Alles over Tourrit 2: op naar de Alphe d’Huez van Bretagne

© GETTY
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Dag twee van de Tour brengt ons van Perros-Guirec naar een tweede heuvelaankomst op rij op de Mûr-de-Bretagne (183,5 km). Is het nu wel prijs voor Mathieu van der Poel of Wout van Aert?

Voor Christian Prudhomme in 2007 als Tourbaas overnam van Jean-Marie Leblanc, had hij al heel wat journalistieke watertjes door gezwommen. Onder meer bij het radiostation van Europe 1, als vervanger van Jean-René Godart. Zijn eerste Tour in zijn nieuwe functie was die van 1995, met een proloog in het Bretoense Saint-Brieuc. De tweede rit van die Ronde van Frankrijk begon in Perros-Guirec, zoals ook in deze editie. In tegenstelling tot in 1995 eindigt ze niet met een vlakke aankomst (Vitré, een zege voor Mario Cipollini), maar op een helling, de tweede soortgelijke finish op rij, na die in Landerneau.

Met dus eerst een start aan de Côte de Granit Rose, een wondermooie kuststrook in het noorden van Bretagne. Officieus vertrekpunt: Place de Teignmouth, voor het Bassin du Linkin in Perros-Guirec. Een stadje dat in wielermiddens bekend is om zijn Team Côte de Granit, een amateurclub. Van daar gaat het zuidwaarts, via bekende Bretoense plaatsen als Lannion, Paimpol en Saint-Brieuc – op een boogscheut van het ouderlijk huis van David Gaudu in Quintin – richting aankomstplaats Mûr-de-Bretagne-Guerlédan. Mét toevoegsel, want een fusiegemeente. In 2017 smolten Mûr-de-Bretagne en Saint-Guen immers samen tot de nieuwe gemeente Guerlédan.

Let trouwens op het accent circonflexe op Mûr, in tegenstelling tot de Mur de Huy. Mûr heeft immers een andere etymologische oorsprong. Volgens de ene bron stamt het uit het Latijnse murus en Bretoense muriou (muur) refererend naar een Oud-Romeins fort uit de buurt. Volgens anderen is het een afgeleide van het Bretoense meur (hoog, groot). De heuvel steekt dan ook 293 meter boven de zeespiegel uit en wordt weleens ‘de Alpe d’Huez van Bretagne’ genoemd, wegens de vele duizenden Bretoenen die er telkens postvatten. Zoals al in 1947, toen de 21-jarige Raymond Impanis onderweg was naar de zege in de langste individuele tijdrit ooit in de Tour (139 km).

De prachtige Côte de Granit Rose
De prachtige Côte de Granit Rose© GETTY

Bonusseconden

Na ‘gewone’ passages in de Tour van 2006 en 2008, met twee Sylvains als eerste op de top (Calzati en Chavanel), lag in 2011 de eindstreep voor het eerst boven op Mûr-de-Bretagne. Een zegezekere Alberto Contador leek te winnen, maar de latere eindwinnaar Cadel Evans remonteerde hem. Een jaar later bezocht de Tour de Bretagne deze bult. Toen won Reinardt Janse van Rensburg van MTN Qhubeka en finishte ene Julian Alaphilippe, dan nog rijdend voor Armée de Terre (de ploeg van het Franse leger) als vijfde.

Daarna sloeg de Tour er nog twee keer zijn tenten op. In 2015, toen Alexis Vuillermoz won, profiterend van de afwachtende houding van de klassementsrenners. En in 2018, toen Daniel Martin er zijn tweede Tourritzege boekte. Telkens met dezelfde kleine tijdsverschillen: na Martin eindigden zestien renners binnen de drie seconden, na Vuillermoz finishten 26 renners binnen de tien seconden en na Evans kwamen tien renners binnen dezelfde tijd over de eindstreep.

In die laatste werden nochtans twéé beklimmingen van Mûr-de-Bretagne gelegd, zoals ook in deze editie, inclusief bonusseconden op de top bij de eerste passage. Daarna volgt een lokale ronde van 16 kilometer, met daarin ook de Côte de Ménéhiez (2,2 km aan 6,5%). Een idee van de burgemeesters van Guerlédan en de naburige gemeente Saint-Gilles-Vieux-Marché na de editie van 2015. Tot veel afscheiding heeft het in 2018 echter niet geleid. Ondanks de gewijzigde aanloop, zodat de renners bijna vanuit stilstand aan de klim moesten beginnen.

Wel opvallend: de winnaars en hun dichtste achtervolgers waren telkens klimmers, lichtgewichten. Zo won Daniel Martin in 2018 voor Latour, Valverde, Alaphilippe, Majka, Yates, Mollema, Sagan, Thomas, Roglic, Porte en Van Avermaet. Met dus alleen Sagan en Van Avermaet als de mannen van het Vlaamse voorjaar. Op het allerhoogste niveau is Mûr-de-Bretagne voor hen net iets te zwaar: twee kilometer aan 6,9 procent, met vooral een steile eerste kilometer aan bijna 10 procent, waarna de laatste 500 m afvlakt tot 2,4 procent. Deze keer ook voor Van Aert en Van der Poel?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content