Alles over rit 15 van de Vuelta: kan Primoz Roglic Vuelta nog meer doen kantelen?
Elke dag blikken we vooruit op de volgende Vueltarit. Vandaag: etappe 15, met aankomst op een hoogte van 2512 meter. En met als cruciale vraag: kan Primoz Roglic leider Remco Evenepoel verder onder druk zetten?
‘Het lijkt alsof er geen echte zware bergrit in deze Vuelta op het menu staat, maar dan mag je niet onderschatten hoe lastig de etappe naar Sierra Nevada is’, zei parcoursbouwer Fernando Escartín bij de voorstelling van deze editie.
Dat klopt, want hoewel de rit slechts 148 km lang is, moeten de renners wel 3990 hoogtemeters overbruggen. Eerst een 90 km lange, heuvelachtige aanloop tot in Granada. Via Monachil snijden ze vervolgens de Alto del Purche aan. Een zeer onregelmatige klim, met pieken tot 15 à 17 procent, en twee beginkilometers aan gemiddeld ruim 11 procent.
Na de Alto del Purche kan je rechtsaf slaan naar de finish, maar er wordt afgedaald tot Güéjar Sierra. Daar begint de Alto de Hazallanas, de moeilijkste beklimming richting het skidomein van de Sierra Nevada, voor het eerst op het Vueltaparcours. Een moordende klim: 7,3 km aan gemiddeld 9,6 procent, waarvan 2 km aan 13,5 en 12,8 procent, en stukken tot 17 procent.
Daarna is het lijden nog niet afgelopen, want de weg klimt verder, over de Alto Hoya de la Mora. Weliswaar aan iets ‘menselijkere’ percentages: gemiddeld 6,8 procent, waar drafting (in het wiel zitten) een groter voordeel oplevert. Maar hier zal wel de hoogte haar rol spelen, want de finish ligt 2512 meter boven de zeespiegel.
Organisator Unipublic koesterde zelfs plannen om nog hoger te gaan, richting het Observatorio IRAM Pico Veleta, een weerstation in een bescherm natuurpark, 2850 meter boven zeeniveau. Maar daarvoor kreeg het geen toestemming van de regionale overheid.
Eerste tik
Of Remco Evenepoel zich daar gelukkig om moet prijzen, zal nog moeten blijken. Zijn potentiële kwestbaarheid op grote hoogte, zoals hij ondervond in de Ronde van Zwitserland, heeft hij opgevangen met heel gerichte hoogtetrainingen.
Bovendien zullen hij en zijn concurrenten maar in de laatste twintig minuten van de etappe boven de 2000 meter koersen. Dat is minder zwaar dan in de Tourrit naar de Col du Granon (2400 meter), waar Jonas Vingegaard en co eerder in de etappe ook over de Col du Galibier moesten (ruim 2600 meter). En Jumbo-Visma op Tadej Pogacar beukte, tot die kraakte, en drie minuten verloor.
Niettemin kreeg Evenepoel zaterdag al een tik op de Sierra de la Pandera, al dan niet het rechtstreekse gevolg van zijn val op zijn rechterdij, afgelopen donderdag. Twee dagen na zo’n val is de stramheid en de impact op de spieren vaak het grootst. De Quick-Steprenner droeg zaterdag niet toevallig ook kinesiotape om die spieren te ontlasten, naast een flinke bandage om zijn schaafwond op zijn dij te bedekken.
Toch moest Evenepoel ‘slechts’ 48 seconden, plus vier bonusseconden, toegeven op Primoz Roglic. Die had op 3,9 km van de top, op het steilste gedeelte van de Sierra de la Pandera (tot 15 procent), aangevallen. ‘Slechts’ 48 seconden, want hoewel de Schepdaalnaar van 3,9 km tot 2,8 km voor de top 42 seconden verloor, was dat anderhalve kilometer verder, 1,3 km voor de aankomst, gedaald tot 37 seconden – als we voortgaan op de tijdswaarnemingen die werden weergegeven (via GPS).
Waarna Evenepoel, door een laatste steile stuk tot 15 procent, weer 14 seconden moest prijsgeven op Roglic en Miguel Angel Lopez (51 seconden) tot het begin van de korte afdaling in de slotkilometer. De laatste 800 meter reed de klassementsleider daar nog 3 seconden vanaf, tot 48 seconden. Dat heet schade beperken, na de eerste klap, niet toevallig op het steilste gedeelte.
Counteren of nieuwe slag?
Nu Evenepoel zich kwetsbaar heeft getoond, zal dit Primoz Roglic er nog meer toe aanzetten om van vroeg aan te vallen, misschien al in de eerste steile kilometers van de Alto Hoya de la Mora.
De Sloveen zal, in tegenstelling tot Enric Mas, Carlos Rodríguez en Juan Ayuso, dat risico willen lopen, als hij daar tenminste de benen voor heeft. Roglic voelt zich naar eigen zeggen steeds beter, en heeft in het verleden al bewezen dat de grote hoogte niet zo’n grote impact heeft op zijn wattages.
Kan Evenepoel die verwachte aanval counteren, een extra dag na zijn val? Of eventueel opnieuw de schade beperken in het minder steile tweede gedeelte van de slotklim? Of raakt hij op 2512 meter, en na 4000 hoogtemeters, zijn voorsprong van 1’49” op Roglic helemaal kwijt, als de tik van zaterdag een mokerslag wordt op zondag?
Zijn benen (en hoofd) zullen het bepalen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier