben. Ook bij de mannen wordt de Tour zo groot gemaakt dat ik denk: de Giro is ook heel mooi.
‘Aan de andere kant – en daarvoor spring ik wel een gat in de lucht – vind ik het een mijlpaal: als vrouwenwielrennen zijn we nu op een punt gekomen dat we commercieel zo interessant zijn dat ASO een Tour wil organiseren. Helemaal omdat ik weet waar we vandaan komen. Van mijn eerste overwinning in de Ronde van Vlaanderen kwam slechts een flits op tv, en dan nog omdat er bij de finish een camera stond voor de mannen en ze per ongeluk een beeldje hadden. Dat was 2011. ‘
Stoor je je niet aan het opportunisme? ASO stond tot nu toe niet bepaald op de barricaden voor het vrouwenwielrennen.
Van Vleuten: ‘Ook daar heb ik gemengde gevoelens bij. ASO heeft inderdaad ook dwarsgelegen. Hoelang is het geleden dat ze niet wilden voldoen aan de UCI-eis om van wedstrijden als Luik-Bastenaken-Luik en de Waalse Pijl minstens 45 minuten live uit te zenden, waardoor die uit de WorldTour dreigden te verdwijnen? Twee jaar? En nu zijn we dus aan de Tour de France toe. Het gaat hard met het vrouwenwielrennen en dat is mooi.
‘Tegelijk was ASO ook een voorloper. De Waalse Pijl voor vrouwen organiseerden ze al in 1998. Van de Ronde van Vlaanderen ( vanaf 2004, nvdr) of de Omloop Het Nieuwsblad ( vanaf 2006, nvdr) was toen nog geen sprake. Pas later is Flanders Classics er in sneltreinvaart overheen gegaan. Misschien hinkt RCS ( bekend van de mannen-Giro, nvdr) nog wel het meest achterop. We wachten nog altijd op een Ronde van Lombardije voor vrouwen.’
Negatieve doelen
Hoe kijk jij naar die Tour? Is het nu al, nog voor de eerste meter is gereden, de belangrijkste wedstrijd van het jaar?
Van Vleuten: ‘Voor mij wel, ja, vooral omdat het een nieuwe uitdaging is. Maar het is niet zo dat ik heel mijn seizoen ophang aan dat ene doel. Daar hou ik absoluut niet van. Ook het voorjaar stond bij mij met rood omcirkeld. Eigenlijk hou ik ook niet zo van klassementen rijden. Ik ben meer een eendagscoureur.’
Zegt de beste klassementsrenster ter wereld…
Van Vleuten: ‘Ik ben een klassementsrenner tegen wil en dank. Ik vind een overwinning in een eendagswedstrijd mooier. Dat euforische gevoel toen ik dit jaar in de Omloop Het Nieuwsblad de sprint tegen Demi Vollering won, of na mijn solo op het WK in Yorkshire, of toen ik Anna van der Breggen in 2018 in La Course versloeg… Zo intens! Veel mooier dan wanneer je op La Planche des Belles Filles als eindwinnaar van de Tour over de streep zou mogen komen. Ik heb het twee keer ervaren in de Giro. Natuurlijk is het hartstikke mooi, er valt heel veel druk van je af, maar het is bijlange niet de euforie van een eendagskoers.
‘Ik hou ook heel erg van het spel, en in etappekoersen speel je het spel gewoon veel minder. Je moet heel conservatief koersen en kunt alleen maar op bepaalde dagen toeslaan. Veel dagen rijd je ook met een negatief doel rond: geen tijd verliezen, niet vallen, uit de problemen blijven, energie sparen… Dat soort dagen sta ik niet te juichen wanneer ik uit mijn bed kom.’
En toch heb je je ook op dit werk toegelegd?
Van Vleuten: ‘Tussendoor heb je in een rittenwedstrijd natuurlijk momenten die super gaaf zijn. Mijn overwinning in de Girorit naar de Zoncolan bijvoorbeeld. En ik wil het ook wel een beetje nuanceren: ik vind het wel een heel gaaf doel om er met de ploeg voor te gaan. Ik heb de Giro twee keer gewonnen met Mitchelton-Scott ( nu BikeExchange-Jayco, nvdr). Giro en Tour nu als doel stellen met Movistar geeft me onwijs veel energie. Voor een eendagskoers zou ik in principe nog wel mijn eigen bidons kunnen klaarmaken, maar aan een etappekoers gaat zoveel voorbereiding vooraf. Iedereen staat in de maximale stand om alles georganiseerd te krijgen. Toen ik de Giro had gewonnen, hadden we ’s avonds nog een etentje. Dan kijkt iedereen elkaar aan en lees je in elkaars ogen: dat hebben we toch maar mooi samen gepresteerd.’
In het begin van je carrière was je geen ronderenster.
Van Vleuten: ‘Ik was de winnares van de Ronde van Vlaanderen. Ik was een klassieke renster, ik kon niet klimmen. Tenminste: dat was het etiket dat ik mezelf had opgeplakt. In etappekoersen ging ik voor etappes, dat vond ik fantastisch. Het was Gene Bates die de ronderenster in mij ontdekte. Hij was mijn ploegleider bij Orica ( nu BikeExchange-Jayco, nvdr). Ik had de olympische wegrit in Rio gereden en voor het eerst in mijn leven iedereen bergop kunnen lossen door mijn trainingen en voeding daar helemaal op te richten. In de winter na Rio hadden we een telefoongesprek. Gene zei: ‘Ik denk dat jij de Giro kunt winnen. Ik denk dat je dat tot doel moet stellen.’ Ik antwoordde dat ik altijd wat moeite had met herstellen en me niet zo’n ronderenner voelde. Mijn hart ging er ook al niet heel hard voor kloppen. ‘ Just planting a seed‘, zei Gene. En het zaadje was inderdaad geplant. Ik begon het als een uitdaging te zien en het jaar nadien, 2017, heb ik voor het eerst het klassement in de Giro als doel gesteld. Achteraf vind ik het wel mooi: als Gene niet met dat idee op de proppen was gekomen, was ik er zelf nooit opgekomen. Soms heb je een coach nodig die je je talenten laat zien en je in je talenten doet geloven. Sinds Rio ben ik mijn talenten pas echt gaan ontwikkelen.’
Soms heb je een coach nodig die je je talenten laat zien en je erin doet geloven. Pas sinds Rio ben ik mijn talenten echt gaan ontwikkelen.’
Annemiek Van Vleuten
Met als resultaat dat je bent uitgegroeid tot een vrouw voor alle terreinen: Vlaamse klassiekers, heuvelklassiekers en rittenwedstrijden.
Van Vleuten: ‘Vroeger reden we ook gewoon alles wat er was, nu staan er veel meer wedstrijden op de kalender. We hebben ploegen van twaalf tot vijftien renners, eigenlijk kunnen we het hele programma al niet meer aan. De ploegen zullen groter worden om twee programma’s te kunnen bedienen. Er zal veel meer specialisatie komen. Die evolutie is nu al ingezet: renners gaan zich specialiseren voor de kasseiklassiekers of voor de Ardennen. Alleen in de Ronde van Vlaanderen zie je die twee pelotons nog een beetje samenkomen.’
Geen nevenshow
Wat is je mening over het concept van de Tour dit jaar?
Van Vleuten: ‘Ik had het zelf niet beter kunnen bedenken. Sommigen vinden dat onze Tour gelijktijdig had moeten plaatsvinden met die van de mannen, maar dan verlies je altijd. De mannen-Tour is zo groot dat er geen ruimte is om daarnaast een vrouwenkoers te organiseren. In de aandacht van de media zouden we altijd een nevenshow zijn. Maar je hebt wel de verbinding nodig. Die is gerealiseerd door ons op de laatste dag van de mannen te laten beginnen. Je neemt een deel van het publiek mee dat het jammer vindt dat de Tour ten einde is en nog even in het ritme wil blijven om na het werk naar de Tour te kijken. Het parcours is ook heel goed gekozen. De gele trui gaat van schouders wisselen, wat het aantrekkelijk zal maken.’
De eerste zes dagen dreig je wel alleen maar met negatieve doelen te moeten rondrijden.
Van Vleuten: ‘Ja, dat is zo. Er valt de eerste zes ritten niets te winnen voor mij, alleen maar te verliezen: energie verliezen, tijd verliezen, valpartijen, ellende. Gelukkig hebben we in de ploeg nog Emma Norsgaard, die in die ritten ook haar doelen zal hebben. Het is ook super gaaf om met je ploeg een etappe in de Tour te winnen en daaraan bij te dragen. Dus dat zal lekker afleiden.’
Voor jouw persoonlijke ambitie begint het pas in het slotweekend.
Van Vleuten: ‘Ja, maar het is niet dat ik dan ineens juichend aan de start sta. Op zulke dagen voel ik ook weer onwijs veel druk. Zo’n aankomst bergop vind ik heel spannend. Mensen zeggen: geniet ervan, maar je moet de benen nog wel hebben. Op de dag dat het moet gebeuren, word ik wakker met een steen in mijn maag. Of maak er maar vijf stenen van.’
Vergeef me dat ik er nog een steen bij gooi: jij bent dé topfavoriete voor deze Tour.
Van Vleuten: ‘Nou, er zijn meerdere favorieten, ik ben slechts een van hen. SD Worx is natuurlijk als collectief heel gevaarlijk, met Demi Vollering wellicht als sterkste kandidaat, maar Ashleigh Moolman is ook heel goed op dreef. Zij stond in de Giro al een paar keer op het podium, ze heeft iets meer ervaring dan Demi. Kasia Niewiadoma is zeker ook een uitdager, als ze het voor elkaar krijgt om in topvorm aan de start te staan. En sinds de Ardennenklassiekers moeten we ook allemaal Marta Cavalli rood omcirkelen voor de Tour. Wie had verwacht dat zij de Amstel en de Waalse Pijl zou winnen? Da’s ook het leuke van het vrouwenwielrennen: het evolueert zo snel dat je de favorieten nog niet allemaal helemaal in kaart hebt.’
Stoppen of niet
Zal jouw prestatie in de Tour een rol spelen in je beslissing om na dit seizoen al dan niet nog door te gaan?
Van Vleuten: ‘Nee, ik ben ook niet bezig met stoppen of niet. Mijn doel gaat tot en met de Tour. Aan het einde van het seizoen maken we wel weer de balans op. Als mijn niveau omlaag gaat, is het tijd om te stoppen. Die beslissing is niet gerelateerd aan een wedstrijd.’
Ben jij het type dat, gehuld in de gele trui, op La Planche des Belles Filles haar afscheid zou durven aankondigen onder het motto: stoppen op een hoogtepunt?
Van Vleuten: ‘Nee, dat past niet bij mij. Ik zou het helemaal niet het moment vinden om midden in het seizoen te gaan stoppen. Ik ben ook totaal niet bezig met afvinklijstjes: die of die koers heb ik nog nooit gewonnen. Sommige renners worden daardoor gemotiveerd, maar ik niet.’
Wat is dan wél jouw drijfveer?
Van Vleuten: ‘Mezelf proberen te verbeteren, daar krijg ik energie van. Een plannetje smeden met mijn coach om me optimaal op een doel voor te bereiden. Wanneer gaan we de ritten verkennen? Waar gaan we de hoogtestages plannen? Hoe gaan we ervoor zorgen dat ik na de Giro tien dagen later weer opgeladen aan de start van de Tour sta? Welke rensters moeten we aantrekken om de ploeg te versterken? En als ik zelf op fysiek vlak misschien niet meer kan verbeteren, kan ik ploeggenoten helpen in hun ontwikkeling. Dat vind ik ook leuk, ik hou van processen. Als het dan mag lukken om een doel waar te maken, is dat heel gaaf. Lukt het niet, dan evalueer je waardoor dat komt. En dan hoop ik maar dat ik mezelf niet voor de kop moet slaan, zoals ik ooit eens de Giro heb verloren omdat ik in een waaieretappe zat te slapen. Daar kan ik heel slecht mee leven. Maar als ik mezelf en mijn team niets kwalijk kan nemen, zal ik tevreden naar huis gaan na de Tour. Gewonnen of niet.’
Supporter van Raborenners
Als jong meisje was Annemiek van Vleuten al in de ban van de Ronde van Frankrijk. ‘Van de wedstrijd voor vrouwen herinner ik me niets, maar de Tour bij de mannen had me volledig in de greep van toen ik een jaar of acht was. Op vakantie volgde ik de Tour altijd op tv, zelfs als het mooi weer was en mijn familie buiten lekker aan het zwemmen was. Vooral de overwinningen van de Rabobankrenners staan nog op mijn netvlies gebrand: Leon van Bon, Michael Boogerd, Pieter Weening… Mijn ouders hadden nochtans niets met wielrennen, de interesse kwam vanuit mezelf.’
Toch had Van Vleuten in die tijd nooit kunnen bedenken dat ze later zelf prof zou worden. ‘Als vrouw je brood verdienen met wielrennen, dat bestond toen nog niet. Zelfs toen ik in mijn studententijd begon te fietsen, was dat niet met het idee om prof te worden. Na enkele blessures had mijn arts me geadviseerd om te stoppen met voetballen, en om mijn studentenkilo’s een beetje onder controle te krijgen was ik maar begonnen te fietsen. Zo ontdekte ik toevallig mijn wielertalent.’
Pret maken met Valverde
Annemiek van Vleuten probeert met een open blik door het leven te fietsen. Zo haalt de Nederlandse, die in de winter weleens naar Colombia op hoogtestage trekt, veel energie uit haar contacten met andere culturen. ‘Ik zie mezelf niet bij een ploeg rijden met alleen maar Nederlanders. Bij Movistar krijg je invloeden van meerdere nationaliteiten. Dat prikkelt me veel meer, ik word daar blij van. Bovendien voelen we ons als vrouwenploeg ook erg welkom bij de mannenploeg. Het geeft me energie om samen op trainingskamp te gaan en deel uit te maken van een grotere familie. Daags na de Waalse Pijl, bijvoorbeeld, nodigde Alejandro Valverde ons uit om samen te dineren in de keukentruck. Daar kunnen maar zes mensen in, maar op z’n Spaans is het toch gelukt. Uiteindelijk gingen we pas om elf uur van tafel. Lachen, toch?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier