Alles over rit 7 van de Tour: maakt Thibaut Pinot zijn grote droom waar? (zes jaar na de training met Wout van Aert)

© iStock
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Elke dag blikken we vooruit naar de volgende rit van de Tour. Vandaag: etappe 7, met voor de zesde keer aankomst op La Planche des Belles Filles, en weer met een extra steil gravelstrookje. Een klim waar Thibaut Pinot thuis is, en waar ook Wout van Aert goeie herineringen aan bewaart.

Geen aankomst bergop die het laatste decennium vaker op het Tourparcours lag dan La Planche des Belles Filles: liefst vijf keer. Qua decor nochtans niet de meest emblematische beklimming, te midden van een donker bos.

Maar de Plank van de Mooie Meisjes heeft wel zijn naam mee en zijn locatie, op weg naar de Alpen. Bovendien heeft de klim in de voorbije vijf edities af en toe spektakel opgeleverd. Met uiteraard de verrassende Roglic-versus-Pogacar-ontknoping op de voorlaatste dag van de Tour 2020 als hoogtepunt.

Die tijdrit was een wens van Yves Krattinger, al sinds 2001 de président du conseil général van het departement Haute-Saône. Een wens die zijn goeie vriend Christian Prudhomme graag inwilligde, alle beetjes hielpen in aanloop naar de departementsverkiezingen van juni 2021 – waarbij Krattinger opnieuw verkozen werd.

Eén Belgische zege

Geen verrassing dus dat La Planche des Belles Filles nu voor een zesde keer op het Tourmenu staat, na zeges voor Chris Froome (2012, toen ook met start in Tomblaine), Vincenzo Nibali (2014), Fabio Aru (2017), Dylan Teuns (2019) en Tadej Pogacar (2020).

Weinig bekend: ook in de Tour de l’Alsace, een 2.2-rittenkoers, wordt de Vogezenklim al sinds 2017 elk jaar opgezocht, met huidige profs als ex-winnaars: in 2017 Markus Hoelgaard, in 2018 Geoffrey Bouchard, in 2019 Tom Pidcock (!) en in 2021 de Colombiaan Santiago Umba.

Extra gravelstrook

Voor de tweede keer op rij, na de laatste gewone rit in lijn in 2019, met nog een toevoegsel aan de 5,9 km lange asfaltklim – vandaar de ‘Super’-benaming: een gravelstrook van 1,1 km, met een gemiddeld stijgingspercentage van gemiddeld 9,5 procent.

Alles over rit 7 van de Tour: maakt Thibaut Pinot zijn grote droom waar? (zes jaar na de training met Wout van Aert)
© ASO

Een voormalig wandelpad bedekt met witte steentjes, waarvan alleen het steilste stuk van ruim 24 procent (!), net voor de aankomst, extra verhard werd – de renners zouden er anders te veel patineren. Gelukkig blijft het vrijdag ook droog (zie weerbericht onderaan).

De minigravelklim past in de zoektocht van parcoursbouwer Thierry Gouvenou naar een equivalent van de Colle delle Finestre. Met deze supermooie meisjesplank ging zijn wens al een beetje in vervulling.

Een meerwaarde? Dat is de vraag, aangezien de klassementsrenners mogelijk nog langer wachten om hun aanval te plaatsen, tot de laatste honderden meters – timing op zulke steile pentes is cruciaal.

Dat bleek al in 2019, toen de kloof tussen Geraint Thomas, als eerste van de favorieten op de vierde plaats, en George Bennett, als zeventiende, beperkt bleef tot 19 seconden. Terwijl de verschillen tussen de beste tien klassementsrenners in 2012, 2014 en 2017 opliepen tot 40 à 56 seconden.

Gezien de eerste aankomst bergop in deze Tour en de relatief makkelijke aanloop naar de slotklim bestaat de kans dat we opnieuw zo’n scenario krijgen. Al weet je met Tadej Pogacar natuurlijk nooit.

En wie weet wat Jonas Vingegaard en Primoz Roglic, als diens schouder meewil tenminste, al vroeg op de klim uit hun mouw schudden. Of de Rus Aleksandr Vlasov, die houdt van zulke steile, middellange beklimmingen, en in Longwy ondanks een eerdere val amper vijf seconden verloor.

Klimrecords

Al aangehaald: de aanloop richting La Planche is niet zo zwaar, met alleen de Col de la Grosse Pierre (3,3 km aan 6 procent) en de Col des Croix (3,6 km aan 5,1 procent). Geen steile Col des Chevrères (3,5 km aan 9 procent) dus, zoals in 2014 en 2019. Gouvenou wilde deze rit, na de hectische eerste zes dagen, immers niet te lastig maken.

Het profiel van de zevende rit.
Het profiel van de zevende rit.© ASO

Afwachten dus of het klimrecord van La Planche des Belles Filles (zonder gravelstrook) verbeterd wordt. Nog altijd op naam van Fabio Aru: 16 minuten en 12 seconden in 2017, met een gemiddelde van 21,85 km/u. Pogacar deed er volgens klimtijdenfreaks in zijn fameuze chronoproef in de Tour van 2020 nét iets langer over, 16 minuten en 13 à 14 seconden.

In 2020 was Geraint Thomas de snelste op de Súper Planche, met 20 minuten en 2 seconden. In zijn spoor volgde toen thuisrijder Thibaut Pinot die op het laatste steile gravelstuk 14 km per uur haalde.

De Fransman uit het naburige Mélisey heeft zijn zinnen gezet op deze rit, waar het wegdek is volgeschilderd met zijn naam. ‘Als er één etappe is die ik wil winnen, dan is het deze. Ik heb al gewonnen op l’Alpe d’Huez en op de Tourmalet, maar op La Planche zou nog mooier zijn’, gaf hij al voor de Tour aan.

Een klassement zou geen optie worden, en dat blijkt ook: na de zesde rit staat Pinot al op vijf minuten. Voldoende ruimte om mee te glippen in een ontsnapping (al zal hij op de vlakke eerste 70 km hulp nodig hebben van stevige rouleurs), en om van daaruit misschien te winnen. Toevallig detail: het is vandaag exact 10 jaar geleden dat de FDJ-renner zijn eerste Tourritzege behaalde, in Porrentruy.

Pinot zal op La Planche dan misschien wel moeten afrekenen met Michael Woods (een specialist van steile aankomsten) en/of Dylan Teuns, die ook al drie minuten achterstand heeft op geletruidrager Tadej Pogacar, en op een herhaling van zijn zege in 2019 mikt. Donderdag, op de slothelling in Longwy, had de Limburger naar eigen zeggen de benen om in de top drie te eindigen als David Gaudu hem niet had ingesloten.

La Planche niet onbekend voor Van Aert

Weinig geweten: La Planche des Belles Filles is ook voor Wout van Aert niet onbekend. Dat de Kempenaar in 2020 er de vierde tijd neerzette in de fameuze klimtijdrit heeft immers ook een voorgeschiedenis.

In augustus 2016 was hij, als 21-jarige prof bij Vastgoedservice, op stage in de Vogezen met collega-crossers Tim Merlier en Steve Chainel. Die laatste trainde geregeld met… Thibaut Pinot. Zo verkenden ze met de Franse ‘vedette’ La Planche. En wie kwam toen als eerste boven? Van Aert.

Maar, laat hij ons weten, inclusief smiley: ‘Omdat ik als enige intervals moest trainen.’

Geen haar op zijn hoofd zal toen hebben gedacht dat hij dezelfde klim bijna zes jaar later opnieuw zou oprijden, als dé grote figuur van de Tour de France 2022.

Naast dat andere fenomeen, Tadej Pogacar. Die aan de Mooie Meisjes Plank dus ook fijne herinneringen bewaart. En, als de vluchtersgroep (met Pinot?) weer wordt ingerekend (zal zijn ploeg daar energie in steken, zo vroeg op de Tour?), de kans niet zal laten liggen om er nogmaals de puntjes op de i te zetten, in de gele trui.

‘Ja, ik wil op La Planche des Belles Filles weer winnen’, zei donderdagavond, na zijn zege in Longwy. Want: zijn vriendin Urska en zijn ouders zullen hem opwachten, bovenop de klim. ‘Een extra motivatie om iets speciaals te laten zien.’

Alles over rit 7 van de Tour: maakt Thibaut Pinot zijn grote droom waar? (zes jaar na de training met Wout van Aert)
© ASO

Thibaut Pinot zal het niet graag horen.

Weersverwachting rit 7

Exclusief voor Sportmagazine.be bekijkt Nicolas Roose van NoodweerBenelux, dat onder meer Flanders Classics als klant heeft, het weer van de volgende rit. Zijn voorspelling voor de 7e etappe:

‘Vrijdag kunnen de renners gedurende de hele rit genieten van uitbundige zonneschijn. Het windprofiel bij de start is veelal zwak uit noordoostelijke hoek. De temperaturen bedragen 19 graden, bij de aankomst zullen die stijgen naar 23 graden. De wind zal dan iets meer uit het oosten waaien, maar heel zwak (1 beaufort). Ideaal koersweer dus’, aldus weerman Nicolas Roose. Meer weer? Check noodweer.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content