Alles over rit 11 van de Tour: evenaart Jasper Philipsen met vier sprintzeges Tom Steels en Freddy Maertens?

Jasper Philipsen behaalde in Bordeaux zijn derde ritzege. Pakt hij zijn vierde in Moulins? © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

De elfde etappe van de Tour de France zal allicht eindigen op een massasprint. En dus is Jasper Philipsen, na zijn drie eerdere ritzeges, weer topfavoriet. Hij kan zo Tom Steels en Freddy Maertens evenaren.

Voor de vierde dag op rij is de Tour te gast in het departement Puy-de-Dôme. Na de aankomst op de gelijknamige vulkaan en de finish in Issoire gaat deze etappe van start in Clermont-Ferrand, de hoofdstad van de Auvergne, waar het peloton ook al tijdens de rustdag pleisterde.

Vier opeenvolgende dagen in hetzelfde departement, slechts vijftien keer viel het al voor in de Tourgeschiedenis. Telkens ging het om een departement in de Alpen of de Pyreneeën, waar de La Grande Boucle elk jaar passeert. Alleen de Vaucluse, in 1987, viel dezelfde eer te beurt, maar dat departement kan uitpakken met de Mont Ventoux.

Lionel Chauvin, voorzitter van het bestuur van het departement Puy-de-Dôme, mag zich met deze vierdaagse dus op de borst kloppen. Hij wilde het Tourbezoek niet alleen beperken tot een aankomst op de uitgedoofde vulkaan. ‘Om er een echt volksfeest van te maken zou dat te kort zijn.’

Door de drie Baskische etappes en deze vier ritten in hetzelfde departement passeert de Tour 2023 in slechts 23 departementen, het kleinste aantal ooit. Bovendien worden drie van die zes regio’s bezocht in de laatste drie etappes: in de regio’s Bourgogne-Franche-Comté, Grand Est en Île-de-France (Parijs).

Zestien van de andere negentien etappes in Frankrijk vinden plaats in amper drie regio’s: Nouvelle-Aquitaine, Occitanie en Auvergne-Rhône-Alpes, waar deze Ronde van Frankrijk zelfs tien dagen rondtoert.

TGV van Clermont-Ferrand

Clermont-Ferrand, de startlocatie van deze rit, was in het verleden al elf keer gastheer in de Tour. De laatste maal voor de etappe die in 2020 naar Lyon vertrok. Die rit werd toen gewonnen door Søren Kragh Andersen. Een maand ervoor had het ook als startplaats gediend voor een rit in het Criterium du Dauphiné, met aankomst in Saint-Christo-en-Jarez, waar Wout van Aert won. Ook Fabien De Waele bewaart goede herinneringen aan de stad, want hij was er in Parijs-Nice 2001 de snelste in een groepssprint.

Clermont-Ferrand heeft ook zijn eigen lokale wielerheld: Rémi Cavagna, de tijdritspecialist (met TGV als bijnaam) die misschien inspiratie zal halen uit het vertrek in zijn geboortestad om mee te glippen in de vlucht van de dag. Die lijkt echter ten dode opgeschreven. Het overwegend golvende parcours, met enkele hellingen en 1800 te overwinnen hoogtemeters, kunnen de sprinters immers zonder problemen aan. Onderweg passeren ze ook Montluçon, waar Julian Alaphilippe op zijn zesde naartoe verhuisde. De gemeente die ook voor altijd verbonden zal zijn met de memorabele ritzege en quote van wijlen Serge Baguet in de Tour van 2001.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Lange laaste rechte lijn

Aangezien ook de zwakke noordwestenwind geen rol van betekenis zal spelen, zal er dus allicht gesprint worden in Moulins. Zoals dat ook het geval was toen een rit van Parijs-Nice in 2019 aankwam in de hoofdstad van het departement Allier. Sam Bennett was toen de snelste.

De finishlijn werd er getrokken op de Route de Lyon, maar daar is niet genoeg ruimte om de Tourinfrastructuur neer te poten. Na de passage over de Pont Régemortes en de rivier de Allier zal het peloton daarom meteen rechtsaf slaan, richting de eindstreep op de biljartvlakke Boulevard de Nomazy die 1,3 kilometer verder ligt.

Sam Bennett won in Moulins een massasprint in Parijs-Nice 2019.
Sam Bennett won in Moulins een massasprint in Parijs-Nice 2019. © GETTY

Na zijn drie ritzeges zal Jasper Philipsen weer topfavoriet zijn. De vraag is hoeveel werk zijn ploeg op de schouders zal moeten nemen in de achtervolging op de vluchtersgroep, zeker als die groter zou zijn dan verwacht. De teams van de andere sprinters zullen Alpecin-Deceuninck niet zonder veel energieverlies naar een nieuwe massasprint leiden.

Geen ploeg die immers een lead-out kan neerzetten zoals Ramon Sinkeldam, Jonas Rickaert en Mathieu van der Poel voor Philipsen. Die zal bovendien, met zijn klimmerscapaciteiten, de eerste lastige negen ritten het best hebben verteerd. Dat kan van sprintrivalen als Fabio Jakobsen en Caleb Ewan niet worden gezegd. Zij eindigden dinsdag in Issoire op 34 minuten.

Grootste concurrent voor de zege wordt misschien wel Dylan Groenewegen, die vorige zaterdag in de sprint bergop in Limoges verrassend als vierde eindigde. De Nederlander heeft de snelheid, maar raakte tot dusver nog niet in een goede positie.

Groene trui bijna binnen

Als Jasper Philipsen zijn vierde ritzege pakt, dan wordt hij de eerste Belg die daarin slaagt sinds Tom Steels in 1998. Die won toen ook vier massasprinten, weliswaar in 21 ritten, terwijl de ‘Vlam van Ham’ al zijn kwartet kan volmaken in amper elf ritten.

© National

Voor de laatste landgenoot die zo rap vier keer de handen in de lucht kon steken, moet je al teruggaan naar de Tour van 1976, toen Freddy Maertens vier van zijn acht ritzeges in de eerste zeven etappes veroverde. Maertens (in 1976 en vijf jaar later ook in 1981) en Steels zijn ook de enige Belgen die ooit vier grote groepssprinten in één Ronde van Frankrijk wonnen.

Evenaart Philipsen die twee Belgische sprinticonen, dan zal hij zijn riante koppositie in het puntenklassement nog verstevigen. En dan kan de groene trui hem niet meer ontsnappen, behoudens pech of ziekte. Nu al telt de Limburger 111 punten voorsprong op Bryan Cocquard, 260 punten vs. 149 punten, of liefst 74 procent meer dan de Fransman. Geen groenetruidrager heeft in de recente geschiedenis zo’n grote voorsprong in het tweede deel van de Tour nog prijsgegeven.

Interessant, naast de eindsprint, wordt ook de tussensprint na 70 kilometer. Die ligt immers na het moeilijkste deel van de rit. Ook daar kan Philipsen al meer punten sprokkelen dan zijn concurrenten. De enige renner in het puntenklassement die hij nog een beetje moet vrezen is Mads Pedersen, nu derde met 143 punten.

Laatste hoofdstad

Opvallend: ondanks eerdere ritaankomsten van Parijs-Nice, ook in 1989 toen Etienne De Wilde de sprint won voor Eddy Planckaert, is deze finish in de Tour een primeur voor Moulins. Het was de laatste hoofdstad van de 96 departementen binnen Frankrijk waar nog nooit een rit van La Grande Boucle was begonnen of vertrokken. Het departement Allier, in de Bourbonnais, is dan ook een vergeten hoek van La France Profonde. In veel dorpen en steden lijkt de tijd al jaren stil te staan.

Moulins had wel ooit zijn eigen profkoers: de Grand Prix de Mauléon-Moulins, die in 1978 voor het eerst plaatsvond. Onder meer latere ploegleiders Roger Legeay en Marc Madiot wonnen die semiklassieker. Net als Patrick Onnockx, de Belg van de ADR-ploeg, in 1988. Vanaf 1990 kreeg de koers echter een nieuwe naam en finishlocatie: de GP Cholet, een koers die deel uitmaakt van de Coupe de France. Moulins werd sindsdien half vergeten, maar nu krijgen de Moulinois waar ze al zolang op wachten.

WEERSVERWACHTING RIT 11

Elke dag bekijkt Nicolas Roose van weerdienst NoodweerBenelux het weer van de volgende rit. Zijn voorspelling voor de elfde etappe:

‘Na een letterlijk en figuurlijk broerige etappe krijgen de renners woensdag veel aangenamer weer: wisselend bewolkt, en temperaturen tussen de 25 à 27 graden. Er is wel kans op een bui, zeker in de finale. Er staat een zwakke bries uit westelijke richting.’

Meer weer? Check noodweer.be

© National

Partner Content