Alles over rit 13 van de Tour: Wout van Aert, 10 jaar na zijn eerste mijlpaal als wegrenner?
Elke dag blikken we vooruit naar de volgende etappe van de Tour. Vandaag: rit 13, met aankomst in Saint-Etienne. Waar Thomas De Gendt en Ludo Dierckxsens ooit wonnen na een fameuze vlucht. En nu Wout van Aert of Jasper Philipsen kans maken op een sprintzege. Voor Van Aert zou dat op een symbolische datum zijn.
Ver zullen de renners na de finish op Alpe d’Huez niet hoeven te rijden naar hun hotel, want vrijdag vertrekken ze aan de voet van de Alp, in het 3300 zielen tellende dorpje dat er eeuwig mee verbonden zal zijn: Le Bourg d’Oisans.
Wel de reden waarom het zelf ooit slechts één keer het eindpunt van een Tourrit was: in 1966, een solozege voor Luis Otaño. Toen had Alpe d’Huez, na pas één aankomst (1952, winst voor Fausto Coppi), nog niet de faam die hij vanaf de late jaren 70 zou opbouwen.
Van toen af diende Le Bourg d’Oisans alleen nog als départ: 22 keer, in 2004 zelfs tweemaal. Meestal van een Alpenetappe, maar soms wees het kompas ook naar het westen: vier keer richting Saint-Etienne, met ritwinnaars Franco Chioccioli (1992), Max Sciandri (1995), Ludo Dierckxsens (1999) en Marcus Burghardt (2008).
Schorsing voor Sterke Ludo
Belgische wielerfans zullen zich vooral Dierckxsens’ zege herinneren, op 15 juli, toevallig ook de datum van de rit dit jaar. De 34-jarige Belgische kampioen, met de paars-roze Lamprebroek, knalde er op de slothelling onder meer Alexandre Vinokourov uit het wiel.
Helaas werd de droom van de breedlachende Ludo een nachtmerrie. Bij de dopingcontrole vroeg medisch verantwoordelijke Marc Vandevyvere of hij iets te melden had. ‘Ja, ‘ bekende Dierckxsens, ‘ik heb Synacthen genomen voor een pijnlijke knie.’
Helaas een verboden product waarvoor hij geen attest had. En o ironie: bij de controle testte hij … negatief. Dierckxsens had zichzelf dus uit naïviteit aan de galg gepraat. Gevolg: een schorsing van een half jaar. Sterke Ludo mocht wel zijn ritzege behouden.
De raid van De Gendt
Betere herinneringen bewaart Thomas De Gendt aan Saint-Etienne, waar hij in 2017 in de eerste rit van het Critérium du Dauphiné naar winst soleerde.
In de Tour van 2019 deed hij dat nog eens over, met een nog straffere stunt: door op ruim 14 km van de aankomst weg te knallen uit een vluchtersgroep en na een heuvelachtige finale nog zes seconden over te houden op het ontketende Franse duo Thibaut Pinot en Julian Alaphilippe.
De Gendt slaat die solozege qua beleving nog hoger aan dan zijn overwinning op de Stelvio in de Giro van 2012, gezien de spanning én de puur atletische prestatie.
Op naar een sprint?
In de Tour van 2019 begon de rit in Macôn. Deze keer komt de Tourkaravaan vanuit het westen, waardoor het parcours ook totaal anders is dan in 2019. En ook minder zwaar: 2109 versus 3844 hoogtemeters. Maar dus niet helemaal vlak, en misschien te lastig voor de pure sprinters.
Na een colletje van tweede categorie net voor halfweg, en de daaropvolgende tussensprint, ligt op 44 km van de eindstreep de Côte de Saint-Romain-en-Gal (6,6 km aan 4,5 procent). Daarna volgt nog een kort heuveltje en een afdaling van zo’n 10 km.
Vanaf dan knikt de weg weer heel langzaam omhoog, voor zo’n 20 km, inclusief de Côte de Sorbiers (1,9 km aan 4,4 procent). Aangezien de voorspelde noorderwind daar vanop zij zal blazen, is er gevaar voor waaiervorming, ook gezien het open terrein langs bepaalde stukken.
De laatste 7,2 km en de traditionele laatste rechte lijn naast het Stade Geoffroy-Guichard van voetbalclub AS Saint-Etienne zijn wel relatief vlak.
Gezien de beperktere hoogtemeters een scenario voor een groepssprint. Mogelijk met een uitgedund peloton als de pure sprinters overboord gaan in de finale. Met Wout van Aert of Jasper Philipsen als Belgische kandidaat-winnaars.
Of komt de winnaar na een zware driedaagse in de Alpen uit een vluchtersgroep? Met andere landgenoten, zoals Jasper Stuyven of Tim Wellens, als kanshebbers? Die groep zal wel sterk en voldoende groot moeten zijn om stand te houden.
Na de opgave van Mathieu van der Poel is de kans bovendien reëel dat Alpecin-Fenix op een sprint zal aansturen, want Philipsen moet dit parcours zeker aankunnen.
De vraag is wat andere sprintersploegen zullen ondernemen in achtervolging op de vlucht van de dag, in dienst van Caleb Ewan (Lotto-Soudal), Mads Pedersen (Trek-Segafredo), Fabio Jakobsen (Quick-Step) en Dylan Groenewegen (BikeExchange).
Veel kansen krijgen zij niet meer in deze Tour. Dus willen/moeten ze die grijpen. Ze hebben niet voor niets alles in het werk gesteld om hun sprinters over de Alpenreuzen te loodsen.
Al zullen Ewan en co zich richting Saint-Etienne bergop weer flink pijn moeten doen als ze er willen sprinten.
Van Aert voor Politt
De wind en het heuvelachtige terrein kan dus in het voordeel zijn van Wout van Aert. Hij kan, als hij goed hersteld is van al zijn werk in de Alpen, zijn derde etappezege in deze Tour veroveren.
Bovendien op een symbolische datum: dag op dag tien jaar nadat de toenmalige 17-jarige junior van Telenet-Fidea zijn eerste wégzege (vanaf de nieuwelingen) behaalde, na een solo in Strijpen-Zottegem. Huidig Duits profkampioen Nills Politt eindigde toen, op 15 juli 2012, als tweede op een halve minuut.
Wout was toen nog een Woutje. Al was in het veld zijn ster in de voorgaande winter al beginnen te rijzen, met onder meer zilver op het WK in Koksijde. Pas toen hij daarna een groeischeut kreeg, schoot de Lillenaar echt als een komeet omhoog. Eerst als crosser, vanaf 2018 ook als wegrenner. En na morgen mogelijk als negenvoudig etappewinnaar in de Tour.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier