Alejandro Valverde neemt afscheid: ‘Hij is de Michael Jordan van het wielrennen’
Zaterdag, met de Ronde van Lombardije, zet Alejandro Valverde op zijn 42e een punt achter zijn indrukwekkende carrière. Portret van een fenomeen.
In complete extase, euforisch roepend en huilend van geluk valt hij in de armen van zijn masseur en boezemvriend Juan Carlos Escámez. Het is 30 september 2018 even voor half vijf in Innsbruck en de 38-jarige Alejandro Valverde is zopas als eerste over de eindstreep gereden. Ruim 300 meter voor die meet heeft hij de sprint van kop af op gang gebracht. Dat is ver. Te ver, vrezen de commentatoren van Teledeporte en met hen heel de Spaanse natie. ‘Toen hij van zo ver aanzette, durfde ik zelfs niet meer te kijken’, vertelt Natalia Mateo in El ciclista infinito (2018), een documentaire die het ‘eindeloze wielerleven’ van haar man belicht.
Maar Valverde houdt stand en wordt wereldkampioen. ‘De seconden na die overwinning zag ik mijn hele carrière voorbijflitsen’, doet hij zijn verhaal in diezelfde documentaire, ‘en ik besefte dat alle inspanningen die ik geleverd had na mijn val de moeite waard waren geweest.’
Onfortuinlijke stierenvechter
‘Se ha acabado‘, is het eerste wat Natalia te horen krijgt wanneer ze haar echtgenoot aan de telefoon krijgt op 1 juli 2017, 456 dagen voor die unieke dag in Innsbruck. ‘Het is voorbij, hier eindigt het actieve wielrennen voor mij.’ Rugnummer 29 is op het natte Düsseldorfse wegdek onderuitgegleden tijdens de openingstijdrit van de Ronde van Frankrijk. Hij komt ongelukkig tot stilstand tegen de dranghekken en voelt onmiddellijk dat de Tour voor hem afgelopen is. En erger, vreest hij. Een angst die niet ongegrond lijkt, want het verdict is zwaar: een gebroken knieschijf, een breuk in het sprongbeen (een bot in de enkel dat het scheenbeen verbindt met de voet) en een acht centimeter lange en diepe wonde in z’n linkerbil die hem meer het uitzicht geeft van een onfortuinlijke stierenvechter dan van een wielrenner.
De schorsing voelde als een bevrijding. De jaren voordien waren lastiger, want elke ochtend dacht ik: wat zal er nu weer over mij in de krant staan?’
Alejandro Valverde
Maar Valverde heeft het geluk aan zijn zijde, én Rita. De Spaanse verpleegster begeleidt haar landgenoot met de ambulance naar het Universitair Ziekenhuis van Düsseldorf waar ze werkt. Ze zorgt ervoor dat de beste chirurg in allerijl opgetrommeld wordt om de operatie te leiden. Met succes, weet Francisco Esparza, de traumatoloog die de revalidatie van Valverde verder zal begeleiden, maar toch verwacht hij op dat moment niet dat zijn patiënt ooit nog professioneel gaat koersen. ‘Eerlijk waar’, biecht Esparza achteraf op, ’toen Alejandro de eerste keer bij mij binnenkwam, zag ik hem – met alle respect – nog hooguit deelnemen aan de Paralympische Spelen.’
Veel renners van zijn leeftijd zouden wellicht niet meer de moed gehad hebben om terug te vechten, maar Valverde is niet zoals veel renners van zijn leeftijd. 36 uur na zijn operatie post hij een video vanuit zijn ziekenhuiskamer. ‘Mira‘, spreekt hij zijn supporters toe. ‘Kijk, met behulp van deze machine kan ik mijn knie nu al dertig graden buigen. We gaan ervoor om beetje bij beetje te herstellen.’ Vergeten zijn de eerste woorden die hij tot zijn vrouw richtte na zijn val.
Zijn alltime ploegmanager bij Movistar Team Eusebio Unzué beaamt: ‘Van bij de start van zijn revalidatie pushte Alejandro zijn medische begeleiders om hem over de pijngrens heen te laten gaan.’ De eerste fiets waarop Valverde probeert de pedalen rond te krijgen is een aquabike in het zwembad. Hij verbijt de pijn, maar na een kwartier moet hij ermee ophouden: het water doet de littekens op zijn been openscheuren. Om terug te keren op het allerhoogste niveau en in 2018 voor de vijfde keer het jaar af te sluiten als nummer één op de UCI-wereldranglijst, zal hij vier maanden lang elke dag zonder onderbreking dezelfde weg afleggen: naar het Centro Médico Juan XXIII en weer terug naar zijn huis in de Urbanización Montepinar.
Tourwinst
Het is in dat huis in de residentiële wijk van El Esparragal, een gemeente zo’n acht kilometer ten noorden van het centrum van Murcia, dat Valverde ons medio december 2015 ontvangt voor een openhartig gesprek. Ruimschoots neemt hij de tijd voor het bezoek uit België, het land waar hij in het voorjaar zijn debuut wil maken in de Ronde van Vlaanderen. ‘Om te genieten van de sfeer en de massale publieke belangstelling,’ zegt hij, ‘maar ik heb wel degelijk de ambitie om een zo goed mogelijk resultaat neer te zetten.’ Het typeert de rasechte winnaar – waarover verderop meer – maar uiteindelijk zal hij pas drie jaar later, nota bene als wereldkampioen, voor het eerst, en ook voor het laatst, aan de start staan van Vlaanderens Mooiste. Om er meteen te strijden voor een podiumplaats en finaal achtste te worden.
Tijdens zijn jeugd hebben we veel moeten vechten tegen de kilo’s. Hij at massa’s brood.’
Manuel López, Valverdes Jeugdtrainer
Het is een bijzonder ontspannen Valverde die ons te woord staat. Wat een verschil met het gesprek een kleine zes jaar eerder. Dan zit voor ons in de lounge van het Aparthotel Ponent Mar in Mallorca een argwanende man, die na elk kort antwoord met wantrouwige blik wacht op de volgende vraag. De aanleiding voor dat wantrouwen: Operación Puerto, het grote dopingschandaal rond sportarts Eufemiano Fuentes dat in 2006 losbarstte en waarin ook de naam van Valverde opdook. ‘Es el pasado’. ‘Dat is het verleden’, is het enige wat hij erover kwijt wil. Mogelijk weet hij dan al beter.
Het pijnlijke verleden krijgt immers ook een pijnlijk staartje in de toekomst. De Tour, zo benadrukt hij desondanks in het interview in Mallorca, wordt dat jaar, 2009, zijn hoofddoel. ‘Daar wil ik top drie rijden en liever nog winnen’, klinkt het dan nog vol zelfvertrouwen. ‘Dat is de wedstrijd die ik als kleine jongen volgde als supporter van Perico (Pedro Delgado, nvdr) en Miguel Indurain. Als je weet dat je er geen kans maakt, dan laat je die droom varen, maar ik denk dat, hoe moeilijk de uitdaging ook is, de Tour winnen binnen mijn mogelijkheden ligt.’
Het Italiaans Olympisch Comité (CONI) beslist er een paar maanden later anders over. De antidopingprocureur van het CONI is zich blijven vastbijten in de zaak-Fuentes en is ervan overtuigd: bloedzak nummer 18, waarin sporen van epo werden teruggevonden, behoort toe aan Alejandro Valverde. Dat er Val.(piti) – Valverdes hond heet Piti – op staat, pleit alleszins niet in zijn voordeel. Het CONI schorst hem met onmiddellijke ingang en verbiedt hem op Italiaans grondgebied te fietsen. Aangezien de Tour even door Italië trekt, moet de Spanjaard zijn droom opbergen.
Bevrijdende schorsing
Dat hij in conditie zou geweest zijn, toont Valverde in het Critérium du Dauphiné. In de jaarlijkse graadmeter enkele weken voor de Tourstart duldt hij Cadel Evans en Alberto Contador, de latere winnaar van de Ronde van Frankrijk, slechts als tweede en derde naast zich op het eindpodium. Het duidt op zijn enorme wilskracht. ‘Als hij iets in zijn hoofd heeft, wil hij dat bereiken’, getuigt zijn vader Juan al in 2007 in onze Tourgids. ‘Hij is een koppige ezel.’
Bij de pakken blijven zitten doet hij niet. Geweerd uit de Tour, richt hij zijn vizier op de ronde van zijn eigen land, waar hij al twee keer eerder op het podium stond. Na een derde plaats in 2003 en een tweede in 2006 is het nog eens drie jaar later écht prijs. In Madrid mag hij pronken met de laatste goudkleurige leiderstrui uit de Vueltageschiedenis – vanaf 2010 wordt die trui immers rood. Doel bereikt, winst in een grote ronde mag hij afvinken. In El ciclista infinito zal hij jaren later onthullen dat hij die ronde reed met een pijnlijke linkerknie. ‘Daardoor kon ik moeilijk ritmewisselingen aan en won ik die Vuelta zonder een ritzege te pakken.’
Trainen is voor mij genieten. Na mijn carrière zal ik hetzelfde doen: in de voormiddag gaan fietsen met mijn grupeta de amigos. ‘
Alejandro Valverde
De Ronde van Spanje wordt zijn laatste overwinning voor een hele poos. In 2010 rijdt hij nog enkele keren als eerste over de meet, maar zijn palmares zal hij daarmee niet aandikken. In de loop van het seizoen beslist de internationale wielerunie UCI, daarin bijgetreden door het Internationaal Sporttribunaal TAS, om ‘de Italiaanse maatregel’ uit te breiden en hem met terugwerkende kracht van 1 januari 2010 tot 31 december 2011 wereldwijd te schorsen.
Anderhalf jaar lang staat hij noodgedwongen aan de kant, een drama voor een renner die qua leeftijd lichamelijk op zijn top moet zitten. Valverde denkt er anders over. ‘Hombre, ergens was het een bevrijding’, vertrouwt hij ons in het interview bij hem thuis eind 2015 toe, ‘want al sinds halverwege het seizoen 2006 trainde ik zonder te weten of ik nog mocht blijven koersen. De jaren voor de schorsing waren eigenlijk lastiger. Als ik ’s morgens opstond en de krant opensloeg of internet bekeek, dacht ik elke keer: wat zal er nu weer over mij in staan? Toen ze me dan uiteindelijk schorsten, was het punt aan de lijn, gedaan ermee en nu een nieuwe start.’
Onberispelijke werkethiek
Een nieuwe start en daarbij zo snel mogelijk weer zijn beste niveau halen, het drijft hem om te trainen. Stevig te trainen: in 2011 maalt hij een slordige 48.000 trainingskilometers af op zijn koersfiets. ‘Tijdens zijn schorsing zag ik hem elke dag vijf uur aan het werk in de Sierra Nevada’, zal de Nederlandse trainer Louis Delahaije die onberispelijke werkethiek roemen. Wanneer die schorsing afloopt, duurt het welgeteld vijf wedstrijddagen vooraleer Valverde zijn handen weer in de lucht mag steken. Op Old Willunga Hill verslaat hij zijn enige overgebleven metgezel, klassementsleider Simon Gerrans, en wint de koninginnenrit van de Tour Down Under. Aan de aankomst een tafereel dat zich meer dan zeven jaar later zal herhalen: Valverde en Juan Carlos Escámez vallen elkaar huilend in de armen.
‘Herrijzen, opnieuw in competitie treden en alles winnen: hij is de Michael Jordan van het wielrennen’, vindt Marcelino Torrontegui, een man met tig jaren dienst als kinesist bij de Spaanse wielerbond en het Spaans Olympisch Comité. Overdreven of niet, in de jaren die volgen bewijst Alejandro Valverde dat hij in zijn ’tweede carrière’ even sterk zoniet nog sterker is dan voordien. Zijn zegetotaal krikt hij op van 60 tot 133 (zie kader) – ter vergelijking: Tom Boonen behaalde ‘slechts’ 122 overwinningen, en de jongste decennia deden alleen rassprinters Mark Cavendish en André Greipel beter. Niet alleen de kwantiteit, maar ook de kwaliteit is ronduit indrukwekkend. Een bloemlezing: het aantal eerste plaatsen in Luik-Bastenaken-Luik verdubbelt hij naar vier, de Waalse Pijl schrijft hij nog vier keer op zijn naam, wat het totaal op vijf brengt, in de Clásica San Sebastián zegeviert hij voor de tweede keer, in de Ronde van Catalonië brengt hij de teller met nog twee eindzeges op drie en de Ronde van het Baskenland wint hij voor het eerst.
En ereplaatsen? Tijdens zijn twintigjarige loopbaan staat Valverde drie keer op het podium in de Ronde van Lombardije, even vaak in de Amstel Gold Race en naast zijn overwinningen eindigt hij ook nog driemaal in de top 3 in Luik-Bastenaken-Luik en viermaal in de Waalse Pijl en in de Clásica San Sebastián. In de Strade Bianche wordt hij twee keer derde en moet hij dit seizoen, een goeie maand voor zijn 42e verjaardag, enkel een ontketende Tadej Pogacar voorlaten. In de drie grote rondes weet hij zich maar liefst 20 keer in de top 10 van het eindklassement te plaatsen. Niemand heeft ooit beter gedaan.
Soms neem ik in elke hand een liter melk en train ik daar mijn armspieren mee. ‘Ben je nu helemaal gek geworden’, zegt mijn vrouw dan.’
Alejandro Valverde
Onoverwinnelijke talent
Ereplaatsen, in de betekenis van tweede tot tiende, behaalt hij niet van zijn elfde tot zijn dertiende. Drie seizoenen lang wint de kleine Alex, zoals zijn familie en vriendjes hem liefkozend noemen, namelijk élke wedstrijd waaraan hij deelneemt. Meer dan 50 opeenvolgende zeges: de bijnaam El Imbatido (de ongeslagene) is geboren. Toch hoort Valverde zelf liever El Bala (de kogel) of Balaverde. ‘Ik heb me nooit superieur gevoeld’, antwoordt hij wanneer we hem in 2015 naar die ongelooflijke reeks vragen. ‘Daar hoor je de bescheidenheid die hem eigen is’, verklaart Juan Carlos Escámez vier jaar later, ook al in dit magazine. ‘Ondanks zijn klasse en een onafgebroken reeks overwinningen toonde Alejandro veel respect voor zijn tegenstanders. Hij hield beide voeten op de grond en bekeek anderen nooit vanuit de hoogte.’ Escámez kan het weten, want voor hij Valverdes masseur wordt, is hij als collegarenner en generatiegenoot een van diens ‘slachtoffers’.
Het is Juan Valverde, zelf een gewezen amateurwielrenner, die het ‘onoverwinnelijke talent’ van zijn zoon als eerste opmerkt, wanneer ze samen vanuit Las Lumbreras bij Murcia naar zee fietsen. ‘Soms plaagden zijn oudste broer, die al koerste, en ik hem door te versnellen’, herinnert Juan zich wanneer Sport/Wielermagazine in 2007 op zoek gaat naar de roots van de onbetwistbaar regelmatigste renner van dat ogenblik. ‘Maar hij klampte altijd aan. Toen hebben we hem naar de wielerschool gestuurd.’
Alex valt er niet alleen op door zijn resultaten, ook omdat hij net wat gezetter is dan de meeste van zijn leeftijdsgenootjes. ‘Hij sukkelde vroeger altijd met zijn gewicht’, aldus mama María Belmonte in datzelfde gesprek met onze collega. Ook Manuel López bevestigt: ‘Wat zijn moeder zei, klopt. We hebben veel moeten vechten tegen die kilo’s. Maar dat was later in zijn carrière, bij de jeugd vond ik dat niet erg. Hij won toch. Wat hij at? Brood, massa’s brood.’
Manuel López wordt Valverdes trainer bij de nieuwelingen en junioren en zal hem blijven ondersteunen tot na zijn debuut bij de profs. Hij leidt zijn poulain naar zijn eerste Spaanse titels, zowaar op de piste (achtervolging en sprint). Het centrum van het Iberische wegwielrennen speelt zich veel meer in het noorden af, in het Baskenland. ‘Veel geld hadden we niet en dus gingen we zelden met een team naar ginder’, vervolgt López. ‘Alejandro en ik gingen gewoon met de auto. Elk weekend kochten we een loterijbriefje en als we wat wonnen, ging dat in de pot om de onkosten te dekken.’
Psychiatrisch patiënt
Beroepsrenner wordt Valverde in 2002 bij Kelme-Costa Blanca, dat hij na drie seizoenen zal inruilen voor de ploeg(structuur) die in totaal gedurende achttien kalenderjaren zijn werkgever zal zijn. Hij werkt er als een op en top prof, vermeldt Eusebio Unzué wanneer we de ploegmanager van Movistar Team tijdens de Giro van 2016 spreken. Een prof die er wel een bijzondere vorm van krachttraining opna houdt, zoals de renner zelf het ons een jaar eerder beschrijft. ‘Soms neem ik in elke hand een liter melk en train ik daar mijn armspieren mee. ‘Ben je nu helemaal gek geworden’, zegt mijn vrouw dan (lacht). Het lijkt belachelijk, maar als je het vijf dagen per week doet, dan word je er sterker van.’
In de voetsporen van zijn idolen Delgado en Indurain zal Valverde niet stappen, maar op zijn 35e maakt hij zijn kinderdroom toch nog waar. Hij staat weliswaar niet op het hoogste schavotje, maar de derde plaats die hij in de Tour van 2015 behaalt, smaakt naar glorie. De tranen die vloeien na de aankomst van de voorlaatste rit naar Alpe D’Huez, spreken boekdelen. ‘Het was een onbeschrijflijk gevoel. Na jaren van opofferingen om in topvorm aan de start te staan, waarbij er telkens iets fout liep, lukte het me dan toch. Het was bijna een obsessie geworden. In het jaar dat ik er het minst in geloofde, slaagde ik in mijn missie.’
Drie jaar later realiseert hij in Innsbruck dat andere ultieme doel, maar die gouden WK-medaille, na zes eerdere podiumplaatsen – een record – heeft ook een keerzijde. In de documentaire Un año de arcoíris (een jaar in de regenboogtrui, 2019) geeft hij aan dat hij de drang om te koersen na die wereldtitel even kwijt was. ‘Ik dacht: ik ben wereldkampioen, heb het hoogst haalbare in mijn sport bereikt. Maar het was een ramp, ik vergat te genieten op de fiets.’
Het is de tweede keer in zijn loopbaan dat Valverde met psychologische problemen kampt. De eerste keer gebeurt dat in het comebackjaar na zijn dopingschorsing. ‘In de aprilklassiekers kwam ik niet meer vooruit’, schetst hij ons de situatie in december 2015. ‘Toen ben ik naar een psycholoog gegaan.’ In Un año de arcoíris specificeert hij: ‘Ik durfde zelfs niet met de auto te rijden, omdat ik duizelig was en tijdens trainingen raakte ik in paniek bij rechte afdalingen. De conclusie was duidelijk: ik had een depressie en werd psychiatrisch patiënt.’ De oorzaak? ‘Alle stress, pijn en spanningen van de jaren rond de dopingzaak kwam er na die zege in Australië uit. Mijn lichaam en geest reageerden daar bijzonder heftig op.’
Vijf kinderen
De psycholoog levert goed werk, want lang duren de muizenissen niet. Vanaf de zomer doet Valverde weer wat hij gewend is: winnen. Wanneer hij dat bij het prille begin van dit seizoen op zijn 41e voor de 131e keer doet, zegt hij tegenover Radio Marca: ‘Winnen verveelt nooit.’ Trainen evenmin, vertelt hij ons in 2015. ‘Dat is voor mij genieten. In die mate zelfs dat ik, als ik gestopt ben als prof, nog nagenoeg hetzelfde zal doen: in de voormiddag gaan fietsen met mijn grupeta de amigos. ‘
Verder wil hij na zijn carrière tijd maken voor zijn vijf kinderen en zijn wielerschool, het Valverde Team. ‘Daarmee wil ik iets teruggeven aan de sport die mij zoveel gegeven heeft’, besluit hij het interview van toen. ‘We willen jongeren een gezonde levenswijze aanleren en ze weghouden van plaatsen waar ze zich beter niet ophouden. De bedoeling is dus niet om alleen maar winnaars te kneden.’ Het kunnen niet allemaal Alejandro Valverdes zijn.
133 profzeges
2003 – 8
o.a. twee ritten in de Vuelta, een rit in de Ronde van het Baskenland
2004 – 15:
o.a. een rit in de Vuelta en in de Ronde van het Baskenland
2005 – 6:
o.a. een rit in de Tour en in Parijs-Nice, twee ritten in de Ronde van het Baskenland
2006 – 6:
o.a. de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, een rit in de Vuelta, in de Ronde van het Baskenland en in de Ronde van Romandië
2007 – 5:
o.a. de Ronde van Murcia
2008 – 12:
o.a. Luik-Bastenaken-Luik, de Clásica San Sebastián, twee ritten in de Tour, een rit in de Vuelta, het Critérium du Dauphiné + twee ritten
2009 – 8:
o.a. de Vuelta, het Critérium du Dauphiné, de Ronde van Catalonië + een rit
2012 – 7:
o.a. een rit in de Tour en in Parijs-Nice, twee ritten in de Vuelta
2013 – 4:
o.a. de Ronde van Andalusië
2014 – 11:
o.a. de Waalse Pijl, de Clásica San Sebastián, een rit in de Vuelta
2015 – 8:
o.a. de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, een rit in de Vuelta, drie ritten in de Ronde van Catalonië
2016 – 7:
o.a. de Waalse Pijl, een rit in de Giro
2017 – 11:
o.a. de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, de Ronde van het Baskenland + een rit, de Ronde van Catalonië + drie ritten
2018 – 14:
o.a. WK, twee ritten in de Vuelta, de Ronde van Catalonië + twee ritten
2019 – 5:
o.a. een rit in de Vuelta en in de UAE Tour
2021 – 3:
o.a. een rit in het Critérium du Dauphiné
2022 – 3:
een rit in de Challenge Mallorca, de Gran Camiño + een rit