Alles over rit 6 van de Tour: krijgt Tadej Pogacar een nieuwe uppercut van Jonas Vingegaard?
In de tweede Pyreneeënrit van de Tour wordt de belangrijkste vraag: kan Jonas Vingegaard grote concurrent Tadej Pogacar opnieuw op achterstand fietsen? Op nog zwaardere cols dan die van woensdag is de kans reëel.
Je kunt er gif op innemen: de Tour slaat elk jaar zijn tenten op in de Hautes-Pyrénées. Het departement is volgens Tourbaas Christian Prudhomme ‘incontournable’. Vorig jaar werd het stevig bediend met aankomsten op het vliegveld van Peyragudes, op Lourdes-Hautacam en met een start in Castelnau-Magnoac. In deze Tour met de start en finish van de zesde etappe.
Ville départ Tarbes ontvangt voor de vijftiende keer de Tour. De laatste maal diende het ook als startplaats, voor de rit met aankomst op de Col du Tourmalet in 2019, waar Thibaut Pinot de Fransen in extase bracht.
Die Tourmalet wordt ook in deze etappe beklommen (vanuit Sainte-Marie-de-Campan), na ook de Col d’Aspin (vanuit Arreau), en na ongetwijfeld weer een razende start. De eerste 55 kilometer gaan immers in trapjes licht bergop, met na 49 kilometer ook de tussensprint van de dag. Dat wordt weer bikkelen om in de ontsnapping te raken.
Niet alleen voor de goed klimmende baroudeurs die belust zijn op de ritzege, maar ook voor ploegmaats van Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar. Beiden kunnen weer zogenaamde satellietrenners meesturen die in de finale van pas kunnen komen. Met name in de vallei tussen de Tourmalet en de slotklim, en in de eerste ‘lopende’ kilometers van die klim naar Cauterets-Cambasque. Wout van Aert kan zo weer in die rol worden uitgespeeld.
Bij Jumbo-Visma hangt dat af van het aanvalsplan van Jonas Vingegaard. Dat die weer de vesting van Tadej Pogacar zal aanvallen is zeer waarschijnlijk. Woensdag reed de Deen op de Marie-Blanque de Sloveen los uit het wiel, met een geschat, bijzonder hoog wattage van 6,8 watt over 22 minuten. Verrassend, want op een klim van die lengte, qua afstand en duur, is Pogacar doorgaans op zijn best. Maar dat is hij dus duidelijk niet, na zijn verstoorde voorbereiding.
Zowel de Tourmalet als Cauterets Cambasque zijn een pak langer dan de Col de Marie-Blanque, en wat betreft de Tourmalet ook klimmend tot ruim boven de 2000 metergrens. Dat moet Vingegaard nog beter liggen.
Zijn Jumbo-Vismaploeg doet er dus het best aan om de Tourmalet vol naar boven te rijden. Vingegaard kan daar Pogacar eventueel al aanvallen, maar dan moet hij in de afdaling richting Luz-Saint-Sauveur en in de vallei langs de rivier de Gave dan wel voldoende steun kunnen krijgen. Daarvoor zou een ploegmaat (Wout van Aert?) uit de ontsnapping, die zijn metgezellen laat lopen, kunnen dienen.
Jumbo-Visma kan ook de troepen samenhouden en in blok, met een weer sterke Sepp Kuss, het tempo hoog houden op de Tourmalet, zelfs tot vijf kilometer van de top van Cauterets-Cambasque. Daar beginnen immers de steile stroken van de zestien kilometer lange slotklim.
In de eerste elf kilometer variëren de stijgingspercentages van slechts twee tot zes procent. Vlammen op de grote versnelling dus, in het wiel zitten in een klimtrein kan veel energie sparen. Nota bene langs een wandelroute op een oude spoorwegbedding, die van bij de voet van de klim, in Pierrefitte-Nestalas, tot in Cauterets leidt.
Pas na de passage in Cauterets knikt de weg stevig omhoog. Met een kilometer aan negen procent, drie kilometer aan gemiddeld tien procent, en nog een stukje van een paar honderd meter aan elf procent, inclusief een rist haarspeldbochten.
Pas in de slotkilometer vlakt de weg weer af naar vijf à zes procent. De aankomststreep ligt boven op het plateau van Cambasque, aan de rand van het Parc National du Pyrénées.
Wie er als eerste boven zal komen, hangt af van de grootte en de kwaliteit van de vluchtersgroep en van hoeveel voorsprong die zal krijgen. De BORA-hansgroheploeg van leider Jai Hindley zal geen renners laten wegrijden die een gevaar zijn voor de gele trui. Als daarna Jumbo-Visma zou overnemen op de Tourmalet kan de voorsprong van de vluchters al flink slinken. En is de vlucht ten dode opgeschreven.
De vraag is dus vooral: waar gaat Jonas Vingegaard aanvallen? Op de Tourmalet, wat gewaagd maar niet onmogelijk zou zijn, met de hulp van ploegmaats? Of in de laatste vijf kilometer naar Cauterets-Cambasque? De Deen heeft bloed geroken en kan Tadej Pogacar een nieuwe, misschien zelfs al beslissende uppercut toedienen.
Schaamteloze podiumceremonie
Het wordt alleszins een mooiere vertoning, dan de schaamteloze show die in 1995 op het plateau van Cambasque werd opgevoerd: de podiumceremonie na de zestiende etappe van de Tour 1995. Ritwinnaar Richard Virenque zwaaide er uitbundig met de bloemen, terwijl de vips dwaasdronken champagne naar binnen goten.
En dat terwijl enkele uren ervoor Fabio Casartelli was overleden bij een val in de afdaling van de Portet d’Aspet. ‘Ik was niet ingelicht over zijn dood’, houdt Virenque nog altijd vol. Nochtans werd het de Fransman tijdens de beklimming van de Tourmalet al toegeroepen door het publiek: ‘Un coureur est mort!’ Virenque hoorde het niet, of wilde het niet horen, en zette zijn 121 kilometer lange solo richting Cauterets voort, tot en met die wrange cérémonie protocolaire.
Een andere gedenkwaardige etappe met aankomst op de klim naar Cambasque vond zes jaar eerder plaats, in 1989. De toen 24-jarige Miguel Indurain, bij Reynolds-Banesto adjudant van regerend Tourwinnaar Pedro Delgado, spreidde er voor het eerst zijn vleugels. Met dank aan de vele kilo’s die hij eindelijk was kwijtgeraakt. In zijn indigoblauwe trui soleerde de Spanjaard naar de ritzege.
Toch kreeg hij in de volgende Tour het leiderschap niet. Delgado bleef God in Spanje en dus durfde de ploegleiding Perico niet te laten vallen. Indurain schreeuwde om respect, aanvaarde het compromis – in 1991 zou hij kopman worden – maar won toch de bergrit naar Luz-Ardiden.
De voorbode van een vijf jaar durende heerschappij waarin Big Mig nog tien keer de concurrentie zou vermorzelen in een tijdrit, maar nooit meer een bergetappe zou winnen. Net daarom noemt hij nog altijd zijn twee triomfen in de Pyreneeën de mooiste uit zijn loopbaan.
Onze voorspelling voor de zesde rit: Jumbo-Visma gaat all-in om Jonas Vingegaard te lanceren. Als ze renners meekrijgen in de vlucht, en die na de Tourmalet nog hulp kunnen bieden, zal de Deen daar al, voor de top, vertrekken. Zo niet, dan wordt het wachten tot de laatste vijf kilometer. De vluchters worden ingelopen, Vingegaard wint de rit en pakt ook de tien bonusseconden. Pogacar zal weer een minuut verliezen.
WEERSVERWACHTING RIT 6
Elke dag bekijkt Nicolas Roose van weerdienst NoodweerBenelux het weer van de volgende rit. Zijn voorspelling voor de zesde etappe:
‘De eerste week van de Tour is heel zwaar, maar gelukkig voor de renners blijven de weergoden hen gunstig gezind. Het wordt, in de valleien van de Pyreneeën, lichtbewolkt, met gemiddeld 20 tot 23 graden. Op de top van de Tourmalet kan de temperatuur wel zakken tot 10. De wind zal weinig of geen rol spelen, want die waait heel zwak uit noordoostelijke richting. In de late namiddag/avond is er wel kans op een onweer op Cauterets. Mogelijk nog voor de aankomst, maar allicht pas erna.’
Meer weer? Check noodweer.be