Alles over Tourrit 6: kritiek op ‘vervuilende’ koers en kans op waaiers
Dag zes van de Tour brengt ons van Laval naar Châteauroux, een etappe die vraagt om een massasprint en waaiers.
Na de aankomst in Laval wacht de Tourkaravaan een flinke verplaatsing van 185 km naar Tours. Niet de eerste keer, want ook na de zevende rit moeten ze een even lange afstand afleggen naar Oyonnax. Het totaal aantal kilometers tussen de aankomst- en startlocaties in deze Tour loopt zo op tot goed 2000, dat is 400 km meer dan in 2020. Slechts driemaal (in Nîmes, Carcassonne en Libourne) mogen de renners in dezelfde gemeente starten als waar ze de dag ervoor zijn aangekomen. Een extra belasting in een Tour met in totaal 3383 racekilometers, of gemiddeld 161 km per rit.
In deze sprintersetappe van 144 km is dat nog 17 km minder. Met goed 700 hoogtemeters ook de meest vlakke van deze Tour, na de slotetappe naar Parijs. De start vindt plaats op de Place Anatole-France langs de Loire. Tours is voor het eerst sinds 2013 nog eens ville étape, toen met een aankomst (een rit gewonnen door Marcel Kittel) en de start van de fameuze waaieretappe naar Saint-Amand-Montrond (met Mark Cavendish als snelste).
Macho
Opvallend: burgemeester Emmanuel Dennis is lid van de partij Europe Écologie Les Verts. Veel van zijn groene collega’s hebben zich het voorbije jaar gekant tegen de Tour. Zoals die in Rennes, wat we al bespraken in de eerste etappe. Of die in Lyon, waarvan burgemeester Grégory Doucet vorig jaar in een column in de krant Le Progrès de Tour ‘macho’ en ‘vervuilend’ noemde. Wegens (nog) geen editie voor vrouwen, te weinig elektrisch aangedreven wagens en een afvalspuwende reclamekaravaan.
Kritiek waarmee Tourbaas Christian Prudhomme niet kon lachen. Hij wees op de vele milieuvriendelijke maatregelen die ASO de jongste jaren heeft genomen. En op de vrouwenkoersen die het al organiseert, met dit jaar ook een eerste Parijs-Roubaix voor dames. Daarom had burgemeester Dennis geen probleem met de komst van de Tourkaravaan. Hij beloofde wel om het afval van de Tourpassage zo veel mogelijk te beperken.
Peloton op de kant
Deze rit is de kroniek van een aangekondigde massasprint. In Châteauroux, waar in 1998 Mario Cipollini won en Mark Cavendish de laatste twee keer triomfeerde. In 2008 behaalde hij er zijn allereerste van 31 ritzeges in de Tour, voor Oscar Freire en Erik Zabel, toen na een Grand Départ in… Brest. En in 2011 was de Brit weer de snelste, voor Alessandro Petacchi en André Greipel.
Toch zit er één grote adder onder het gras van het departement Indre, waar deze rit zich grotendeels afspeelt. Na de start in Tours en passages langs de beroemde kastelen van Amboise en Chenonceaux worden de laatste 75 km immers in open vlaktes gereden, met lange rechte stukken richting de aankomst in Châteauroux. Mogelijke kans op waaiervorming dus, als de wind krachtig genoeg vanuit het westen blaast.
Dan zullen Deceuninck-Quick-Step en Jumbo-Visma niet aarzelen om het peloton op de kant te zetten. Maar evengoed baart de windreus een muisje, bij gebrek aan wind of omdat elk team tegenwoordig met verkenners en apps als Veloviewer perfect weet waar het peloton kan breken. De kans op valpartijen is dan zelfs groter dan die op bordures.
Ook het verrassingselement speelt vaak een grote rol. Zoals in 2013 naar Saint-Amand-Montrond, toen Belkin en Omega Pharma-Quick-Step de avond ervoor in hun hotel een coup planden. Met succes, want op honderd kilometer van de finish reden ze het peloton aan flarden. Belangrijkste slachtoffer toen: AlejandroValverde, die achterop werd geslagen door een lekke band en zelfs tien minuten verloor. Maar ook de latere eindwinnaar Chris Froome en Nairo Quintana, tweede in Parijs, moesten ruim een minuut prijsgeven op het kopgroepje met ritwinnaar Mark Cavendish, de sluwe Alberto Contador en Bauke Mollema.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier